Het schandaal rond de Hollywood-actrice Scarlett Johansson, die woordvoerster is geworden van de Israëlische fabriek van apparatuur voor frisdranken SodaStream, bereikte een piek vlak voor de Super Bowl van afgelopen zondag, waarin Johansson’s reclame voor SodaStream voor het eerst officieel werd getoond.
Tientallen verslaggevers uit binnen- en buitenland waren naar de belangrijkste fabriek van SodaStreams gekomen, gelegen op de zogenaamde Westbank, de fabriek waardoor het bedrijf zo onder vuur ligt, om te weten te komen waar al die ophef over ging.
Johansson had kritiek gekregen van diverse elementen in de Boycot, Desinvestering en Sancties (BDS) beweging, die met klem beweert elk Israëlisch bedrijf, dat werkt vanuit gebieden die door de Palestijnse Arabieren worden opgeëist, zich per definitie schuldig maakt aan ‘uitbuiting’.
Met andere woorden, het doet er niet toe, dat SodaStream tientallen andere fabrieken heeft in het eigenlijke Israël en wereldwijd, die veel meer produceren dat de fabriek op de Westbank. Alleen al het feit, dat de onderneming actief is in de betwiste gebieden bestempelt deze als onethisch en niets dan minachting waardig.
Duizend Palestinen werkloos?
Het zou voor SodaStream eenvoudig zijn, de fabriek op de Westbank gewoon te sluiten en de problemen achter zich te laten. Maar CEO Daniel Birnbaum heeft meerdere malen verklaard, dat hij om een dwingende reden deze ‘gemakkelijke uitweg’ verwerpt: het zou bijna 1.000 Palestijnen hun baan kosten, en dat is een baan die veel meer betaalt dan ze elders kunnen verdienen.
En dat is precies de reden, dat het schandaal rond SodaStreams in werkelijkheid de BDS-beweging ontmaskert, en laat zien hoe deze eigenlijk de gewone Palestijnen exploiteert ten behoeve van een nationalistische, anti-Israëlische agenda.
Een eenvoudige blik op de cijfers en de persoonlijke getuigenissen van Palestijnse werknemers bewijst, dat SodaStream beslist niet uitbuit, maar de Palestijnen het soort banen en inkomsten verschaft waarvan zij alleen maar van konden dromen in gebieden die onder controle van de Palestijnse Autoriteit staan.
Medewerkers van SodaStream, zowel Arabieren als Joden, verdienen een gemiddeld Israëlisch salaris, dat ongeveer het driedubbele is van het gemiddelde salaris in de Palestijnse Autoriteit.
Birnbaum wil niet, dat zijn Palestijnse werknemers deze voordelen verliezen, ook al zou het voor hem en zijn onderneming gemakkelijker zijn om de fabriek gewoon te sluiten. Aan de andere kant lijkt het de BDS-beweging geen donder te kunnen schelen als zo veel Palestijnen hun lucratieve banen zouden verliezen, zolang het gebied maar wordt gezuiverd van weer een bedrijf met een Joodse eigenaar.
Dan moet je toch jezelf afvragen, welke kant zoekt echt naar het welbevinden van de gewone Palestijnen, en welke gebruikt hen gewoon als pionnen in een groot schandelijk plan?
Ryan Jones.