Israël 1997 voorjaar

Voorjaarsvakantie van 23 maart t/m 6 april.

 

Zondag 23 maart 1997.

Opgestaan om kwart over zeven en op ons gemak gegeten. Om tien voor half negen vertrokken naar Schiphol. Ingrid en Edwin hebben ons weggebracht. Jorrit is gisteravond al naar oma gegaan. Om half tien waren we bij de balie en werd ons van alles over de koffers gevraagd. De koffers afgegeven en het gewicht samen was 40,9 kg. Daarna nog even gewinkeld.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Om kwart over tien moesten we aan boord, maar wij kwamen om half elf en moesten nog in de rij staan. Er werd ons gevraagd of we batterijen of elektrische apparaten bij ons hadden en moesten de handbagage afgeven. Dat werd door het röntgenapparaat gehaald en wij werden ook gefouilleerd.

Om tien voor elf zaten we in het vliegtuig en om half twaalf gingen we de lucht in. Er waren tv. schermen waarop te zien was wat de veiligheidsmaatregelen waren. Boven Nederland was er al gauw niets meer te zien. Boven de wolken heerlijk in de zon, maar ijs op de ramen. Bij Frankfurt al op 11 km hoogte. De piloot vertelde ons dat we over München, Graz, Belgrad, Rodos, Thessaloniki naar Tel-Aviv zouden gaan. Om half één gegeten: pasta, kip, broccoli en een stukje appeltaart toe. Ook een kuipje Spa blauw erbij. Tijdens het eten een prachtig uitzicht over de witte Alpen. Daarna kwamen ze nog rond met vruchtensap. Om twee uur waren we boven Griekenland. Ook werd er nog koffie geserveerd. Als afsluiting een snoepje toe.

Vliegveld Ben Goerion Tel Aviv. 

Om half zes (wij dachten half vijf) geland op vliegveld Ben Goerion bij Tel-Aviv, waar we met bussen naar het vluchthaven gebouw werden gebracht, waar onze koffers al waren. In het gebouw was al een kantoortje van AVIS, vanwaar men ons naar een kantoor in de stad bracht, waar de auto voor ons klaar stond. Het was een Fiat Uno met Airco.

 

Deze Fiat Uno moet ons Israël laten zien.

 

 

 

De airco hebben we vandaag niet nodig want toen we wegreden regende het en het was niet echt warm. Op dat kantoor kwamen we er achter dat de tijd met Nederland twee uur later was, omdat Israël de zomertijd al had ingevoerd. Zodoende moeten we ons horloge nu twee uur naar vooruit zetten en straks als we naar huis gaan maar een uur terug. Het werd al donker toen we wegreden via Tel-Aviv naar Shefayim.

 

 

 

 

Shefayim.

Onze kamer bij de cactus in Shefayim.

Het was donker toen we aankwamen, maar we vonden het in één keer. We meldden ons om zeven uur plaatselijke tijd bij de receptie en zijn eerst aan tafel gegaan, want tot acht uur was het diner. Het was zelfbuffet en heel gevarieerd. Veel groentesoorten. Koffie en thee na. Daarna onze koffers naar de kamer gebracht en nog wat over het kibboetsterrein gelopen. De kibboets ligt aan de Middellandse Zee. Er is een groot buitengebeuren op zwemgebied, Nog een glaasje wijn gedronken in het café en om kwart over tien lagen we in bed, want morgen moeten we tussen zeven en negen uur aan tafel zijn. (Vijf en zeven uur Nederlandse tijd, dus dat is even wennen. )

Maandag 24 maart 1997.

Opgestaan om acht uur en het was miezerig buiten. Er was na het ontbijtbuffet (wat weer zeer gevarieerd was) een kibboetstoer.

 

                                        Ontbijt in Shefayim.

 

 

 

We werden om tien uur rondgeleid over de kibboets en daar werd ons van alles verteld over het reilen en zeilen op een kibboets. Hier werd veel aan landbouw gedaan. Ook een plastic fabriek en toerisme zorgen voor inkomsten. De kibboets werd ook gebruikt om mensen uit andere landen op te leiden voor de agrarische sector, gesubsidieerd door de Verenigde Naties. We werden aan de rand van de kibboets in een busje geladen en teruggebracht naar de receptie. Daar kon je blijven zitten om naar de diamantslijperij in Netanya te gaan, of uitstappen. Wij zijn uitgestapt, want we zijn daar 16 jaar geleden al geweest. We hebben de auto gepakt en zijn naar Jaffa gereden.

De lunch in Jaffa.

 

 

Jaffa.

 

 

 

 

 

Vlooienmarkt Jaffa.

Daar hebben we rondgeslenterd in het oude gedeelte bij de haven. Ook kwamen we langs het huis van Simon de leerlooier.

Huis van Simon de leerlooier.

 

 

 

 

 

Jaffa.

Daar is Paulus opgevangen, toen hij bekeerd is. Hij was toen onderweg van Jeruzalem naar Damascus. Bij de pier is ook de vissershaven van Jaffa. Overal hangen netten te drogen. Op de terugweg kwamen we ook langs de ambassade van het Vaticaan. Op het plein stonden nog de kanonnen van Napoleon. Daarna zijn we naar de Vlooienmarkt gelopen, waar echt een Oosterse sfeer heerste. Alle oude troep kun je daar vinden. Leuk om gezien te hebben. Inmiddels was het lekker weer geworden. Om twee uur in de auto gestapt en naar Tel-Aviv gereden.

Tel Aviv Dizengoffstraat.

 

 

 

 

In winkelcentrum Dizengoff Tel Aviv.

 

De auto geparkeerd vlakbij het Dizengoff  winkelcentrum. Daar zijn vorig jaar twintig mensen bij een aanslag op een bus om het leven gekomen. Op die plaats is nu een klein gedenkteken geplaatst, waar veel bloemen worden neergelegd. Het winkelcentrum was ook de moeite waard om te bezoeken. Van buitenaf is het bijna niet te zien dat er zo’n groot overdekt winkelgebeuren is, wat uit drie lagen bestaat. Voordat we naar binnen gingen werden we gecontroleerd door militairen. Overal lopen veel militairen ook is er veel politie op straat. Toen de auto weer gepakt en naar het huis gereden waar vijftig jaar geleden de onafhankelijkheidsverklaring is getekend. Dit huis ligt in de Rothschildstraat.

Maar toen we er om half vijf kwamen was het al twee en een half uur gesloten. Dat was jammer. Nog even rondgewandeld en om vijf uur naar Shefayim gereden, waar we om kwart voor zes waren. Toen snel mijn dagboek bijgewerkt. Om zeven uur gaan eten en dat was heerlijk. Weer veel soorten groenten, kipfilet, kippenpootjes, vis, gebakken aardappels, olijven, e.d. Fruit en koffie toe. De vogels vliegen hier door de eetzaal. Na het eten nog even over de kibboets gewandeld en toen kwamen we langs de bruiloftszaal, waar op dat moment een feest werd voorbereid. Wij stonden buiten te kijken hoe de tafels waren gedekt met vruchtensap op iedere tafel en aan de buitenrand tafels die vol stonden met overdadige schalen eten. Echt feestelijk. Er kwam nog een meisje naar buiten om uit te leggen dat dit was gereserveerd voor een Computerbedrijf. Het was een Purimfeest in Braziliaanse stijl. Toen zijn we teruggelopen naar de receptie, waar tegenover een café was en hebben we nog een wijntje genomen. Ook nog een praatje gemaakt met een meisje uit Lelystad die hier voor een jaar gaat werken. Ze is hier bijna twee maanden en het bevalt haar goed. Om kwart voor elf naar bed.

Dinsdag 25 maart 1997.

Opgestaan met bewolkt weer, maar na het ontbijt begon de zon te schijnen en die heeft ons de hele dag niet meer in de steek gelaten. Voor we vertrokken eerst de kibboets Ein Gev aan het meer van Tiberias besproken. Dat ging lastig, want de lijn was slecht en de dame die daar zat sprak niet perfect Engels, dus moest ik iedere keer herhalen. Maar de reservering is gemaakt. Bij de receptie hebben we maar gevraagd of ze voor ons gelijk Mitzpeh Rachel in Jeruzalem en Ramon Inn in de Negev wilden bespreken. Dat ging ook niet zo vlot, dus we waren blij dat zij dat voor ons deden. Om kwart over tien vertrokken uit Shefayim richting de Karmel. Bij afslag Beit Oren van de snelweg af de Karmel op.

Bij de kibboets waar Jannie het eerste jaar in Israël heeft doorgebracht even gestopt en van het uitzicht genoten. Daarna gaan zoeken naar de plaats waar EIia geofferd heeft. (Het verhaal met de Baälpriesters) Het moest hier ergens zijn, maar we konden het niet vinden.

Haifa.

Toen maar doorgereden naar Haifa. Daar zou de plek zijn waar EIia in een grot gewoond heeft. Door de Stad Haifa gecrost, maar ook dat moesten we na veel vragen en zoeken opgeven. De mensen hier weten het ook niet. Dat komt ook omdat de meesten hier nog niet zo lang wonen. Toen op weg gegaan naar Jannie. Eerst bij Burger King in Akko wat gegeten. Inmiddels was het kwart voor twee. Nu verder naar Jannie. Daar waren we net voor half drie en moesten we even zoeken op de Moshave. Een mevrouw uit het bejaardenhuis, die Duits sprak heeft mij het huis van Jannie gewezen. We zijn met warm appelgebak onthaald en hadden gelijk de praat. Eerst foto’s uit Holland bekeken en Jaron zijn blonde haren bewonderd, die hij geverfd had voor het Purimfeest. Ook Jiffat kwam nog even binnenlopen.

 

 

 

 

Shavei Zion.

 

 

 

Plastic fabriek Shavei Zion.

 

Daarna de Moshave over gelopen en naar het hotel gegaan waar Jannie op de boekhouding werkt. We zijn nog even naar haar werkplek geweest, want ze had een lijst met prijzen van hun hotel Dat zou voor de volgende keer een oplossing kunnen zijn, want ze was wel teleurgesteld dat we maar een middagje kwamen. Ook zou er een mogelijkheid zijn om bij een buurvrouw van haar te slapen, want die woont alleen en heeft een aparte ingang. Daar slaapt Tineke ook als ze in Israël is. Dat knopen we in onze oren. Nog even langs de Middellandse Zee gewandeld en de nieuwe feesttent bewonderd. Daarin worden alle evenementen van de Moshave gehouden.

Ook is er buiten een mooi groot veld. Daar kunnen ook feesten worden gehouden. Jannie vertelde dat Joav op 9 juli gaat trouwen en dat gebeurt op deze plaats, want hij wil buiten trouwen. Leuk als je later hoort dat hij getrouwd is en je weet waar. Toen nog in een plasticfabriek rondgekeken die op het terrein van de Moshave staat.

 

 

 

 

Frans met Jannie en Jair.

 

Onderweg nog gesproken met een man uit Nederland, die nu ook hier woont. Als afscheid nog koffie (met appelgebak) gedronken en om tien over half zeven vertrokken naar Ein Gev, maar niet nadat we beloofd hadden de volgende keer langer te blijven en bij hen te logeren, want Jannie wilde dan ook gezellig ’s avonds een spelletje met ons doen. Ook kon Jair dan gezellig met Frans bomen over zijn land. Jannie heeft nog gebeld naar Ein Gev dat we een uur later zouden komen, maar achteraf was dat niet zo slim, want het werd al snel donker en i.p.v. boven langs het meer gingen we onder het meer langs.

Enige keren vragen en om vijf over acht waren we op Holiday-Village Ein Gev. Eerst maar gegeten en daarna de koffers in ons huisje gebracht. We hebben hier een adembenemend uitzicht over het meer. Zelfs als het donker is, want we kijken zo naar de overkant en daar ligt Tiberias. Daarna nog even naar oma van Schajik gebeld, maar onze telefoonkaart was leeg, dus dat was van korte duur. Nog een glaasje wijn gedronken in de koffiekamer naast de receptie en daarna naar bed.

Woensdag 26 maart 1997.

 

 

 

 

 

Ons huisje in Ein Gev.

Opgestaan met prachtig weer. Wat een uitzicht over het meer zo vanuit je bed. Om negen uur gaan ontbijten. Weer heerlijk uitgebreid. We hebben er onze tijd over gedaan. Daarna in de auto gestapt en richting Golanhoogte gereden. Via weg nr. 789 langs de Syrische grens gereden en bij Majdal Shams, een Syrisch droezendorp, waar we middendoor gereden zijn omdat we de weg kwijt waren, naar de berg Hermon. Nog een Israëlische soldaat meegenomen naar boven, want die was daar gelegerd. Helemaal tot het laatst doorgereden en daar was een grote parkeerplaats. Inmiddels zaten we helemaal in de sneeuw, maar de weg was schoon. Indrukwekkend hoor. Toen we bij het eindpunt kwamen zaten we middenin het skigebeuren.

Ski oord Hermon

 

 

 

 

 

 

Er waren wel vier stoeltjesliften in gebruik en iedereen was druk aan het skiën. Je zou zo de latten onderbinden, maar helaas, de tijd drong. Ook zag je veel toeristen die even in de sneeuw kwamen spelen.

 

Ski oord Hermon.

 

 

 

Meisjes en vrouwen met lange rokken die alleen maar aan het sneeuwballen waren. Vanaf de berg Hermon langs Fort Nirnrod gereden en langs de waterval van Sa’ar.

Ons andere doel was Metula. Daar ontspringt de Jordaan. Bij Metula wat gedronken direct naast de Libanese grens. Dit heet hier de The Good Fence. Langs Kiryat Shemona gereden, waar gevochten is in de laatste oorlog met Libanon.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Kruisvaardersfort Nimrod.

Daarvandaan naar beneden langs Hazor en Tabgha. Daar staat een kerk op de plaats waar Jezus de menigte van vijfduizend mensen voedde met twee vissen en vijf broden. Een mozaïek van de twee vissen is in de kerk te zien. Heel bekend.

 

 

Tabga.

 

Tabga.

 

 

 

 

Capernaum.

 

 

Langs Capernaum gereden, waar we 16 jaar geleden geweest zijn en langs de bekende koepels van de Byzantijnse kapel. Daarna langs de rechterkant van het meer terug naar de kibboets. We hebben nog buiten op het terras gezeten, waar Frans de kaarten heeft geschreven naar de kinderen en ik het verslag heb bijgewerkt.

Ingang Ein Gev.

 

 

 

 

 

 

Toegangspad naar de

       eetzaal.

 

 

 

 

 Bij ons huisje in Ein Gev.

 

Avondzon over het meer van Tiberias. Uitzicht vanaf ons huisje.

We genoten van de ondergaande zon die over het meer achter de bergen zakte. Daarna gaan eten in het kibboetshotel. Het was weer fantastisch. Rollade en kipgehakt, met veel verschillende soorten groenten. Het was druk in de eetzaal, maar niemand liep elkaar in de weg. Na het eten nog even een ronde over de kibboets gelopen en daarna in ons huisje nog een wijntje gedronken en om ongeveer tien uur in bed gedoken.

Donderdag 27 maart 1997.

Om tien over acht gaan eten en daarna de koffers gepakt. Om kwart over negen reden we richting Gamla. Daar waren we gisteren niet aan toe gekomen en dat wilden we nog graag zien. Het ligt ten noord oosten van Ein Gev. We waren daar om kwart voor tien.

 

 

         Gamla waterval.

 

 

 

Eerst naar de waterval gelopen. Dit is de grootste waterval met de grootste val (5Om) van heel Israël. Het was een modderig pad, maar er stonden de mooiste bloemen. Toen we terug waren eerst een kopje koffie gedronken onder een afdak en toen verder langs de ruines gewandeld.

 

 

 

 

 

Gamla, Massada van het noorden.

Gamla staat bekend als Massada van het noorden. Op de terugweg nog een liftende soldaat meegenomen. Toen hij uitstapte, stapte er gelijk weer één in die naar Jeruzalem moest. Wij ook, maar wij wilden onderweg nog op verschillende plaatsen stoppen. Toen we bij Bel Voir kwamen had hij de keus om mee naar boven te gaan of uit te stappen en verder liften. Hij was er al eens geweest en gaf de voorkeur aan uitstappen. Wij toen de weg omhoog naar het topje van de berg, waar een grote vesting is gebouwd door de kruisvaarders.

 

 

 

 

 

 

 

 

Bel Voir.

 

Daar heb je een prachtig uitzicht over de Jordaan vallei met aan de overkant het Jordaans gebergte Gilad en ten noorden nog net de witte hoed van de berg Hermon. Magnifiek uitzicht en heel stil. Toen verder richting Beit She’an.

 

Theater Beth Shean.

 

 

 

Daar is een amfitheater opgegraven en daar hebben we rondgekeken. In de zeventiger jaren zijn hier werklozen bezig geweest om opgravingen te doen en te restaureren. Hier is ook de film Jesus Christ Superstar opgenomen. In dit dorp een glaasje fris en een mars genomen, terwijl we uitzicht hadden op de ruïnes van Beit She’an. Toen weer verder richting Jeruzalem via de west Bank. Volgens de liftende soldaten was het hier goed te rijden, alleen de hoofdweg dus en niet afslaan naar Afula, Ramallah e.d. ook moeten we bij Jericho opletten dat we de rondweg nemen. We genieten van het uitzicht over de Jordaan vallei. Het is erg warm geworden en de airco brengt heerlijke verkoeling, onderweg leven Arabieren in met plastic overdekte hutten en is het een grote zooi om hen heen. Om half zes waren we in Jeruzalem, waar het een grote toer was om het kibboetshotel te vinden.

Hotel Mitzpeh Ramat rachel, Jerusalem.

 

 

 

 

 

 

 

Na veel vragen kwamen we er en het is een luxe hotel. Eerst een kopje koffie gedronken en daarna de kamer bekeken. Een prachtig uitzicht over het nieuwe Jeruzalem. Toen de koffers gehaald en daarna gaan eten. Zoals overal ook hier weer zeer uitgebreid. Runderrollade en gerookte kalkoen met allerlei soorten groenten en sauzen. Diverse soorten fruit en koek na. Om tien uur gaan slapen, want we waren erg moe geworden van de warmte, waar we aan moeten wennen. Midden in de nacht werden we drie keer achter elkaar gebeld vanuit de receptie of Janam bij ons was, wie dat ook mocht zijn. Op het laatst de stekker van de telefoon er maar uitgetrokken. Daarna toch niet zo lekker meer geslapen.

Vrijdag 28 maart 1997. Goede vrijdag.

Om acht uur opgestaan en weer van een zeer uitgebreid ontbijt genoten. Je kunt cornflakes, pap, brood, groenten, cake e.d. krijgen. Niet op te noemen, zoveel. Daarna om tien uur naar het busstation hier om de hoek gelopen. Daar op lijn 7 gestapt voor 7,80 shekel per persoon is f.2,5O naar de oude stad gereden. Daar worden we gelijk bij de Jaffapoort aangeklampt door gidsen die ons (tegen betaling natuurlijk) rond wilden leiden. We gingen de Davidsstraat door naar de Klaagmuur.

 

 

 

 

 

 

 

Onderweg werden we gewaarschuwd door Arabische jongetjes die zeiden dat we het Tempelplein niet op mochten. Wij terug en gelijk naar de Klaagmuur gegaan. Toen we daar op het plein kwamen, wisten we niet wat we zagen. Het krioelde van politiemensen en militairen. Velen hadden een kogelvrij vest. Helmen, schilden en knuppels lagen op grijpafstand klaar. We gingen op de rand bij de ingang van de Klaagmuur zitten, bij de vrouwenkant, toen er een man met een zwarte doek naar mij toe kwam en ik daarmee mijn benen moest bedekken, want ik had een kort spijkerrokje aan. Niet om aan te zien, natuurlijk. Toen we politiemensen vroegen of ze iets verwachtten, zeiden ze dat de EI Aksa en EI Omar moskee een dienst hadden en als die uitging was het de vraag: wat had de imam ze gezegd te doen. Dus het was voor iedereen afwachten. Om half twee was er nog niets gebeurd.

 

 

 

 

Ophertuin naast El-Aksa moskee.

Inmiddels hadden wij de Ophertuin, naast de EI Aksa moskee bezocht. We hoorden de Imam zijn woordje doen, alleen verstonden we zijn preek niet. De Joodse wijk doorgewandeld, die er netjes uitzag.

Hurva synagoge.

Hier en daar wat opgravingen en toen we door de Kruisvaarders straat liepen, die overdekt was, zagen we nog een stukje van de oude stad. In de Kruisvaarders straat zijn er nog winkels in takt vanuit die tijd. Daarna door de Suk Kahn Ezzeit gelopen. Dat is een straat die net zo met winkeltjes is bezaaid als de Davidsstraat, alleen vindt je hier meer de dagelijkse gebruiksartikelen, zoals kleding, schoenen, toiletartikelen enz.

We kruisten de Davidsstraat en liepen naar de Damascuspoort. Daarvandaan rechtsaf en gelijk links naar de Graftuin, omdat het vandaag Goede Vrijdag is. We moesten via een straat waar Arabische bussen klaar stonden om de Arabieren die naar de moskee waren geweest weer naar huis te brengen. Het was een geclaxonneer en een geschreeuw van jewelste.

Vanuit de Graftuin is ook Golgotha te zien, met nog steeds een busstation voor zich. Maar wat een stilte eiland in zo’n druk stadsgewoel. Even op ons in laten werken wat hier vroeger op  Goede Vrijdag gebeurd is.

Toen was het half vier en omdat we vandaag vanwege de ongeregeldheden het Tempelplein niet op mochten en we ook geen rekening hebben gehouden met de Arabische zondag zijn we maar teruggelopen naar de bushalte. We hadden het inmiddels ook koud gekregen, want het leek vanmorgen mooi te worden, maar er was toch veel bewolking en daardoor viel de temperatuur tegen. Lekker in het hotel een warm bad genomen en ons gekleed voor het eten. Eerst het dagboek bijgewerkt en via de T.V. de berichten gevolgd. Er werd gemeld dat er gevochten was in Hebron, dus vanavond maar even naar Holland bellen dat het met ons goed gaat. Het werd ons in de stad al duidelijk dat het in Hebron en Bethlehem onrustig is, want de lijnbussen reden met gaas voor de voorruiten. Om zeven uur heerlijk gaan eten.

 

Menukaart.

 

 

 

 

Toen we de eetzaal binnenkwamen stonden er sabbatkaarsen te branden, als welkom, en toen we aan tafel gingen werd ons verteld dat vanavond het eten aan tafel werd geserveerd, vanwege de sabbat. Ook stond er een mooie menukaart op tafel, waaruit we steeds een keuze uit twee konden maken. Een feestelijk geheel. Frans had als voorgerecht vis van de Nijl genomen en ik artisjokken in sellerysaus. Daarna champignonsoep en als hoofdgerecht namen we Rosbief in witte wijn saus, gebakken aardappels, bloemkool, worteltjes en een schaaltje verse groenten. Als toetje kregen we frambozenijs met fruit. Lekker een flesje wijn erbij genomen. Wat een feestmaal om negen uur waren we op de kamer, na een heerlijke dag en om kwart voor tien lagen we in bed.

 

 

 

 

 

 

Zaterdag 29 maart 1997.

Om acht uur opgestaan na een rustige nacht. Bij voorbaat hadden we de stekker maar uit de telefoon gehaald. Om half tien vertrokken uit Mitzpeh Rachel. Het zonnetje scheen lekker.

Vanaf de graven op de Olijfberg zicht op Jerusalem.

 

 

 

 

Zicht op de Gouden poort.

 

Jerichoweg. Links de Gouden Poort, rechts de Olijfberg.

 

 

 

Eerst bij de Olijfberg gestopt voor een blik op de gouden poort en het oude Jeruzalem. Toen door naar Kalia, waar we om elf uur al ingeschreven waren. Een paradijselijke omgeving, waar rust heerst en de vreemdste vogels al fluitend van palmboom naar palmboom gaan. Eerst onze korte broek aangetrokken en toen een wandeling over het terrein gemaakt, waarbij we onderweg zicht hebben op de Dode Zee.

 

 

Kalia.

 

 

 

 

 

 

 

Deze kibboets ligt naast de ingang naar de grotten van Qumran. Aan de andere kant van de kibboets houden ze een grote kudde Hollandse koeien en volgens mij staat daarachter schuur met kippen.

Even bij de receptie langs om te vragen waar we het best op het strand kunnen komen. We kregen een toegangsbewijs mee voor het strand Siësta dat bij Kalia Beach ligt. Nou dat was een prachtig strand.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stoelen genoeg en als je in de schaduw wilde zitten was er ook volop gelegenheid. Wij eerst het water in. Het blijkt dat iedereen vroeg of laat modder op zich smeert en dat een poosje laat intrekken, dus dat moesten wij ook proberen. Het resultaat is een heerlijke zachte huid.

Tot half vijf op het strand geweest en dat was echt heerlijk. Daarna in ons huisje de laatste modder weggespoeld en om half zeven gaan eten. Toen we de eetzaal- binnenkwamen bleek het ook de eetzaal van de kibboets te zijn.

Voor de gasten waren twee tafels gedekt. Aangezien wij de eerste gasten waren werden we aan de voorste tafel neergezet en werd ons eten netjes opgediend. De kibboetsleden liepen langs ons en keken bijna het eten van ons bord, want ze wilden wel zien wat wij hadden. Wij voelden ons wel zitten. We zagen ook dat wij ander eten hadden dan zij. Zij konden rijst met gebakken ei en groenten gaan halen en wij werden bediend en kregen soep vooraf en daarna kippenpoot met gepofte aardappels, erwten, zuurkool en gemengde salade. Koffie en thee toe. Toen we buiten kwamen om half acht was het gewoon zwoel. Ja, je krijgt echt een gevoel of je in het paradijs bent als je zo voldaan tussen de palmen en andere bloeiende struiken, die in de avond heerlijk geuren, naar je huisje wandelt. Nog een half flesje wijn gekocht en om tien uur naar bed.

Zondag 30 maart 1997. Eerste paasdag.

’t Is dat ik het opschrijf en weet, maar je merkt er hier heel weinig van. Vandaag weer een prachtige dag. Ik weet niet hoe warm het hier is, maar gisteravond op T.V. hadden ze het er over dat het bij de Dode Zee 27° zou worden. Nou dat verbaast me niets. Na het ontbijt, dat hier minder luxe is dan in Jeruzalem, maar altijd nog heerlijk en uitgebreid, gaan we op weg naar Massada. Dat is 52 km van hier en om tien uur waren we daar. Je had de keus: met de kabel of een klim van drie kwartier over het slangenpad. We hadden water bij ons en wilden de gok wel wagen om lopend naar boven te gaan. We hadden het tenslotte wel vaker gedaan.

 

Masada.

 

 

 

 

Masada.

 

 

 

Wel vermoeiend hoor, maar toch een overwinning als je boven komt. Toen we net boven aankwamen werd het hek naar beneden gesloten, omdat er aan de nieuwe kabelbaan gewerkt werd. Dan zou het gevaarlijk zijn voor de mensen die onder de werkzaamheden door liepen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Massada is erg mooi en indrukwekkend om te zien en te weten dat daar 960 mannen en vrouwen drie jaar hebben stand gehouden tegen de Romeinen. Uiteindelijk hebben de Romeinen een dam naar boven gemaakt en konden zo de wal breken. Toen hebben de 960 mensen zelfmoord gepleegd, omdat ze niet onder de slavernij van de Romeinen wilden leven. Er is daar veel gebouwd en er zijn grote waterreservoirs aangelegd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Om één uur zijn we met de kabel naar beneden gegaan. Bij de auto was nog een winkeltje en daar hebben we een broodje tonijn gekocht en later nog een ijsje. Water hadden we zelf bij ons.

 

 

 

 

 

 

 

Daarna naar Qumran, dat naast onze kibboets ligt, maar toen we daar aankwamen bleek het een hele wandeling te zijn en daar hadden we nu echt geen zin meer in. Nog wel een petje en een hoofddoekje gekocht en toen gauw naar de kibboets om onze zwemkleding aan te trekken en daarna naar het strand aan de Dode Zee om verkoeling te zoeken. Om half vijf naar huis, lekker gedoucht en daarna het dagboek bijgewerkt. Frans inmiddels de toestand in de wereld bijgehouden en bovenal de toestand in Israël. Om half zeven gaan eten en al gauw kwamen onze buren hier op de kibboets bij ons aan tafel zitten. Het bleken Engelsen te zijn die ook aan hun 25-jarige huwelijksvakantie bezig waren. Gezellig zitten praten over van alles en nog wat. Zij gaan naar het noorden, dus we komen ze niet meer tegen onderweg. Grappig is het deze vakantie, dat je overal weer dezelfde gezichten tegenkomt van een eerdere kibboets. We weten al dat we verschillende mensen terug zullen zien in Eilat. Een flesje wijn meegenomen naar het huisje en morgen dus verder naar Ramon Inn in de Negev.

Maandag 31 maart 1997. Tweede paasdag.

Weer heerlijk ontbeten en nog met Engelsen gesproken, die gisteren aankwamen in Tel-Aviv en ook de weg kwijt waren geraakt bij Jeruzalem. Ze konden om negen uur in Kalia zijn en het werd half twaalf.

Tegen tien uur vertrokken richting Zuiden. Aan de Zuidkant van de Dode Zee nog een handje zout opgepakt en toen verder de Negev in. Het werd even flink bergachtig en daarna reden we op de hoogvlakten oftewel Middellandse Zeeniveau. Toen we net voorbij Dimona waren begon kiboets Sde Boker in zicht te komen. Toch maar even gestopt in de kibboets waar Ben Goerion de eerste president van Israël na1948, twintig jaar geleefd heeft. Vrij simpel voor een president.

Kibboets Sde Boker.

Slaapkamer Ben Goerion.

 

 

 

 

 

Woonkamer Ben Goerion.

Leuk om even zijn huisje van binnen te zien. Tegenwoordig is er ook een museum naast over het leven van Ben Goerion. Ook president Bush van Amerika heeft hij hier tweemaal ontvangen. Naast de kibboets Sde Boker ligt de waterval van En Avdat. Dat was heel indrukwekkend om door de kloof te stappen. Aan het eind allemaal nauwe trappen naar boven en op de terugweg liepen we tegen een stroom school kinderen in. Normaal is, dat je net de bus komt en deze route loopt en dat de bus naar de volgende parkeerplaats rijdt om iedereen weer in te laden.

 

 

Ein Avdat.

 

 

 

 

 

 

 

Maar aangezien wij geen chauffeur hadden om onze auto te verrijden moesten we wel terug. Heel mooi gebied hier. Hier ook weer Nederlanders ontmoet, die we in de eerste kibboets gezien hebben en die vanavond ook in Ramon inn zijn. Om vijf uur waren we daar. Het bleek een luxe hotel te zijn en weinig met een kibboets te maken te hebben.

 

Het is een hotel van de Isrotel keten. Lekker het stof van ons afgespoeld en nadat we eerst Jorrit en oma hebben gebeld om zeven uur gaan eten. In Holland was het 14˚ en mooi weer. Ze waren naar Oudewater geweest op de fiets. Het eten was weer heerlijk uitgebreid met diverse salades en soorten vlees en vis. Het toetje bestond uit coupe de fruit en je kon ook nog gebak nemen. Ook lag er nog fruit. En dat alles in een luxe ambiance. Daarna met de Nederlanders nog tot kwart over negen in de lounge gezeten en ervaringen uitgewisseld, onder het genot van levende muziek en een glaasje wijn.

Dinsdag 1 april 1997.

Ja hoor, om acht uur opgestaan en Frans had me gelijk te pakken. Er zou iets op m’n rug zitten. Één april. Lekker op ons gemak ontbeten en daarna geld gehaald. Hier kun je het ook uit de muur halen. Daarna naar het bezoekerscentrum, wat het hele jaar open is, behalve vandaag, wegens verandering van de tentoonstelling. Wel een prachtig uitzichtpunt net achter het bezoekerscentrum, waar je een prachtig overzicht hebt over de Ramonkrater. Deze krater is ontstaan door erosie van miljoenen jaren en niet door vulkaanuitbarstingen. Daarna de krater ingereden. Deze weg loopt door naar Eilat, dwars door de krater. Onderweg afgeslagen en op een onverharde weg naar een mineraal winplaats gereden. Overal zag je gaten waar weer wat weggehaald was. Ook zag je verschillende kleuren zand, groen en rood hadden de overhand.

Toen weer naar de hoofdweg en bij de volgende afslag gingen we naar een campground, waar je “de experience of Bedouin” kunt beleven. Ook een hobbelige weg. Toen we daar aankwamen begrepen we dat je je slaapzak mee moet brengen en in een Bedoeïenen tent kunt overnachten, inclusief insecten en ander ongedierte. Er was wel een gezellige overdekte plaats waar je wat kon drinken en waar de gasten ook konden barbecueën. Daar hebben we een blikje cola gekocht en even gezeten. Toen weer terug naar de hoofdweg en naar Avdat gereden.

 

 

 

 

 

 

 

Dat is een oude nederzetting boven op een berg, die vroeger gebruikt werd door de Nabateërs. Dat is een Arabisch volk dat van plaats naar plaats trok en in India specerijen en parfum ging halen en dat per kameel vervoerden naar de Middellandse Zee. Het was een handelsvolk en de route van de karavaan kruiste hier in Avdat. Er zijn natuurlijk boven op de berg weer Byzantijnse kerken gebouwd, kloosters gesticht enz. Het was vandaag bewolkt, dus heerlijk om dit te doen. Daarna nog even Mitzpeh Ramon ingereden en dat was niet veel.

 

 

 

 

 

   Alcappafarm, Mitzpe Ramon.

 

 

 

Toen de weg gevolgd naar een Alpacafarm, waar Lama’s, Alpaca’s, Angora schapen en konijnen werden gehouden voor de wol. Er lopen wel 350 Alpaca’s die in 1989 uit het Andes gebergte in Zuid-Arnerika zijn gehaald. Frans en ik werden allebei nog een keer onder gespuugd door de Lama’s, omdat je net zijn buurman te eten gaf. Er liepen ook nog een stuk of tien kamelen, paarden en ezels. Heel leuk om zoiets eens te zien. Toen terug naar het hotel waar we ons voor het eten weer gefatsoeneerd hebben. Toen we om kwart over zeven beneden kwamen, werd er gezegd dat er tot acht uur geen plaats was. Om acht uur weer gevraagd en toen zou het tien over half negen worden. Dat vond Frans niet leuk en dat heeft hij duidelijk genaakt. Toen kwam de manager ons tien minuten later halen. Tijdens het wachten een kopje koffie gedronken en in Duits gepraat met een ouder Deens echtpaar, dat vandaag met een reisgezelschap uit Eilat aankwam. Vanmorgen om negen uur waren ze uit Denemarken vertrokken. De man had alleen nog maar zand gezien. Na het eten onze wijn opgemaakt in de lounge. Toen kwam Margriet, de ene helft van het Nederlandse stel nog even bij ons praten. Om kwart over tien naar onze kamer.

Woensdag 2 april 1997.

Na een heerlijk ontbijt om kwart voor tien vertrokken richting Eilat. Eerst benzine getankt en toen de Ramonkrater doorgereden. Onderweg besloten dat we binnendoor zouden gaan, dus niet weg nr. 90 langs de Jordaanse grens, maar in het midden en later langs de Egyptische grens.

 

Ovda vallei, richting Eilat.

 

 

 

We kwamen door de Ovda vallei en zijn even bij het vliegveld gaan kijken waarvandaan we zondag vertrekken. Ook nog bij een uitzichtpunt gestaan, waar je aan de ene kant de Egyptische grens ziet en aan de andere kant de Jordaanse grens.

Riviera Club appartement. Eilat.

Om één uur hadden we ons ingeschreven in Rivièra-Club in Eilat en hebben gelijk onze koffers naar de kamer gebracht. We kijken vanaf ons balkon, op de derde verdieping, op het kleine haventje en op het grote Holiday Inn-hotel en het Royal Beach hotel.

 

 

 

 

 

Onze appartementen zijn in een cirkel gebouwd, met in het midden het zwembad. Toen hebben we koffie gedronken in de Iounge en daarna zijn we nog naar Timna gereden. Het was bewolkt weer en we dachten: als het warm wordt liggen we liever in het zwembad. Toen we vanmorgen uit Mitzpeh Ramon vertrokken konden we op de auto zien dat het nog iets geregend had. Maar toen we in Timna waren liepen we toch te bakken in de zon bij de zuilen van Salomo en bij de oude kopermijnen. Ook hebben we de rots in de vorm van een paddenstoel nog gezien. Verder zijn we er gauw doorheen gegaan en nog even bij het meertje geweest, waar we ieder een flesje met verschillende kleuren zand hebben gevuld. Om vijf uur gingen we weer terug naar Eilat.

 

 

 

 

 

 

Timna park.

 

 

 

Lekker in bad en daarna gaan eten in het hotel Salomons Palace. Dat ligt aan de overkant van ons appartementencomplex. Het is hier allemaal zo intens groot en luxe. Ook het eten was weer uit de kunst. Het was de enige keer dat we beneden moesten gaan eten. Na het eten nog even rondgewandeld bij het hotel en later bij het zwembad gezellig nagepraat met de Nederlanders Margriet en Ron. Om kwart over tien naar de kamer en nog even het dagboek bijgewerkt.

Donderdag 3 April 1997.

Heerlijk ontbeten in hotel- Salomon. Je moet je echt beheersen, want het is allemaal even lekker. Alleen de ruimte in de maag ontbreekt om alles te proberen. Na het ontbijt de stad in om bij K-tours de terugreis te bevestigen. Daarna koffie gedronken op ons terras en we zaten zo heerlijk dat we beneden in de winkel een stokbroodje gehaald hebben met brie erop en op ons terrasje gegeten hebben.

Daarna zijn we heerlijk blijven zitten. We moesten niets en hadden nergens zin in. We hebben er nog over gedacht naar Petra in Jordanië te gaan, maar we hebben al zoveel gezien dat we op dit moment verzadigd zijn. Nu genieten we van de zon en het lekker niets doen. Om half zes de boulevard over gelopen en om tien voor zeven gaan eten. Deze keer was het Grieks en het was weer geweldig. Het waaide nogal en was frisser dan gisteravond, dus we zijn om kwart over acht gelijk naar onze kamer gegaan. Dagboek bijgewerkt en wat gelezen. Op tijd naar bed.

Vrijdag 4 april 1997.

Vandaag alweer opgestaan met bewolking en het was eerst fris. Weer genoten van een heerlijk uitgebreid ontbijt. Daarna onze korte broek aangetrokken, want het was al heerlijk weer. Vandaag uitgetrokken voor souvenirs. Nou dat valt echt niet mee. De stad in geweest en naar het nieuwe winkelcentrum gegaan. Eerst de tassen laten controleren voor we naar binnen gingen. Daar nog rondgekeken, maar het is moeilijk. Alleen voor de jongens hebben we wat. Thuis weer een broodje brie gegeten op het balkon en daarna nog heerlijk gezeten en gelegen, want we hebben een ligstoel. Toen de haven langs gereden, de stad door naar Coral- Beach voor het Aquarium. Het was half drie en omdat het sabbat werd sloot het om drie uur. Dus dat hebben we maar niet gedaan. Toen naar de haven terug en een boot gezocht, waarmee we via glas in de bodem de koraalriffen onder water konden zien.

Op de Glassboat, een toer op de Rode Zee.

Wij twijfelden nog, welke we zouden nemen toen we werden aangesproken in het Engels, naar later bleek een Zuid-Afrikaan. Hij vertelde dat hij hier twee jaar geleden ook had gevaren en dat het prachtig was. Eerst dachten we dat het iemand was die op de kade de mensen liep te lokken, maar toen we zagen dat hij met z’n vrouw ook de boot op ging, hebben we de knoop maar doorgehakt en zijn ook gegaan.

 

 

Eilat, vanaf de Rode Zee.

 

 

 

 

Akkaba, vanaf de Rode Zee.

 

 

 

We hebben twee uur over de Rode Zee gevaren en hebben de koraalriffen twee keer gezien, heen en terug. Ook zwemmen daar prachtig gekleurde vissen, van oranjerood tot blauw met geel. We voeren naar de Egyptische grens, waar je het Taba hotel zag staan, dat eerst van Israël was en nu van Egypte is. Op de terugweg kwamen we langs het Dolfijnenbad, dat is een afgebakend stuk in de Rode Zee waar je ook met de dolfijnen kunt zwemmen. We zagen de dolfijnen in de verte zwemmen. De Rode Zee is trouwens prachtig diep blauw, maar dankt zijn naam aan het rode zeewier dat af en toe naar boven komt. We kregen contact met het Zuid-Afrikaanse echtpaar. Zij vond het heerlijk dat we elkaar konden verstaan. Haar man was ook al verschillende keren in Nederland geweest, o.a. in Leiden en Artis. Hij werkte met olifanten en leeuwen. Hij was nu ook voor zijn werk in Israël en had zijn vrouw meegenomen. Ook was er een Zuid Afrikaans meisje als hulp aan boord, die ter plekke heimwee kreeg. We zagen haar niet meer voor we van boord gingen. Toen we tot ziens zeiden kregen we als antwoord: mooi blijf, wat zoiets betekent als: mooi verblijf. Om half zes stapten we dus van boord en hebben even gedoucht. Om tien over half zeven zijn we gaan eten in King Salomon, waar de manager ons uitnodigde voor een cocktail. Achteraf bleek dat een soort disco te zijn, waar je een drankje kon pakken. Wij gauw weer weg. Dat trok ons absoluut niet. Toen we de eetzaal binnenkwamen stond er een man met twee meisjes in klederdracht, die de sabbat aankondigden en ons welkom heetten. Leuk. Weer heerlijk gegeten en nog even bij het zwembad gezeten, maar het waaide nogal, dus om kwart over acht waren we op onze kamer. Om kwart over negen ging ik al naar bed, terwijl Frans nog even naar het zwembad liep, waar hij Ron en Margriet tegenkwam. Daar heeft hij nog gezellig zitten praten en om kwart over tien kwam hij ook naar bed.

Zaterdag 5 april 1997.

Het wordt eentonig, maar we hebben weer lekker ontbeten. Dit keer buiten. De mussen zijn erg brutaal hier, zodat je je bord niet alleen durfde te laten. Na het ontbijt naar ons balkon, waar ik koffie heb gezet en Frans de krant en een stokbrood heeft gehaald. Heerlijk liggen zonnen tot half drie. Dan is de zon weg op ons balkon.

Toen nog even naar het zwembad gegaan en daar nog een paar keer het water in geweest om af te koelen, alhoewel, het water &ras gewoon warm. Daarna een douche genomen en om half zeven gaan eten. Toen we daar waren werden we toevallig naast onze bekenden geplaatst zodat we gezellig de praat hadden. Na het eten zaten we met hen nog even over Seideravond te praten en toen begon een mevrouw achter Frans tegen hem te praten. Het bleek dat ze in Israël woonde, vlakbij Tel Aviv, en nu met vakantie hier was. Voor de oorlog kwam ze met haar ouders vanuit Oostenrijk naar Nederland en woonde in de oorlog in Nederland, tegenover het huis van Anne Frank. Ze is ondergedoken in de Wieringer meer. Haar man sprak alleen Duits, kwam uit Praag en is later naar Israel gegaan. Zijn hele familie is omgekomen in Tsjechië. Frans zei: zullen we dan maar Duits spreken dan kan uw man ook meepraten. Nee, zegt ze ik wil zo graag Nederlands spreken. Toen ben ik met de man in Duits verder gegaan en Frans met haar in het Nederlands. Ze vroeg waarom we geen gids hadden hier. Toen Frans zei dat hij veel had gelezen en daarover vertelde zei ze. U hebt geen gids nodig hier. Toen we vertelden dat we in Ein Gev geweest waren vertelde ze dat haar man daar boven op de watertoren had gevochten tijdens de oorlog in 1948. Haar man was een van de mede oprichters van de kibboets Ein Gev. Haar man vertelde mij dat ze een zoon hadden die 100 % invalide was geraakt tijdens de oorlog van 1967. Hij vertelde ook dat hij de geschiedenis van het Nederlandse volk had bestudeerd en dat hij daardoor geraakt was. Nederlanders hebben altijd moeten strijden tegen het water. Ook hebben ze altijd hard gewerkt om alles te krijgen. Dat is het verschil met de Duitsers. Die vechten ervoor om iets te krijgen en Nederlanders werken er voor. Hij wilde graag dat in de Israëlische schoolboeken een hoofdstuk werd opgenomen over Nederland. Leuk om te horen.

Dineren in Kings Salomo’s Palace.

Ron en Margriet waren inmiddels al weggegaan en nadat we een visitekaartje hadden meegekregen van de Israëliërs zijn we naar het zwembad gegaan, waar we nog even nagepraat hebben met Ron en Margriet onder het genot van een wijntje en Sabra, een Israëlische likeur. Om half elf naar bed.

Visitekaartje van gasten Kings Salomo’s Palace tijdens diner met ons in gesprek.

 

 

 

Zondag 6 april 1997.

De laatste dag in Israël. Om acht uur opgestaan en op ons gemak ontbeten. Daarna nog even de stad in gelopen en bij de receptie gevraagd hoe laat we ons appartement moesten verlaten. We konden blijven tot twee uur, dus dat was heerlijk

 

Een laatste blik op de Rode Zee.

 

 

 

Nog gefilmd en foto’s gemaakt en lekker op ons balkon gezeten. Nog een stokbroodje met brie gegeten en toen nog een keer gedoucht en de lange broek aangetrokken voor de terugreis. Dat was lekker warm hoor. Niet meer gewend. Eerst uitgeschreven en daarna naar het Avis kantoor in de stad, benzine getankt en toen nog 60 km naar Ovda gereden.

Vliegveld Uvda (of Ovda).

Daar waren we om half vier. De bewaker van het vliegveld wilde wel de sleutels in ontvangst nemen, maar niet tekenen voor het feit dat de auto onbeschadigd werd afgeleverd. Toen heeft Frans maar een paar foto’s van de auto genomen.

Het aantal kilometers dat we hebben gereden is totaal 1,720. Het aantal liters getankte benzine is 121,8. en kostte gemiddeld 3,2 shekel per liter. We hadden het hok ruim op het vliegveld. We waren de eersten, dus we hadden de tijd om de zaterdag Telegraaf te spellen. Toen we door de douane gingen om half zes zagen we toch nog winkels in het belastingvrije gedeelte. Nog een broodje tonijn gegeten met wat drinken in de achterste hal van het gebouw. Toen we gingen zitten vlakbij de goud- en zilvershop kwam daar Linda uit Goede Tijden kijken, even later gevolgd door Roos en Jessica. We hadden de tijd om ze te zien, want ze bleven daar maar draaien. Linda heeft daar een ring gekocht, want later in het vliegtuig moesten hun vrienden hem zien.

 

 

 

 

 

 

 

 

Om half acht vertrok het vliegtuig, 20 minuten vroeger dan de bedoeling was. Het was nog schemerig, dus we konden nog iets zien, maar dat was gauw over. Na 25 minuten landden we op de luchthaven Ben Goerion. Daar moest nog kerosine geladen worden. Het vliegtuig was al in Eilat schoongemaakt, dus we hoefden niet lang te wachten. De passagiers die uit- en in moesten stappen zorgden voor de meeste vertraging. Toen kwamen ook Ron en Margriet weer in het vliegtuig. Er was voor hen geen plaats vanaf Eilat. Ze hadden dat thuis niet geregeld. Nu moesten ze vanmorgen eerst vijf uur rijden naar TeI-Aviv. Om half tien vertrokken en om half twee Nederlandse tijd geland op Schiphol. Onderweg hadden we een heldere blik over heel Europa. Het enige wat ons bekend voorkwam was de brug bij Vianen en de zender bij Lopik. Ook Oudenrijn was duidelijk te zien. Heel leuk. Toen we de koffers hadden en afscheid genomen hadden van Ron en Margriet stonden Swen en Monique op ons te wachten. Monique zei al dat ze onze bruine koppen al gauw zag. Snel naar huis, waar Ingrid en Edwin de koffie al klaar hadden en waar we met z’n zessen nog even nagepraat hebben. We zijn het er samen over eens:

HEEL VEEL DANK AAN DE KINDEREN, WANT DIT WAS DE REIS VAN ONS LEVEN.