Messiaanse Joden en Arabische christenen helpen Syrische vluchtelingen

Een team van Israëlische Messiaanse Joden en Arabische christenen heeft in Jordanië meegeholpen bij de Syrische oorlogsvluchtelingen. De groep bezocht onlangs een kerk, waar 219 vluchtelingengezinnen (ruim 700 mensen) hun toevlucht hadden gezocht na hun vlucht voor ISIS en andere islamitische groeperingen.

‘Deze mensen zijn alles kwijt’, zegt een lid van de Israëlische groep, waarvan de namen niet genoemd mogen worden. ‘Ze zagen zelfs familieleden vermoord of ontvoerd worden.’

Het Arabische en Joodse team werken samen met lokale christenen die doen wat ze kunnen om te zorgen voor de behoeften van de massa’s kinderen die zijn geruïneerd door de oorlog. Het team bracht een grote gift mee van de christenen in Israël, Joden en Arabieren, die op een praktische manier een handreiking wilden doen aan de Syriërs.

‘We brachten melk voor kinderen, luiers, jassen, warme kleding, speelgoed en snoep; we kochten kachels en dekens, kleine fornuizen en pannen. Wat een genot om de gezichten van de kleintjes te zien, die op blote voeten rondliepen en alles hadden verloren, en nieuwe sandalen kregen,’ vertelt een teamlid.

Naast hulp bij praktische humanitaire behoeften, ondersteunen ze ook het onderwijs aan de grote aantallen ontheemde kinderen, waaronder onderwijs uit de Bijbel. ‘We willen de pijn niet aan onze kinderen doorgeven,’ zei een lokale Arabische christen die met de vluchtelingen werkt.

Veel van de vluchtelingen, die het team heeft geholpen, zijn opgeleide mensen met goede banen die alles hebben verloren. Ze vertelden ons over Mohammed (niet zijn echte naam), een succesvol zakenman, die oorspronkelijk van de Syrische kant van de Golanhoogvlakte kwam. Zijn verhaal is representatief voor duizenden Syrische vluchtelingen

‘Als gevolg van de oorlog moest hij in de afgelopen drie jaar meerdere keren verhuizen, maar uiteindelijk moest hij met zijn gezin rennen voor zijn leven naar Jordanië. Tijdens een begrafenis van een van de jonge mannen uit zijn dorp met 3000 mensen, raakte een raket de menigte en Mohammed lag daar tussen de dode lichamen van 403 mensen, waarvan 15 leden van zijn uitgebreide familie.

‘Mohammed, zijn vier dochters en drie zonen, een schoondochter en enkele kleinzonen liepen vervolgens door de koude woestijn en staken over naar Jordanië, terwijl de dood hen allen bedreigde. [Tijdens de reis], werden enkelen van hen werden gedood door wilde dieren. Een zwangere vrouw moest bevallen in de ijskoude woestijn. Ze verbrandden hun jassen om een vuur te maken om de pasgeboren baby warm te houden. De situatie leek hopeloos.

Wanhopig liet Mohammed zijn familie alleen in de donkere, koude woestijn en liep vijf uur, totdat hij een grenspost van het Jordaanse leger bereikte, die hielp zijn familie het land binnen te brengen. Een maand later bezochten we de familie en brachten hen jassen om de verbrande exemplaren te vervangen. We deelden het Evangelie met hen en baden voor de familie.

Het team bezocht ook een kerk die vol zat met vluchtelingen, en schrijft er over:
‘Ze sliepen in de kerkbanken, de kantoren en op elke beschikbare plaats. De kerk heeft een trouwzaal voor de mensen gehuurd om in te wonen. Wat een toegewijde mensen, die begrijpen dat wat er gebeurt eerder een kans is dan een vloek! We konden een medisch team, dat rondreist en voor vluchtelingen in verschillende plaatsen zorgt, helpen met medicijnen.’

Op een gegeven moment werden enkele vluchtelingen boos toen een teamlid, een Messiaanse Jood, begon ze te spreken. ‘Maar toen zag ik dat veel mensen aangeraakt werden en huilden,’ zei de Messiaanse gelovige. ‘Veel van de mensen kwamen en zeiden: ‘Toen u voor het eerst ging vertellen, wilden we u vermoorden, maar nu weten we dat Jezus echt is en we willen Hem aanvaarden als onze Heer.’

‘Ik heb nog nooit een kerk vol met moslima’s gehuld in een hijab gezien,’ zei de Israëlische teamleider. ‘We konden de vreugde zien in de ogen van de bange kinderen toen we hen Bijbelverhalen vertelden. We zagen de honger naar de waarheid toen mensen begonnen aan de islam te twijfelen.’

David Lazarus.