In de internationale media klonk felle kritiek over Joden die naar de Jeruzalemse wijk Silwan verhuisden, nabij de Oude Stad, een wijk die ‘Arabisch’ wordt genoemd.
Elke keer als een Joods gezin verhuist naar wat historisch gezien de Stad van David was, wordt het voorgesteld als een provocerende daad door de zogenaamde ‘kolonisten’.
De media springen snel bovenop verhalen over rellen, gooien met stenen en ander geweld in Silwan, maar in werkelijkheid is er een rustige en goed functionerende co-existentie tussen Joden en Arabieren in de wijk.
Dat Joodse en Arabische kinderen rustig op straat spelen haalt nooit het avondnieuws, ook een Arabische uitnodiging voor een bruiloft, opgehangen op de koelkastdeur van verscheidene Joodse gezinnen, is geen nieuws. Maar ook wanneer de ogen van de wereld het niet zien werken de Joodse en Arabische inwoners van de wijk vaak samen.
De Joodse inwoners spreken er openlijk over. De Arabieren moeten echter voorzichtiger zijn, vaak spreken ze alleen maar anoniem.
‘Op een dag,’ vertelde een Arabische man genaamd Bassem ons, ‘klopten mannen op mijn deur en vertelden me dat het vanaf dat moment verboden was om voor Joden te werken. De volgende ochtend waren de banden van mijn auto doorgesneden. Ik vatte de boodschap. Het duurde niet lang voordat alle 70 lokale Arabieren, die bij de Joodse [archeologische] opgraving werkten, hun baan opzegden’.
Hoewel Bassem de partijlijn volgt als het gaat om het bekritiseren van Israël, heeft hij niets tegen de Joodse ‘kolonisten’ die zijn buren zijn.
‘Ik wilde wel dat al mijn buren net als zij [de Joden] zouden zijn,’ zei Bassem. ‘Maar als je mijn foto plaatst, of mijn naam vermeldt, dan kunt u er zeker van zijn dat mijn vrouw weduwe wordt en mijn kinderen wezen! Ik weet waar ik het over heb. Sommige Palestijnen zijn al gedood, alleen maar omdat ze ervan werden verdacht, dat ze voor de Joden hebben gewerkt.’
Een andere Arabische inwoner, die vroeg dat we hem niet eens een pseudoniem geven uit angst voor wraak, vertelde: ‘Ik heb meerdere malen zwangere Joodse vrouwen naar het ziekenhuis gereden op Shabbat [een dag waarop religieuze Joden niet rijden]. En Joden hebben me geholpen om sociale bijstand aan te vragen. Helaas, we hebben ook mensen van Hamas en de Islamitische Jihad onder ons, die het niet kunnen verdragen als we in vrede samenleven met de Joden.’
Rabbi Doli Bassok, die lid is van de commissie die nieuwe Joodse gezinnen naar Silwan verhuist, sprak ook van een stilzwijgende co-existentie. ‘We vertrouwen de Arabieren niet altijd, maar we respecteren hen wel,’ zei hij. ‘Niemand van ons heeft een hekel aan de Arabieren.’
Momenteel wonen ongeveer 90 Joodse gezinnen met in totaal iets meer dan 600 personen in Silwan tussen bijna 40.000 Arabieren. Hun aanwezigheid wordt gezien als een bolwerk tegen pogingen om Jeruzalem opnieuw te verdelen.
Aviel Schneider.