Egyptische Christenen na bezoek Israël bekritiseerd

Terwijl Joden overal ter wereld Pesach vieren, reizen Egyptische christenen naar het Heilige Land voor hun heilige paasweek (het lijden van Christus).

Voor deze pelgrimsreis reizen Egyptische christenen (orthodoxe, katholieke en evangelische) met duizenden tegelijk met dagelijkse vluchten van Kaïro naar Israël. De Egyptische luchtvaartmaatschappijen hebben het aantal vluchten verhoogd van de normale vier naar twaalf per week. Ondanks dat dit elk jaar gebeurt, wordt er in de Egyptische pers weer allerlei kwaadsprekerij over Israël verspreid.

Zondag suggereerde de Arabische nieuwssite Elaph een list van de Israëlische regering, door bronnen uit de Egyptische reiswereld te citeren die beweren dat Israëlische visa voor een paasreis feitelijk bedoeld waren voor de zoveelste ‘massa-immigratie’ van Koptische christenen naar Israël. Deze angst komt voort uit eerdere emigratiegolven van christenen.

Het is de vraag of de heersende klasse in Egypte bezwaar zou hebben tegen een mogelijke uittocht van Kopten. De kans is groter dat ze deze juist bevorderen, net als bij de evacuatie van Joden uit Egypte ten tijde van Nasser. Intussen biedt dergelijk ‘nieuws’ de gelegenheid om denkbeeldige overtredingen door Joden en de Israëlische regering te bekritiseren en te veroordelen.

Intussen krijgen orthodoxe Kopten te maken met negatieve gevolgen bij hun terugkeer uit Jeruzalem. De kerkelijke hiërarchie ergert zich aan de pelgrimsreizen naar Israël. Ze wijzen er nadrukkelijk op, dat deze christenen handelen in strijd met de in 1978 door wijlen paus Shenouda III gegeven verordening, die reizen naar het Heilige Land verbiedt zolang Jeruzalem nog niet is ‘bevrijd’.

Deze antisemitische verordening, die politiek overeenstemt met de islamitische Arabieren, negeert dat de christelijke leer de geschiedenis van de hedendaagse nieuw-testamentische kerk verbindt met de profetieën en beloftes van de Hebreeuwse tekst. De vorige [Koptische] paus stapte uit zijn eigenlijke geestelijke rol door zich in de politiek te mengen, en verbond verschillende harde religieuze straffen aan het niet-nakomen van deze verordening, die door de huidige paus nog niet is ingetrokken. Deze erfenis van paus Shenouda III komt voort uit zijn welbekende weigering om de toenmalige president Anwar Sadat te vergezellen op diens historische bezoek aan Jeruzalem in 1977.

Terwijl paus Tawadrous II, het huidige hoofd van de Koptisch-Orthodoxe Kerk, de verordening van paus Shenouda nog niet heeft ingetrokken voor de miljoenen in Egypte wonende orthodoxe christenen, hebben Egyptische Kopten van de evangelische en de katholieke richting geen last van dit probleem. Hun leiders achten reizen naar Israël goed voor het normaliseringsproces tussen Egypte en Israël na het vredesverdrag van Camp David in 1977.

Terwijl islamistische groeperingen en regimes overal in het Midden-Oosten christenen afslachten, heeft de Koptische paus nog steeds geen strafverordening uitgevaardigd tegen dergelijke gruwelijke misdaden, terwijl hij daarmee juist heel wat levens had kunnen sparen. Daarentegen worden christelijke vergeving en het beginsel ‘de andere wang toekeren’ toegepast op de ‘vijanden’ van de kerk.

Volgens het besluit van de Heilige Synode van de Egyptische orthodoxe kerk, waar de orthodoxe leiders nog steeds aan vasthouden, is Israël de vijandelijke bezetter van Jeruzalem. Als men er zo over denkt, dan vraag je je toch logischerwijze af waarom men niet ook de Israëlische ‘vijand’ vergeeft, de verordening intrekt en christenen toestaat het Heilige Land te bezoeken in de geest van het toekeren van de andere wang?

Door dr. Ashraf Ramelah, oprichter en directeur van de Egyptische christelijke beweging Voice of the Copts (Stem van de Kopten).