Een vijfde van de kleuters in Be’er Sheva lijdt aan de symptomen van post-traumatische stress-stoornis, als gevolg van de raketaanvallen op de stad in 2008 en 2009, vóór en tijdens het Israëlische militaire offensief Cast Lead.

Dit is gebleken in een onderzoek van de Ben Gurion-universiteit. Voor het onderzoek was aan 160 moeders gevraagd, hoe hun kinderen hadden gereageerd op de raketinslagen. Vanuit de Gazastrook waren zware Gradraketten afgeschoten op de woestijnstad.

De onderzoekers vonden dat het voor de kinderen zeer belangrijk is, hoe hun moeders de oorlogssituatie hebben verwerkt. Het bleek dat 8,4 procent van de moeders en 21 procent van de kinderen aan ernstige post-traumatische stress symptomen lijden. Kinderen, van wie de moeder zelfs psychische problemen heeft, hebben het meest last van deze symptomen. Veel van de kinderen hebben psychosomatische aandoeningen, die zicht manifesteren in de vorm van spijsverteringsproblemen zoals constipatie of diarree, en hoofdpijn.

Dr. Gal Meiri, leider van de afdeling kleuterpsychologie van het Soroka ziekenhuis in Be’er Sheva, legde de onderzoeksresultaten uit aan de pers: ‘De belangrijkste personen in het leven van een kind zijn de ouders. Daar krijgen ze hun gevoel van veiligheid en vertrouwen vandaan. Wanneer een kind een traumatische gebeurtenis ervaart, hangt zijn mentale herstel dus vooral af van de mentale toestand van de ouders, vooral wanneer zij dezelfde traumatische gebeurtenis hebben meegemaakt’.

‘Kinderen reageren vaak op traumatische gebeurtenissen door een stap terug te gaan in hun ontwikkeling; ze plassen weer in hun bed, of hebben behoefte aan een fopspeen. Ook vertonen ze meer verlatingsangst en zijn ze bang voor dingen die met de gebeurtenissen verband houden’.

Tijdens de militaire operatie in december 2008 en januari 2009 registreerden de Israëlische autoriteiten 1900 inslagen in Israël, waarbij ongeveer 1500 keer gebouwen zouden zijn getroffen.

Miriam Kuhlmann.