Enkele honderden Palestijnen hebben in Betunia, ten noorden van Jeruzalem, straatgevechten met de politie geleverd. De woedende menigte had eerder deelgenomen aan de begrafenis van twee jonge mannen, die bij rellen op ‘Nakba’-dag waren doodgeschoten door de Israëlische politie.

Rellen in Betunia

De politie gebruikte traangas en rubber kogels om hen te verspreiden, waarbij twee betogers gewond raakten. Palestijnse protesten waren er ook in Tulkarem, Nablus, Qalqilia en Bi’in.

Ook op het Jeruzalemse Tempelplein kwam het tot gewelddadige botsingen. Na het vrijdaggebed vielen een tiental jongeren de op het Tempelplein gestationeerde veiligheidstroepen aan. De politie arresteerde zes gemaskerde relschoppers.

In de omgeving van Ramallah gooiden ongeveer 100 Palestijnen stenen naar Israëlische veiligheidstroepen en staken autobanden in brand. Twee Israëlische journalisten. die over de rellen wilden schrijven, werden aangevallen door een menigte Palestijnen. Aan de verslaggever Avi Issacharoff en een fotograaf, die hem vergezelde, werd gevraagd de plaats van de gevechten te verlaten. Toen de verslaggever weigerde te gaan, werd hij aangevallen door gemaskerde relschoppers. Daarop grepen Palestijnse veiligheidstroepen in en brachten Issacharoff en zijn metgezel in veiligheid.

Bijna elk weekeinde zijn er inmiddels gewelddadige rellen van moslimjongeren tegen de Israëlische politie. Daarbij worden stenen met katapulten weggeschoten, wat levensgevaarlijk is voor de agenten. In de meeste Westerse kranten – die wel uitvoerig schrijven over Joodse jongeren die grafitti spuiten of kwasten – wordt gezwegen over deze rellen.

Tommy Müller.