Critici van de Bijbelse tekst beweren graag dat de bijbelgedeelten weinig meer dan folklore en mythe bevatten. Nieuwe archeologische vondsten hebben opnieuw bewijs geleverd, dat bijbelse figuren zoals koning David echt hebben bestaan en heersten over een groot deel van het oude Nabije Oosten
Toonaangevende tijdschriften schreven onlangs over de ontdekking van acht belangrijke locaties in Turkije en het noorden van Syrië, die het bestaan van een grote Filistijns koninkrijk onder de regering van Tai(ta) van Hamath onthulden.
Prof. Gershon Galil van de Universiteit van Haifa zegt dat dit duidelijk dezelfde regionale heerser is als de ‘Toï, de koning van Hamath’ waarnaar wordt verwezen in 2 Samuël 8:9-10, dat vermeldt dat toen deze koning ‘hoorde, dat David het hele leger van Hadadezer had verslagen, hij zijn zoon Joram naar koning David stuurde, om hem te begroeten en hem feliciteren met het verslaan van Hadadezer in de strijd – want Hadadezer was in oorlog geweest met Toï’.
Volgens prof Galil: ‘We weten nu zeker dat Toi van Hamath bestond, en dat hij inderdaad een historische figuur was. De Bijbelse tekst in het boek Samuel is dan goed ondersteund door de historische werkelijkheid van de 10e eeuw voor Christus.’
Deze ontdekkingen hebben ook geholpen om meer oudere Egyptische vondsten te verduidelijken, volgens welke het Ramses III opschepte dat hij Filistijnse steden in het noorden van Syrië had veroverd. Voordien hadden archeologen geloofd dat de farao overdreef.
De vondsten in Syrië en Turkije vallen samen met de recente ontdekking van een stele, of stenen plaat, van een latere Aramese koning Hazaël, die meldde dat hij 70 rivaliserende koningen had gedood tijdens zijn veroveringen. Onder zijn opgesomde slachtoffers zijn koningen uit het ‘Huis van David.’
Dit nieuwe bewijs steunt het Bijbelse verslag, niet alleen dat koning David heeft bestaan, maar ook het feit dat hij veel meer was dan een stamhoofd van een heuvel gedurende korte tijd.
Israel Today staf.