Nabij een station in Tel Aviv werd vandaag een Israëlische soldaat met een mes aangevallen door een Arabische jongeman en ernstig gewond. De dader heeft meerdere malen ingestoken op het slachtoffer, die probeerde de aanvaller af te weren.
Die probeerde het wapen van de soldaat af te nemen, maar hij werd tegengehouden door burgers die in de nabijheid waren. Hij vluchtte vervolgens in een flatgebouw, waar men hem snel vond dankzij de hulp van de bewoners en hij kon worden gearresteerd. De aanvaller werd geïdentificeerd als Nur al-Din Abu Hashiya (18) uit de bijbelse stad Sichem (vandaag Nablus). Hij was illegaal in Israël.
Een ooggetuige vertelde: ‘Ik reed langs de bushalte voor het Hagana station en zag een grote man in een rode trui die op een soldaat instak. Ik stopte mijn auto en begon achter hem aan te rennen, terwijl ik schreeuwde: terrorist, terrorist.’
Korte tijd later had een tweede aanval met een mes plaats bij de ingang van de nederzetting Alon Shvut, ten zuidwesten van Jeruzalem, nabij Kfar Etzion. Een Palestijn stak drie Israëli’s neer, en volgens de eerste berichten in de media is daarbij een 14-jarig meisje gedood.
Deze incidenten zij er slechts enkele in de reeks van dagelijkse aanvallen op Joden in Israël, die vaak fataal eindigen omdat ze absoluut onverwacht gebeuren. Men kan niet alle Arabieren in het land controleren, ze zijn deel van de bevolking.
In de Knesset ontbrandde een verhitte discussie over hoe je moet omgaan met dit incident. De meeste parlementsleden zjn het erover eens, dat de Palestijnse leiders met hun agitatie tegen de Joden de schuld hebben van deze aanval. Maar naast iemand de schuld geven is er niets besloten of geïnitieerd, dat de Joodse bevolking beschermt tegen de volgende aanval.
NAI.