Helpt of hindert de VN Palestijnse ‘vluchtelingen’?

Internationale diplomaten en Joodse juristen uit Israël en de VS hebben maandag bij de Verenigde Naties gedebatteerd over de vraag, of de UN Relief and Works Agency (UNRWA) de zaak van de Palestijnse ‘vluchtelingen’, en het vredesproces, helpt of hindert.

Het debat was georganiseerd door de Internationale Vereniging van Joodse Advocaten en Juristen en de Amerikaanse Vereniging van Joodse Advocaten en Juristen. Beide zijn van mening dat de VN vrede verder buiten bereik heeft gebracht door een ongekende aparte vluchtelingenstatus aan de Palestijnen te verlenen,

De UNRWA werd opgericht in 1949 met het uitdrukkelijke doel, humanitaire hulp te verstrekken aan Arabieren die een jaar eerder werden verdreven door de Israëlisch-Arabische oorlog. Het was en blijft de enige VN- vluchtelingenorganisatie die is opgericht voor een bepaalde groep mensen.

Het oorspronkelijk mandaat van de UNRWA omvatte, net als die van andere vluchtelingenorganisaties, hervestiging van de vluchtelingenbevolking. Maar, en daar wees de Israëlische ambassadeur bij de VN Ron Prosor op in het debat van maandag, die bepaalde clausule werd in 1965 opzettelijk verwijderd uit het UNRWA-mandaat. ‘Ze hebben het probleem bestendigd in plaats van het op te lossen’, zei Prosor.

In feite heeft de UNRWA nog meer gedaan. Het heeft een relatief klein vluchtelingenprobleem veranderd in een wereldwijde crisis door alle regels te breken en de vluchtelingenstatus toe te kennen aan de nakomelingen van de oorspronkelijke vluchtelingen.

Zoals het voormalige Knessetlid Einat Wilf stelde, is er absoluut geen reden waarom een Palestijns kind dat in Gaza woont, vier of vijf generaties na de oorlog van 1948, als vluchteling moet worden beschouwd.

En dat brengt ons bij een andere kwestie. Miljoenen van deze zogenaamde vluchtelingen wonen in door de Palestijnse Autoriteit bestuurde gebieden in Judea, Samaria en Gaza. Hoewel ze misschien niet in precies dezelfde steden wonen als waaruit hun overgrootouders in 1948 afkomstig waren, wonen ze nog steeds in het zelfde land en onder hun eigen autonome regering. Eenvoudig gezegd: ze passen niet in de gebruikelijke internationaal aanvaarde definitie van vluchteling. En toch wordt hen voortdurend de vluchtelingenstatus toegekend en worden ze gebruikt als pionnen in het vredesproces.

In het aangrenzende Jordanië hebben veel Palestijnen het staatsburgerschap gekregen. Ze hebben zich hier weer gevestigd, en toch zijn ze nog vermeld als vluchtelingen.

Prosor zei, dat dit alles een zeer gevaarlijke gedachte voedt: het idee dat een ‘recht op terugkeer’ een van de resultaten van het vredesproces zal zijn, waardoor deze miljoenen zogenaamde ‘vluchtelingen’ het eigenlijke Israël zullen overspoelen.

‘UNRWA voedt valse beloften en veroorzaakt grieven door gevaarlijke mythen’, zei Prosor. ‘We hebben telkens weer gehoord, dat de nederzettingen de belangrijkste hindernis voor vrede zijn. In deze zalen zal niemand toegeven dat de echte hindernis het zogenaamde ‘recht op terugkeer’ is.

De belangrijkste reden, waarom Israël zo terughoudend is om te ver te gaan in de onderhandelingen, is dat de Palestijnse leiders blijven vasthouden aan dit ‘recht op terugkeer’, dat door de VN zelf wordt gesteund.

In de bijeenkomst van maandag stelden sommigen voor, dat Amerika en de Europese grootmachten, die de belangrijkste financiers zijn van UNRWA, gewoon de geldkraan dichtdraaien. Maar Prosor en andere Israëlische afgevaardigden zeiden dat dit niet zou werken.

In goede samenwerking met de Palestijnse Autoriteit en andere Arabische regimes heeft UNRWA een enorme bevolking geschapen, die in geen verhouding staat tot het oorspronkelijke aantal vluchtelingen, en die vandaag de dag afhankelijk is van humanitaire hulp.

Indien UNRWA zou ophouden te bestaan, dan zou Israël verplicht zijn voor deze bevolking te zorgen. En wanneer het dit niet doet, of niet kan, dan zouden de verhongerende ‘vluchtelingen’ een zelfs nog effectiever politiek wapen tegen de Joodse Staat worden.

Prosor en anderen zeiden dat de oplossing voor de UNRWA en de VN is om het Palestijnse vluchtelingenprobleem te gaan behandelen volgens dezelfde regels en normen als alle andere vluchtelingen-situaties in de moderne geschiedenis, met uitzondering van de 800.000 Joodse vluchtelingen uit Arabische landen, voor wie de VN geen verantwoordelijkheid nam en geen hulp bood.

Ryan Jones.