Nadat de Iraanse minister van Buitenlandse Zaken Mohammad Javad Zarif maandag in de Veiligheidsconferentie in München kennelijk verzoenende opmerkingen over de Joden en de Joodse Staat had gemaakt, haastte zijn ministerie zich om te verduidelijken dat het nog steeds Israël als een gehate vijand ziet.

Toen Zarif naar zijn standpunt werd gevraagd over de Holocaust zei hij, volgens tal van nieuwsberichten, dat ‘de uitroeiing van de Joden door de nazi’s tragisch wreed was en nooit meer mag gebeuren’. De Iraanse leiders hadden eerder de Holocaust volledig ontkend, of betwist dat er zes miljoen Joden waren gedood.

In een apart interview had Zarif naar verluid ook gesuggereerd, dat Iran er geen moeite mee zou hebben banden met Israël aan te knopen, indien er een allesomvattend vredesakkoord tussen de Joodse Staat en de Palestijnen zou worden bereikt.

Het Iraanse persagentschap Fars meldde later dat Zarif ‘de aan hem toegeschreven opmerkingen over Israël categorisch had ontkend, en benadrukte dat de opvatting van de Islamitische Republiek over het zionistische regime niet is veranderd’.

De Iraanse onderminister van Buitenlandse Zaken Hassan Qashqavi vertelde Fars dat hij via de telefoon met Zarif had gesproken, en dat de minister van Buitenlandse Zaken ‘de aan hem toegeschreven opmerkingen volledig had verworpen en had verklaard dat het standpunt van de Islamitische Republiek over het (zionistische) regime is zoals het herhaaldelijk door de diplomaten van het land is bekend gemaakt, en dit standpunt is niet veranderd’.

Persagentschap Fars wees er ook op, dat een hooggeplaatste Iraanse parlementariër onlangs had gewezen op de voortdurende steun van de Islamitische Republiek aan anti-Israëlische terreurorganisaties in de hele regio, met name de Libanese Hezbollah-militie. Zarif zelf, meldde het persbureau, heeft onlangs een ontmoeting gehad met Hezbollahleider Hassan Nasrallah en de Iraanse steun bevestigd.

Ryan Jones.