De Knessetcommissie voor Binnenlandse Zaken hield vorige week een verhitte discussie over wat de voorzitter van de commissie Miri Regev (Likoed) het ‘dodelijke gevaar’ noemt voor Joden die de Jeruzalemse Olijfberg bezoeken.

Op de Olijfberg bevindt zich van een van de oudste en zeker de belangrijkste Joodse begraafplaats in de stad. Vier Bijbelse profeten en een groot aantal leidende personen van het moderne Israël zijn daar begraven. De locatie van de begraafplaats, tegenover de Tempelberg, maakt het een gewilde laatste rustplaats voor vele Joden.

Het nadeel is dat je door enkele Arabische wijken moet rijden om de begraafplaats te bereiken, en de laatste tijd zijn veel Joden, die de riskante rit maakten, aangevallen, wat blijkbaar ongestraft bleef.

Alleen al in oktober werden niet minder dan 24 keer Joodse bezoekers aan het gebied aangevallen door Arabieren. ‘Ik ben bang om naar de Olijfberg te gaan’, zei Regev. ‘Als je er naartoe reist ben je in levensgevaar’.

Andere commissieleden drongen aan op wijzigingen van wetten die bewegingsvrijheid in heel Jeruzalem garanderen, en vroegen om een verhoogde aanwezigheid van politie op de Olijfberg.

De vertegenwoordiger van de politie Micky Rosenfeld zei dat de meeste aanvallen worden uitgevoerd door Arabische jongeren uit de nabijgelegen scholen. Israël heeft er al langere tijd een probleem mee om geweld van Arabische jongeren tegen Joden terug te dringen.

Israël is terughoudend met arresteren en is niet in staat de jongeren zelf adequaat te straffen en heeft geprobeerd zich tot de de ouders te richten, maar de meesten lijken niet bereid om hun kinderen te ontraden om aan dergelijke activiteiten mee te doen.

Ryan Jones.