Joden in het Wilde Westen

In het begin van de 19e eeuw was het Wilde Westen van Amerika ook een nieuw thuisland voor veel Joden. Er moeten destijds ruim 230.000 hebben gewoond. Zij werden tot de moedigste pioniers gerekend, en hebben grote invloed gehad op de ontwikkeling van Amerika.

Een van de meest gedetailleerde verslagen over het Joodse leven in het Wilde Westen is geschreven door de New Yorkse Jodin Flora Spiegelberg. Zij trouwde met Willie Spiegelberg, die vanuit Duitsland naar Amerika was geëmigreerd. Op haar huwelijksreis naar New Mexico hield Flora een dagboek bij. De trein reed in die tijd maar tot Las Animas, vanwaar de Spiegelbergs verder reisden per koets. Flora schreef: ‘Toen we aankwamen bij het hotel in Las Animas, waren er juist zo’n tweehonderd cowboys gearriveerd, die van de graasgebieden van hun vee terugkeerden naar de bewoonde wereld. Ze waren allemaal tot de tanden toe bewapend. Toen zij mij zagen, stonden zij allemaal voor mij op, alsof zij daartoe bevel hadden gekregen. Zij riepen me vrolijk toe: “Hello lady, nice to see you!” Ik was de eerste vrouw die ze zagen, na maanden weg te zijn geweest.’ Flora en Willie Spiegelberg vestigden zich in Santa Fe, waar Flora voor de acht Joodse kinderen die daar woonden een school oprichtte. Willie werd in 1884 burgemeester van de plaats.

Joden kwamen ook in contact met indianen. In 1867 werd de zakenman Julius Meyer tijdens de jacht op buffels ontvoerd door Sioux. Hij woonde meerdere jaren bij deze stam en leerde verschillende Indiaanse dialecten. De naam die hij van de indianen kreeg was ‘Witte hoofdman met krullen en één tong’, waarbij de term ‘één tong’ verwees naar zijn eerlijkheid. Meyer werd later tolk bij het Amerikaanse Congres voor de oorspronkelijke inwoners van de Nieuwe Wereld.

Veel Joodse handelaren gingen zakelijke betrekkingen aan met indianen en leerden hun talen. Mozes Baruch is daar een voorbeeld van. Hij deed zaken met de Umatila-indianen en leerde hun taal. Later werd hij vertaler en raadgever. In Los Angeles sloot Wolf Kalischer vriendschap van de Temecula-indianen.

Salomon Bibo ging nog een stap verder. Hij werd geboren in een traditioneel Joodse familie in Duitsland. In 1869 trok hij met zijn broers naar de Nieuwe Wereld en vestigde zich in Santa Fe. Daar ging hij handel drijven met de Acomastam. Door zijn contacten ontwikkelde hij zo’n bijzondere vriendschap, dat hij bij geschillen over grondgebied besloot om de Acoma-stam te vertegenwoordigen bij de Amerikaanse regering. Hij trouwde met een Acoma-vrouw en werd in 1885 gekozen tot opperhoofd. Onder zijn leiding voerde de stam meerdere hervormingen door. Hij motiveerde de indianen om het land te gaan bewerken en onderwees hen moderne agrarische methodes. Ook richtte hij een school op.