De zoektocht naar de Hasmonese stad Modi’in duurt al tientallen jaren, en er zijn veel interessante vondsten ontdekt, waaronder een Byzantijnse nederzetting, een klooster uit de Byzantijnse tijd, en nu zilveren munten.
Gebleken is, dat sommige ruïnes uit de Byzantijnse periode gebouwd zijn op de ruïnes van een eerdere nederzetting. Tijdens het uitgraven van die ruïnes door de Israel Antiquities Authority werd een schat van munten uit de tweede eeuw v.C. ontdekt.
De schat was verborgen in een rotsspleet, tegen een muur van een indrukwekkend landbouwbedrijf dat eerder was ontdekt en dateert uit de Hasmonese periode (128 v.C.)
‘Deze zeldzame voorraad van zilveren munten uit de Hasmonese periode bestaat uit shekels en halve shekels (tetradrachmes en didrachmes). Ze werden geslagen in de stad Tyrus en zijn voorzien van de beeltenis van koning Antiochus VII en zijn broer Demetrius II.
De voorraad die we hebben gevonden, bewijst overtuigend dat één van de leden van de landbouwnederzetting, die zijn inkomen van maanden had opgespaard, het huis om een onbekende reden moest verlaten. Hij begroef zijn geld in de hoop terug te komen en het op te halen, maar was blijkbaar ongelukkig en keerde nooit meer terug. Het is spannend om te bedenken, dat de muntenschat hier 2140 jaar heeft gewacht, totdat we hem opgroeven’.
Dr. Donald Tzvi Ariel, het hoofd van de munten-afdeling van de Israel Antiquities Authority, voegt toe: ‘De voorraad die bestaat uit 16 munten, bevat één of twee munten uit elk jaar tussen 135 en 126 BCE, in totaal zijn negen opeenvolgende jaren vertegenwoordigd. Het lijkt wel wat op het verzamelen van munten, en het is mogelijk, dat de persoon die de munten begroef een verzamelaar was. Op precies dezelfde manier als postzegel- en muntenverzamelaars vandaag hun collecties beheren.’
Bij de opgravingen werden ook talloze bronzen munten gevonden, geslagen door de Hasmonese koningen. Zij dragen de namen van de koningen, zoals Yehochanan, Judah, Jonathan of Mattatias, en zijn titel, Hogepriester en Hoofd van de Joodse Raad.
De vondsten geven aan dat de landbouwnederzetting in de hele vroege Romeinse periode bleef functioneren. De Joodse inwoners van de nederzetting handelden zorgvuldig naar de wetten van rituele reinheid en zuiverheid. Ze bouwden rituele baden (miqwot) in hun nederzetting en gebruikten vaten gemaakt van kalksteen, dat volgens de Joodse wet niet ritueel onrein kan worden.
De unieke vondsten die in deze opgraving aan het licht kwamen, zullen worden bewaard in een archeologisch park in het hart van een nieuwe wijk die in Modi’in-Maccabim-Re’oet gebouwd zal worden.