Partijleider Ayman Odeh vertelde aan de Israëlische media dat, hoewel er een aantal aspecten van Peres’ carrière waren die hij waardeerde, vooral in de beginjaren van het ‘Oslo’ vredesproces, de Israëlische oude staatsman over het geheel genomen ’tragedie’ voor zijn volk symboliseerde.
‘Shimon Peres was een beschermheer van de verovering, die verantwoordelijk was voor de bouw van de eerste nucleaire kernreactor in het Midden-Oosten (Dimona, Israël),’ zei hij in de officiële verklaring van de 13 Arabische Knesset-leden.
Ook weigerde de Arabische partij een officieel bericht van rouw over de dood van Peres te publiceren, wat veel andere Arabische bewegingen in het land wel deden. De partijleider, Ayman Udah, schreef op zijn Twitter-account, dat Peres een goede vriend van de Israëlische premier Benjamin Netanyahu was geweest. Dat alleen is voldoende reden om Peres niet op zijn laatste reis te vergezellen.
Deze houding ten opzichte van Israëls grootste voorvechter voor vrede laat zien hoe extreem anti-Israëlisch de Arabische leden van de Verenigde Arabische Lijst zijn. Als Shimon Peres zelfs voor de Arabische Knessetleden niet links genoeg was, wie is dat dan wel in de ogen van de Arabische leden van het Israëlische parlement? Als de linkse Peres voor de Arabische Knessetleden veel te rechts is,dan bewijzen ze daar vooral mee, dat geen enkele Israëli enige kans heeft aan hen te voldoen.
Isa’ac Herzog, de leider van de Arbeidspartij en van de oppositie, toonde zich zeer teleurgesteld over de Arabische politici, omdat Peres meer dan de meeste Israëli’s naar vreedzame verzoening met de Arabieren had gestreefd, zowel in eigen land als in de regio.
‘Ik ben zeer teleurgesteld in hen, het laat zien dat daar iets ergs is gebeurd,’ zei Herzog voor Channel 10 News. ‘Het is onmogelijk dat als sommige mensen op Facebook over zijn intellectuele integriteit schrijven, zij niet ook de plicht hebben om iets te zeggen over Peres’ diepgaande samenwerking met de Arabische bevolkingsgroep in Israël of over zijn inspanningen, niet alleen voor vrede, maar ook voor gelijkheid.’