Waarom is de pers kritischer op Israël dan op Hamas?

Om de twee jaar wordt het zwijgen doorbroken. Opnieuw krijgt de Israëlische NGO Shovrim Shtika (Verbreek het zwijgen, vooral bekend onder de naam Breaking the Silence) veel aandacht in de buitenlandse media na de publicatie van hun laatste rapport. Zestig Israëlische soldaten die in de laatste Gaza-oorlog vochten, hebben hun zwijgen verbroken en vertellen wat er in hun ogen in de oorlog is gebeurd. Maar er klinkt ook veel kritiek op deze vanuit het buitenland gefinancierde NGO en de selectiviteit van de pers.

De getuigenissen van de soldaten zijn bijna allemaal anoniem. Jonge dienstplichtigen, officieren en reservisten uit verschillende eenheden leggen getuigenissen af, die niet in overeenstemming zijn met het officiële standpunt van het Israëlische leger of de stemming van het volk. ‘We zijn geen moreel leger zoals Israëlische politici graag pretenderen,’ zegt Yehoeda Sha’ul, die de organisatie na zijn eigen militaire dienst in 2004 oprichtte. ‘In werkelijkheid zijn we als leger er ver van verwijderd, alles te doet om burgerslachtoffers te vermijden.’

Zowel het Israëlische leger als de regering verwerpen de kritiek tegen hun soldaten, omdat Shovrim Shtika bijna uitsluitend wordt gefinancierd door buitenlandse regeringen, kerken en bewegingen. Dat zijn voor een deel pro-Palestijnse bewegingen en christelijke hulporganisaties die een fundamenteel probleem hebben met het beleid van Israël. Daarbij zijn bewegingen zoals Christian Aid, Dan Church Aid (DCA), Trócaire, Ford Foundation, Misereor, Moria Fonds, The Spurkplug Foundation en SIVMO.

De controversiële methoden van anonieme getuigenissen van soldaten, die in het rapport verschijnen, leiden volgens de Israëlische legerwoordvoerder tot fouten bij het onderzoek van de voorgelegde incidenten.

In de buitenlandse media werd het rapport tot dusver snel en royaal tegen Israël geëxploiteerd. Er bestaat niets beters tegen Israël dat interne zelfkritiek zoals deze van Breaking the Silence. In de Israëlische media, vooral op de televisie, is er de afgelopen week meerdere malen over gediscussieerd.
Aan de ene kant is het goed dat een beweging zoals Shovrim Shtika bestaat in Israël, en dat daarmee de aandacht wordt gevestigd op zaken die fout kunnen zijn, en die tevens de buitenwereld laat zien wat het betekent om een ​​democratie in het Midden-Oosten te zijn, zo werd gezegd..

Aan de andere kant werd ook benadrukt, dat de bruutheid van het radicale Hamas-regime en de ondergrondse terreurtunnels de Israëlische soldaten vaak geen andere keuze liet dan te handelen zoals zij hebben gehandeld. ‘Hamas is een verschrikkelijke vijand, die in de afgelopen jaren nog verschrikkelijker is geworden, en daartegen moeten onze soldaten zich verdedigen’ vertelde de gewaardeerde presentator Motti Kirschenbaum aan Channel 10 News. ‘Dat er misschien fouten binnensluipen kan gebeuren, maar het is niet de strategie van het Israëlische leger om naar willekeur op Palestijnse burgers te schieten.’
Anderen zijn zelfs van mening dat het rapport Israël ook een dienst heeft bewezen, doordat het tussen de regels door laat zien hoe voorzichtig het leger is omgegaan met de Palestijnse burgerbevolking.

In dergelijke gevallen, waarin Israël direct kan worden geschaad, verbreken de buitenlandse media snel hun stilzwijgen. Maar niet wanneer de VN – voor het eerst – zoals vorige week vaststelt dat in de recente Gaza-oorlog Hamas VN-faciliteiten heeft misbruikt als wapenarsenaal.
Uit het ruim 200 pagina’s dikke rapport vermeldden de buitenlandse media bijna alleen, dat de VN Israël verantwoordelijk stelde voor aanvallen op VN-faciliteiten in de Gazastrook.
Het feit dat Hamas VN-faciliteiten heeft gebruikt als wapenarsenaal en vanuit twee gebouwen van de VN-hulporganisatie zelfs op Israël heeft geschoten, wat onaanvaardbaar is, zoals VN secretaris-generaal Ban Ki-moon in een brief aan de VN-Veiligheidsraad verklaarde, werd in de buitenlandse media niet of nauwelijks vermeld.