Israël 1999 voorjaar

Vakantie van 3 maart t/m 17 maart 1999.

 

Woensdag 3 maart 1999.

Vanmorgen om kwart over vijf staan we op, douchen en om half zeven staan we met Edwin (die ons wegbrengt) bij de familie de Jong voor de deur. Paulien van Henk brengt hen weg. Het verkeer valt erg mee. Geen file. Op Schiphol wordt alles uitgeladen en afscheid genomen van de brengers. In de rij voor balie 4. Frans gaat ondertussen de tickets laten vernieuwen, want we hebben op het laatste moment nog andere vertrektijden in Eilat gekregen. We zijn lekker op tijd. Kwart voor acht is het nu en om tien voor acht moeten we er eigenlijk zijn.

Eerst nog een kop koffie op Schiphol.

 

 

 

 

Nog even koffie drinken en wat winkelen nadat we door de douane zijn. Om half tien naar Gate E4 en om kwart voor tien zitten we klaar om te vertrekken. Dan blijkt dat we nog vertraging hebben.

Om kwart voor elf vertrekken we dan echt pas naar Eilat. Daar zijn we om kwart over drie. Omdat er getankt moest worden en het de eerste stop in Israël is moeten we uitstappen en gelijk de klok een uur vooruitzetten, zodat het al gauw half vijf is. Om half zes gaan we weer de lucht in, nadat we in het luchthavengebouw de broer en schoonzus van Miep, onze buurwouw ontmoet hebben. Miep vertelde gisteren dat Mat en Riet deze dag terug komen uit Israël. Dat is ook toevallig, want Miep wist niet eens dat ze in Eilat waren.

 

Tussenlanding in Uvda.

 

 

Wachten op ons busje.

 

Busje komt zo.

 

 

 

Om half zeven landen we in Tel Aviv, nadat we eerst om een bui heen moeten vliegen. Op de luchthaven melden we ons bij de balie van Sixt (die heeft Reliable overgenomen) voor de auto. Dat duurt al lang, maar daarna gaan we naar het kantoor in Tel Aviv en daar duurt het nog langer en kunnen we om acht uur vertrekken met auto. Wel krijgen we koffie en belt men ook naar ons hotel in Shefaim, want we komen te laat voor de warme maaltijd. Nou, daar kunnen we tot half tien terecht.

 

 

 

 

 

We komen aan in Shefayim om tien over negen en daar wordt nog een complete maaltijd voor ons op tafel gezet, compleet met gebak toe. Nog een borreltje toe en dan lekker naar bed. Inmiddels is het toch half twaalf geworden.

Donderdag 4 maart 1999.

Vanmorgen staan we om acht uur op en om kwart voor negen gaan we aan het ontbijt. We hebben geslapen in het gebouw links als je de eetzaal uitloopt naar buiten.

 

Hier genieten we van ons ontbijt. 

 

 

Tegen tien uur vertrekken we naar Caesarea. Daar kijken we rond bij de oude hoofdweg en drinken we een bakje koffie met uitzicht over de Middellandse Zee. Het is prachtig weer.

 

 

 

 

 

Caesarea.

 

 

 

 

 

 

 

 

Dat is voor ons wel even genieten zeg, als je thuis bijna alleen maar regen gewend bent. Jan de Jong zegt dat hij eerst Jan maar eens moet bellen dat de koeien naar buiten kunnen. Langs het Amfitheater in Caesarea rijden we naar Daliyat el Karmil, het Droezendorp. Daar dragen de mannen grote broeken met een groot kruis, omdat ze verwachten dat Jezus geboren zal worden uit een man. Dit volk neemt wel deel in het leger van IsraëI. We rijden er kriskras doorheen en gaan dan door de Carmel en door Haifa langs Akko naar Jannie, mijn nicht in Shavei Zion.

 

 

 

 

 

Nes Amim tegenover Shavei Zion.

 

        De Bahai-tempel.

Onderweg rijden we langs de Bahaitempel in Haifa. Om ongeveer half drie zijn we bij Jannie, nadat we eerst even bij Nes Amim gekeken hebben. Dat is een kibboets tegenover de moshave van Jannie, waar veel Nederlandse Christenen als vrijwilliger hebben gewerkt en nog werken.

Oprijlaan naar Shavei Zion.

 

 

 

 

 

 

Jair, de man van Jannie met Jan de Jong.

 

Rondleiding iover Shavei Zion.

 

 

 

 

De tuin bij Jannie en Jair.

Op de oprijlaan naar de moshave Shavei Zion pikken Jan en Frans nog gauw even een sinasappeltje.(Kan eigenlijk niet in het Heilige Land). We worden door Jannie en haar man Jair gezellig ontvangen met koffie, thee en gebak. Jair loopt met ons de moshave over, langs de Middellandse Zee en laat ons de 900 koeien zien. Ze lopen er alleen niet netjes bij, want veel koeien hebben schurft. Volgens Jair is het de top van Israël, maar….. hij is boekhouder. Na de rondleiding drinken we nog wat, praten we gezellig en om kwart over vijf vertrekken we richting Ein Gev aan de Oostkant van het meer van Tiberias. Onderweg nemen we nog een verkeerde route. Dit is de route dwars door de bergen. Jammer dat het al donker is, anders zou het best de moeite waard geweest zijn, denk ik. Om half acht zitten we aan tafel in Ein Gev. We eten heerlijk met als extraatje een glaasje Carmelwijn. Daarna nog een borrel bij familie de Jong en om kwart over tien naar bed. Om negen uur bellen we Jorrit nog even. Alles gaat goed thuis. Oma is even naar huis om haar zwempak te halen voor morgenochtend. Mijn verslag nog bijgewerkt en om kwart voor elf gingen gaan de luiken dicht. Frans slaapt al.

Vrijdag 5 maart 1999.

Vanmorgen is het weer mooi weer. Dat is echt wennen voor ons. Wat genieten we van dat zonnige uitzicht over het meer naar de stad Tiberias.

 

Onderweg naar Tabor.

 

 

 

Eerst ontbijten we heerlijk en om tien uur vertrekken we pas naar de berg Tabor. (Matheus 4) Daar kijken we rond in de kerk, waar mozaïeken te zien zijn over het verhaal uit de Bijbel waarin Jezus een gesprek heeft met Mozes en Elia.

 

 

 

 

 

Naast de kerk uitzicht over de Jizreel vallei.

 

Tabor.

Buiten de kerk is er een prachtig uitzicht over de vlakte van Yizre’el. We gaan weer terug naar het meer van Tiberias en drinken onderweg eerst even koffie bij Mc.Donalds.

Een verfrissing bij Mc. Donalds.

 

 

Kibboets Ginnosar.

 

 

 

Daarna op weg naar Ginnosar om een kamelenfarm te bezoeken. Drie kleine dromedarissen liggen te genieten in de zon. Een loopt te huilen naar zijn moeder. Net een kind. We genieten allemaal van de zon. Het is 24˚. We rijden verder omhoog langs het meer naar de berg van de Zaligsprekingen.

 

 

 

 

 

Berg van de Zaligsprekingen.

 

Uitzicht op het Meer van Gallilea.

 

 

 

 

 

 

 

In de tuin bij de berg van de Zaligsprekingen.

 

In de kerk lopen we rond en wandelen door de prachtige tuin met uitzicht over het meer. Inmiddels is het half vier geweest. We stappen in de auto en we nemen ons voor naar ons verblijf in Ein Gev te gaan, maar dan komen we er achter dat de familie de Jong nog nooit in Kapernaum is geweest.

 

 

 

 

 

 

 

De synagoge van Capernaum.

 

 

 

 

 

 

Capernaum.

 

 

Dan gaan we daar toch eerst nog even kijken. We wandelen rond in de synagoge en kijken naar de opgravingen. Daarna wordt het toch echt tijd om naar Ein Gev te gaan denken we. Frans wil eigenlijk toch ook de kibboets Ein Gev laten zien” die naast het vakantiedorp Ein Gev ligt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Daar zien we net de boten vol met vis de haven binnen komen. Die worden met een jakobsladder leeggeschept. In de haven loopt nog een man met een net, dat hij steeds in het water gooit en ook daar zit iedere keer weer vis in Leuk om te zien met in het achterhoofd het verhaal van de wonderbare visvangst. Om vijf uur bij ons huisje.

 

 

 

 

 

We zijn net te laat om de zon achter de bergen te zien verdwijnen, maar we genieten van ons drankje aan de rand van het meer. Om half zeven gaan we eten. Heerlijk is het iedere keer weer. Daarna nog een wandeling over het park en om half elfnaar bed.

Zaterdag 6 maart 1999.

Het wordt afgezaagd om op te schrijven maar niet om mee te maken, maar het is weer mooi weer. Het is sabbat vandaag. Om kwart voor negen gaan we ontbijten en over tienen rijden we pas weg in onze korte broek richting Hermon.

Bij de “ogen en oren van Israël” dat is een uitzichtpunt bij Kuneitra kijken we nog even rond. Daar kijk je Syrië in. Onderweg zien we het fort Nimrod liggen en besluiten we om daar eerst maar een kijkje te nemen. Het ligt er zo uitdagend. Het is echt de moeite waard.

Fort “Nimrod”.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De kruisvaarders hebben dit gebouwd en het is diverse keren door Arabieren en Turken veroverd. Het is 400 m. lang en 60 m. breed. Prachtig uitzicht. Echt een strategisch punt. Daarna verder naar de berg Hermon. Onderweg zien we al dat er niet veel sneeuw ligt. Maar we blijven optimistisch. Boven zien we met eigen ogen dat er niet geskied kan worden en dat de hele piste kaal is. De kabelbaan brengt alleen toeristen boven die net iets meer willen zien, maar verder is het droog en dor. Hier en daar ligt wat, maar later horen we dat er met wachtwagens sneeuw van boven is gebracht om de toeristen toch nog met sneeuw te laten spelen.

 

 

 

 

 

Berg Hermon.

 

 

 

Deze winter is er niet geskied, horen we even later van een man die daar werkt. We willen eigenlijk wel een kopje koffie drinken, maar we kunnen niet met de creditcard betalen en we hebben nog geen geld gewisseld. Frans vraagt of er gewisseld kan worden en dan begint een man Nederlands tegen hem te praten. Het blijkt dat deze man twee jaar in Arnhem gewoond heeft en daar zijn vouw heeft leren kennen. Deze vrouw is met hem mee gegaan naar Neve Ariv, aan de voet van de berg Hermon, waar ze nu wonen. De inwoners (32 families) leven van de opbrengst van het skiseizoen en bedrijven agricultuur en verhuren kamers in Newe Ativ. Ook drijft zijn vrouw een Pizza tent. Frans krijgt na veel moeite geld, nadat de man eerst uit de krant de wisselkoers moet halen. De banken zijn vandaag dicht, vanwege de sabbat. Eindelijk koffie gedronken, want bij fort Nimrod kon ook al niet met creditcard betaald worden, zodat het erg lekker smaakt. Ondertussen kijken we naar Arabische wouwen die door jongens met sneeuwballen bekogeld worden. Daarna terug naar beneden en slaan we de weg naar Qiryat Shemona in. Langs de waterval Sa’ar, waar we twee jaar geleden geweest zijn en langs Baniyas naar Kefar Giladi, de kibboets waar familie de Jong drie jaar geleden geweest is.

Kibboets Kfar Giladi.

Tel Dan.

 

 

 

 

 

Ook nog even gestopt bij Tel Dan, waar ook opgravingen te zien zijn. Inmiddels is het tien over vier en besluiten we om naar Ein Gev terug te gaan, waar we de dan nu echt op ons gemak achter de bergen kunnen zien gaan, terwijl de weerspiegeling in het water fantastisch is.

 

Ein Gev.

 

 

De stoeltjes bij het meer gezet en we zitten nog tot half zeven lekker buiten. Dan wandelen we naar de eetzaal en genieten weer van alles wat men ons aanbiedt. We hebben daarna echt weer een lekkere wandeling nodig. Bij ons nog koffie en een borreltje gedronken. Om tien uur belt Frans nog even naar zijn ouders en daar is alles gelukkig goed. Alleen het weer was slecht. 7˚ en regenachtig. Daarna lekker slapen.

Zondag 7 maart 1999.

Vandaag houden we zondag. Wat later aan het ontbijt en daar na luistert de familie de Jong naar de kerkdienst. Wij zetten onze stoeltjes bij het meer en genieten hier van zon, water en rust. Om elf uur kwam familie de Jong ons vergezellen. We drinken koffie aan het meer en om half een vertrekken we naar Gamla om een flinke wandeling te maken naar de Gamla watervallen. We hebben allemaal de zon goed over onze huid gehad. Frans en ik wel het meest.

 

Gamla.

 

 

 

 

 

 

 

Gamla.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mooie bloemen en planten te zien, o.a. bergcyclamen, anemonen, een soort irissen. Prachtig. We bekijken nog wat opgravingen, drinken een kopje koffie en gaan daarna terug naar ons huisje, stoeltje pakken en lekker aan het meer naar de ondergaande zon kijken. Om half zeven zitten we weer aan tafel te genieten. Een vruchtentoetje toe. We maken onze wandeling weer over het park en dan gaan we naar de familie de Jong nog even wat drinken. Op tijd naar bed, want morgen gaan we naar Kalia.

 

 

 

 

 

                              Afscheid EinGev.

 

Maandag 8 maart 1999.

Om kwart over tien vertrekken we richting Kalia. Het is toch de moeite waard om te vermelden dat het weer prachtig weer is. Onderweg langs Bel Voir, ook kruisvaarders kasteel gekomen en ook Beit She’an rijden we voorbij. Om kwart over twaalf zijn we in Kalia na een voorspoedige reis We krijgen een kopje koffie aangeboden bij de receptie en daarna gaan we even rusten op onze kamer.

Dode zee, Fiësta Beach.

 

Om twee uur vertrekken we naar de Dode Zee, waar we ons toch moeten insmeren met modder. Daarna alles weer afgespoeld en gedobberd op het water. Om vijf uur gaan we terug naar Kalia en we hebben een heerlijke middag gehad.

 

 

 

 

Kalia.

 

 

 

 

Voor het eten gaan we eerst de koeien bezoeken, maar die moeten nog een keer gemolken worden, dus gaan we na het eten nog een keer terug. Dan blijkt dat de melk van alle 250 koeien weggegooid moet worden omdat ze ziek zijn. Jan denkt dat ze ingespoten zijn. Dan mag de melk ook niet gebruikt worden. We drinken nog wat en gaan op tijd naar bed.

Dinsdag 9 maart 1999.

Om kwart over acht naar het ontbijt, want vandaag gaan we naar Jeruzalem. Daar zijn we pas om kwart over elf, omdat we steeds achter vrachtauto’s rijden en dus niet kunnen opschieten. De auto parkeren we in de Jaffagarage en dan gaan we de Jaffapoort door, de oude stad in.

koffie drinken bij de Marokaan.

 

 

Eerst pakken we een kopje koffie bij de Marokkaan en dan lopen we naar het plein voor de Klaagmuur. Daar zien we dat het gangenstelsel onder het plein open is en Frans gaat gelijk op pad om kaartjes te bemachtigen. Dat valt niet mee, want dat moet eigenlijk bij het boeken van de reis in Nederland gebeuren. Maar er blijken nog meer mensen kaartjes te krijgen, zo ook wij.

Western Wall (Klaagmuur)

Om één uur kunnen we naar binnen, zodat we eerst nog even de Ofel opgravingen aan de buitenkant van de stadsmuur kunnen gaan bekijken. Daarna de tunnel in, waar we eerst uitleg krijgen van de gids. Helaas in het Engels, maar we proberen ondertussen wat te vertalen.

Tunnel bij de Klaagmuur.

 

 

Maquette van het Tempelplein.

 

Het is wel apart om daar te lopen. Je ziet er de brug die naar het Tempelplein lag en waar we nu naast lopen. We zien de grootste steen die in Israël te vinden is. Op een bepaald stuk staan er twee vouwen te bidden. Het blijkt het punt te zijn, waar je het dichtst bij het Heilige der Heilige bent.(+ 15 m.) Een hele smalle gang brengt ons naar de noordelijke poort bij de Burcht Antonia.

Tunnel naast de klaagmuur.

 

 

 

 

 

 

 

Dichst bij Heilige der Heilige.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Onze begeleiders vanaf de tunnel naar de klaagmuur.

 

 

Daar worden we weer op straat gebracht en moeten we onder begeleiding door de Arabische wijk weer naar het plein bij de Klaagmuur gebracht worden. We mogen onderweg niets kopen en niets wagen, om zo min mogelijk op te vallen. Als we weer bij de Klaagmuur zijn vervolgen we onze weg naar de Heilige Grafkerk.

Op weg naar de Heilige Grafkerk.

Daar zijn Frans en ik nog nooit in geweest. Het is een prachtige oude kerk met veel bouwstijlen, waar veel geloofsrichtingen hun afdeling hebben.

 

 

Heilige Grafkerk.

 

 

 

 

 

 

 

Heilige grafkerk.

 

 

 

 

Daarna gaan we via de Arabische bazaar naar de Damascuspoort, omdat we naar het Tuingraf en Golgotha willen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Damaskus poort.

 

 

 

 

 

In de Graftuin is het altijd rustig na de heksenketel in de straat tegenover de Damascuspoort. De rust valt over je heen. We lezen het Bijbel gedeelte over het geen zich op Goede vrijdag afspeelt rondom het overlijden en de begrafenis van Jezus.

Mogelijk Golgota.

Daarna kopen we in de winkel nog een tekening van de oude stad. We lopen langs de stadsmuur terug naar de Jaffapoort. Onderweg wordt een jongen opdringerig als hij probeert aanzichtkaarten te verkopen aan Jan de Jong. Hij blijft aandringen en ik begin mij er mee te bemoeien, zodat ik naar links kijk, langs Jan de Jong heen, om te zeggen dat we geen belangstelling hebben. Gelijk stoot een andere jongen tegen mij aan en toen we verder liepen was Jan de Jong toch + f.50, – uit zijn borstzakje kwijt. Dat is even schrikken. Maar we laten ons niet uit het veld slaan. We stappen in de auto en gaan op weg naar de Olijfberg, waar we naar het Huis op de Berg willen gaan. Maar Dit heeft geen adres en geen telefoonnummer bij zich en na enige navraag blijkt niemand te weten waar dit huis ligt. Nog even rijden we rond en dan besluiten we om maar terug te gaan naar Kalia. We drinken nog wat voor het eten en na de maaltijd wandelen we nog even over de kibboets. Dan gaan we naar bed en net als ik mijn bedlampje wil aandoen springt de lamp uit de fitting en valt kapot op de grond. De stop springt gelijk en dus zitten we in het donker op onze kamer. We besluiten naar de receptie te gaan om een stoffer en blik te halen want als je ’s nachts uit bed in glas stapt ben je verder van huis. Daar treffen we een Nederlands meisje aan en die zorgt er gelijk voor dat alles geregeld wordt. Ze vertelt nog dat op de kibboets nieuwe huizen voor verkoop aan kibboetsbewoners worden gebouwd en net buiten de kibboets koophuizen voor iedereen. Ook vertelt ze dat hier de oudste bewoner 47 jaar is. Vorig jaar waren hier nog 2 vrijwilligers van 50 jaar oud.(Dus we kunnen nog gaan). Na het opruimen van het glas duiken we gauw onder de wol. De temperatuur vandaag was 30˚ in Tel Aviv en 35˚ in Eilat.

Woensdag 10 maart 1999.

Vanmorgen weer mooi weer, met ter afwisseling een klein wolkje hier en daar. Om tien uur vertrekken we naar Ein Gedi. Daar wandelen we prachtig langs de watervallen omhoog. Langs ravijnen klimmen we gestaag naar de laatste waterval.

 

Ein Gedi

 

 

 

 

 

 

 

 

Ein Gedi

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Maar we vinden het nog niet genoeg, want we gaan rustig door naar boven om ook de bron te zien. Frans houdt zijn hart vast, maar we hebben echt een paar goede klimmers bij ons. Petje af hoor.

 

 

Uitzicht over de Dode Zee vanaf Ein Gedi.

 

 

Prachtig uitzicht over de Dode Zee. Ook zien we beneden de weg liggen die we moeten lopen om weer bij de auto te komen.

 

 

 

 

 

De bron van Ein Gedi.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Op de terugweg, richting auto.

 

Onderweg bij de bron zien we bergmarmotten en we komen ook nog een groot aantal springbokken tegen.

Om half vier zijn we weer thuis en kleden we ons gauw om, want we willen nog klei uit de Dode Zee halen om mee naar huis te nemen. Frans eerst nog naar de receptie gebeld, om te wagen of er uit de winkel bij Qumran een boek meegebracht kon worden. Deze winkel wordt namelijk gerund door de kibboets Kalia waar wij nu zijn. We worden terug gebeld zegt de dame bij de receptie, maar dat duurt erg lang. Dat is de oorzaak waarom ik zo Iaat bij de auto ben om te gaan zwemmen. Maar dat kunnen we op dat moment niet vertellen aan de familie de Jong. Het is nu toch frisser om te zwemmen dan eergisteren. Er is iets bewolking en het loopt al tegen vijven als we naar huis gaan. Dan komt ons nog een bus tegemoet. Die mensen willen toch nog even de Dode Zee voelen) maar ik benijd ze niet, want de zon gaat al schuil achter de bergen waardoor het nog frisser wordt. Lekker thuis het zoute water van ons lijf spoelen en nog wat drinken. Na het eten vinden we het te fris om zonder jas aan de wandel te gaan, zodat we maar gelijk aan de koffie en thee gaan en op tijd ons bed op zoeken.

Donderdag 11 maart 1999.

Het is prachtig weer op de verjaardag van Jan. We hebben nog geen cadeau, maar dat komt nog. Om half negen aan het ontbijt. Daarna stappen Frans en ik samen in de auto en rijden we naar de winkel van Qumran naast de kibboets, want bij de receptie weten ze niet welk boek wij bedoelen. Daar vinden we al snel het boek wat wij willen. Het is een fotoboek over Israël met Nederlands bijschrift. Gelijk bij thuiskomst geven we het cadeau en Jan is er echt blij mee.

 

 

 

 

 

Frans belt nog even naar kantoor en daarna gaan we alles afrekenen bij de receptie. Dan vertrekken we gelijk richting Mitzpe Ramon, een hotel midden in de woestijn. Onderweg komen we nog langs Massada en daar rijden we de toegangsweg in om te kijken of we ook bij de achterkant van de berg kunnen komen, maar dat is hier vandaan niet mogelijk. Achter de berg is namelijk de dam die de Romeinen hebben gebouwd om de berg in te nemen.

Masada.

Afscheid van de Dode Zee.

 

 

 

Bij de Dode Zee pakken we nog wat zout en gaan we ook nog op een uitzichtpunt kijken. Dat is bij het verlaten van de Dode Zee richting Dimona. Daar genieten we nog van een laatste blik over de Dode Zee. Als we bij Dimona zijn slaan we linksaf richting SedéBoqér.

Koffie drinken bij het huis van Ben Goerion.

Daar nemen we een kopje koffie en spreken we nog een Nederlandse gids. Deze mevrouw heeft in Nederland kennissen en gaat daar in mei weer naar toe. Maar eerst gaat ze kiezen en dan stapt ze ’s avonds laat in het vliegtuig naar Nederland, zo belangrijk vindt ze het kiezen. We bezoeken ook het huisje waar Ben Goerion met zijn wouw Paula heeft gewoond. Het blinkt uit door eenvoud. Daar heeft hij toch de president van Amerika ontvangen en andere hoogwaardigheidsbekleders.

 

 

 

Graven van Ben Goerion en zijn vrouw.

 

Ook bezoeken we hun graven een paar kilometer verderop. Daar genieten we van een prachtig uitzicht en een vredige rust. Daarna rijden we naar de ingang van de kloof Ein Avdat, waar Frans ons afzet en wij drieën de kloof door lopen en achter de berg beklimmen en waar we zien hoe wind en water het gesteente uitslijt.

 

 

Ein Avdat.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ein Avdat.

 

Het is weer een heel geklauter naar boven maar we laten ons niet kennen. We zijn de laatste die naar boven gaan, want de parkbewaker loopt achter ons aan om te kijken of er niemand is achter gebleven. Frans wacht ons aan de bovenkant weer op. Je mag namelijk niet terug lopen, omdat de paadjes veel te smal zijn. Meestal komen daar alleen maar bussen zodat de chauffeur naar de andere kant kan rijden om de mensen weer op te pikken. Nu moet Frans dat dus doen.

 

Ein Avdat.

 

 

 

 

 

Frans staat ons op te wachten als we boven komen en daar werpen we nog een laatste blik in de kloof Dan gaan we verder richting Mitzpeh Ramon. Om ongeveer half zes zijn we daar en frissen we ons eerst lekker op. Om half negen kunnen we pas aan tafel. Het is druk en er is een kleine eetzaalvoor zo’n groot hotel. We krijgen inmiddels flinke trek. Na het eten nog een afzakkertje en op tijd naar bed. Om kwart voor twee ’s nachts belt iemand nog die op zoek is naar een bekende. Niet leuk om zo wakker gemaakt te worden, maar verder slaapt het hier heerlijk.

Vrijdag 12 maart 1999.

Om half negen aan tafel. Het is fris vanmorgen, alhoewel de zon schijnt. Lekker ontbijtje. We hebben Ingrid nog niet gebeld, dus dat doen we nu. Ze is net het ontbijt aan het klaar maken en gaat dan naar haar werk. Alles goed. Daarna proberen we Swen in Oostenrijk te bereiken en die is ook net wakker. Ze hebben prachtige sneeuw en hebben het prima naar hun zin. Morgenavond hopen ze weer thuis te zijn.

De Ramon krater.

We stappen in de auto en gaan naar het uitzichtpunt waar je over de krater Mitzpe Ramon kunt kijken. We besluiten om niet naar het bezoekerscentrum te gaan, want waarschijnlijk staat er heel veel in het Hebreeuws geschreven en daar hebben wij geen kaas van gegeten. We rijden de krater in en gaan rechts af bij een bordje waarop staat: “Carpenter Saw Mill”

The Saw-mill-hill. (in de Ramon krater)

We klimmen naar boven en zien heel veel zwarte stenen die bij nader inzien aan de onderkant wit of rood zijn. Dit zwart worden komt door het vocht, wat erosie veroorzaakt. De stenen zijn ook als kwarts naast elkaar gestapeld, waardoor de punten omhoog staan. Zo komt de berg aan haas naam, n.l. houtzaagmolen. Dan gaan we naar de andere kant van Ramon Inn, het hotel waar we zijn, om naar de Alpacafarm te gaan. We drinken daar buiten eerst een kopje koffie en zien ondertussen hoe Schotse honden de alpaca’s naar een bepaalde plaats drijven.

 

Alpaca farm.

 

 

 

 

Even voordoen hoe het haar opgestoken wordt voor een medewerkster van de Alpaca farm.

 

 

Dan lopen we rond over het terrein, waar we paarden, pony’s, lama’s, kamelen, schapen en geiten zien en zelfs een steenbok die weet waar hij eten kan krijgen. Ook zien we de pauwen en ganzen hier rondlopen. Als we terugkomen bij de tafel waar we koffie hebben gedronken krijgen we nog uitleg van een meisje dat op de farm woont en werkt. Ze vertelt ons dat de lamawol 15 dollar per 100 gram kost. Een alpacamannetje brengt ongeveer drieduizend gulden op. Daarna nemen we nog een kopje koffie en dan komt er een meisje binnen lopen en waagt aan Dit hoe ze het haar zo mooi opgestoken krijgt. Dit haalt het haar los en doet het haar voor. Dat vindt ze erg leuk. (En wij ook.) We krijgen onze koffie en dan krijgt Dit een plaat mee van alle dieren die hier rondlopen voor al haar 10 kleinkinderen. Dan stappen we op en gaan nog even naar Avdat.

 

 

 

 

 

Avdat.

 

 

 

 

 

Dat is een ruïne van de Nabateeërs. De ijzeren karavaan boven op de berg kunnen we dan van dichtbij bekijken. Eerst eten we beneden bij de ingang een broodje.

Als we boven zijn hebben we een mooi uitzicht over de omgeving en bekijken we de ruïnes van de wijnpersen en de kerken die daar ooit gebouwd zijn. Er is hier nog veel werk te verzetten om alle stenen weer op elkaar te passen.

Ons hotel in Mitzpeh Ramon.

Om half vijf zijn we weer beneden en gaan dan terug naar ons hotel, waar we een bad nemen en daarna een borrel drinken. Om half zeven aan tafel en inmiddels is het sabbat geworden. Vanavond is er iets te doen in de lounge, maar we verstaan er toch niets van dus gaan we weer op tijd naar bed.

Zaterdag 13 maart 1999.

Het is ’s morgens fris als we opstaan, maar na het ontbijt, als we in de auto zitten op weg naar Eilat doet de zon zijn werk weer en wordt het steeds warmer. Om half twaalf stoppen we bij de Red Canyons, waar onze korte broeken weer aan gaan Daar is een kloof van rode rotsen, waar we af en toe naar beneden glijden of trapjes af moeten. Dat gaat goed, maar nu weer omhoog.

 

 

 

 

 

 

 

Wandeltocht door de Red Canyons.

 

 

 

 

 

Als we dat niet doen moeten we vier of vijf uur wandelen om bij de auto te komen. Dan gaan we maar weer terug en na veel puffen en hijgen, komen we weer boven en genieten van de mooie natuur. We rijden door, richting Eilat en stoppen onderweg bij een uitzichtpunt, waar je aan de ene kant voor de Egyptische grens staat en als je je omdraait kijk je naar Jordanië en de Rode Zee.

Gezicht op Jordanië.

Gezicht op Egypte.

 

Grens met Egypte.

 

 

 

 

Dan rijden we verder en bereiken met veel bochten en mooie uitzichten over de Rode Zee en Eilat. Daar komen we ongeveer om drie uur aan en zoeken onze kamers op. We kleden ons om en genieten van onze rust in het zwembad van Rivièra-Club. Om half zeven gaan we aan tafel aan de overkant van de weg in het restaurant “King Salomon”. Nou, het is weer als vanouds. Je kunt het niet zo gek bedenken of het staat er. Hier kun je met recht zeggen: een land vloeiende van melk en honing. Na het eten maken we nog een wandeling door het woud van hotels. We zijn op zoek naar hotel Paradiso, waar familie de Jong een paar jaar geleden is geweest. Het hotel is inmiddels van naam veranderd en blijkt vlak achter King Salomon te liggen. Nog wat drinken en lekker naar bed.

Zondag 14 maart 1999.

Vandaag ondernemen we niets. We staan om negen uur op en gaan lekker ontbijten. Dat is hier echt een feest. Verschillende soorten brood, gebakken eieren, zacht en hard gekookte eieren, er staat iemand zelfs eieren te bakken, waar men kan aangeven of men er champignons in wil of uien of wat dan ook.

Er is een tafel met melk, yoghurt, kwark vla e.d. waarbij cornflakes, havermout en diverse soorten vruchten Ook de soorten jam ontbreken niet. Koffie en thee stonden op tafel, maar espresso en cappuccino werden op bestelling klaargemaakt. Na het ontbijt is het nog te fris om bij het zwembad te zijn, maar om een uur of twaalf wagen we het toch maar en het is er heerlijk. Ik ben snipverkouden, maar met het hooft uit de zon is het goed toeven. De hele middag brengen we aan het zwembad door en we vervelen ons nog niet. Ondertussen laten we de meegebrachte modder een beetje drogen, zodat het niet zo zwaar is in de koffer. Nog even badderen en daarna gaan we weer lekker eten. Het is erg vol, omdat er een groot gezelschap zit te eten De bediening vraagt ons of we buiten willen zitten. Het is er warm genoeg voor dus dat willen we wel. We zien buiten bij het zwembad een tafel staan met allerlei lekkers er op. Ook wordt er een podium opgesteld. Het wordt hier feest vanavond. Heerlijk gegeten. We wandelen nog even Eilat in en gaan dan ieder naar onze kamer. Daar horen we opeens buiten geknal klinken. Eerst weet je niet wat je moet denken en dan dringt het tot ons door dat het vuurwerk is. Ik loop de gang op en zie vanuit het raam prachtig vuurwerk vanuit de tuin bij King Salomon. Dat hoort dus ook bij het feest. Jan en Dit komen ook even kijken. Ik bel nog even naar huis en krijg Jorrit aan de telefoon. Alles gaat goed. Oma is even bij Riek Timmer kerktelefoon luisteren. We drinken daarna nog wat op de kamer en gaan weer op tijd naar bed.

Maandag 15 maart 1999.

Vanmorgen is het een beetje bewolkt. Na het heerlijke ontbijt stappen we in de auto en rijden naar Ein Netafim. Dat is een kloof net boven Eilat. We wandelen een stukje richting kloof en het is de bedoeling dat we daar naar beneden afdalen om dicht bij het plekje te komen waar water uit de rotsen stroomt.

 

 

 

 

 

 

Ein Netafim.

 

 

 

 

 

 

 

We proberen een stukje, maar Dit vindt het toch te gevaarlijk. Ze voelt zich niet helemaal fit en durft het daarom niet aan. Jan houdt haar gezelschap en wij dalen rustig af. Het is inderdaad best wel pittig. De rugzak blijft af en toe steken, zo smal is het. Maar we komen beneden en zien inderdaad uit een klein gaatje het water druppen in een klein bekken. Voor het zich goed en wel kan verspreiden is het al opgedroogd, zo weinig is het.

Jan en Dit staan vanaf de rand naar ons te zwaaien Dan klimmen we weer omhoog en aanvaarden met Jan en Dit de terugtocht naar de auto. We beseffen nu pas dat we op de heenweg behoorlijk gedaald zijn. Dat betekent dat we nu weer omhoog moeten lopen en dat gaat toch minder makkelijk.

Maar het is toch een leuk plekje hier. Dan pakken we de auto weer en rijden terug naar Eilat, waar we naar het Observatorium gaan, waar we de vissen tussen de koralen kunnen zien zwemmen. Het is in één woord: PRACHTIG. Jan en Dit zijn hier al voor de derde keer en vinden het weer mooi.

 

 

 

 

 

 

 

Als zij naar boven zijn gaan Frans en ik nog een keer een rondje doen. Dan ontdekken we weer andere vissoorten. We genieten van de prachtige kleuren, die we zien. Uit ieder raam zie je weer een ander schilderij. Alleen zie je het ook nog bewegen. Het mooie is dat het Observatorium in een natuurlijke omgeving is geplaatst. Het is geplaatst net voor de broedtijd, zodat de jonge vissen gelijk gewend waren. We lopen naar boven en besluiten ook nog even 90 treden omhoog te gaan om alles ook nog even van boven te zien.

 

 

Frans aan de praat met een Nederlander.

 

We zien daar Israël, Jordanië, Egypte en in de verte Saoedi  Arabië. Als we weer terug komen zitten Dit en Jan al aan de koffie in het ronde restaurant. We lopen ook nog gauw het aquarium in, waar alle vissen nog eens van heel dichtbij te bewonderen zijn en ook de koralen op de achtergrond prachtig zijn. Er is ook een afdeling waar fluoriderende vissen in het donker te zien zijn. Schitterend. Je raakt niet uitgekeken. Maar helaas, de tijd dringt. De auto moet vandaag nog ingeleverd worden. Maar de schildpadden mogen we niet overslaan, dus ook die nog even bewonderen.

Ook pijlstaartroggen zwemmen rustig rond. Gauw nog een paar mooie kaarten kopen van de vissen die we gezien hebben en dan terug naar het hotel. Daar maken we de auto leeg en gaan we naar de stad. Dit blijft op haar kamer, want ze voelt zich niet erg lekker. Als we de auto inleveren wordt ons gevraagd of we thuis gebracht willen worden. Dat is niet tegen dovemansoren gezegd. Jan drinkt bij ons nog even wat, dan kan Dit slapen. Daarna lekker in bad en eten in King Salomon. Na het eten lopen we nog even de stad in om uit te waaien. Nog wat drinken en om half elf naar bed, na een af en toe bewolkte dag.

Dinsdag 16 maart 1999.

Prachtig weer. Om kwart voor negen aan het ontbijt. Nu hebben we geen auto meer dus gaan we niet meer ver weg. Frans en ik lopen om tien uur nog even het winkelcentrum in om wat souvenirs te kopen. Om half een zijn we weer terug en vinden we Jan en Dit heerlijk luierend bij het zwembad. We zouden naar het strand gaan, maar Frans en ik waren er al langs gelopen en zagen dat het druk was. Bij het zwembad is het heerlijk rustig, dus besluiten we maar om hier te blijven. We blijven lekker liggen tot kwart voor vijf en nemen daarna een bad. Een borreltje voor het eten gaat er ook nog wel in. We laten ons weer heerlijk verwennen bij King Salomon.

 

Lekker glaasje wijn bij het eten in King Salomo’s Restaurant.

Het is nu echt onze laatste warme maaltijd hier voor we naar huis gaan, maar ja, aan alles komt een eind. We beginnen hier trouwens wel steeds meer mensen te kennen. Vanmiddag kwam ik in het zwembad Hilde de Graaf uit Benschop nog tegen. Zij is met haar schoonouders ook hier in Rivièra en gaat morgen ook gelijk met ons naar huis. Na het eten waait het flink en we besluiten om maar lekker op onze kamer te blijven. Jan en Dit kwamen bij ons nog wat drinken.

Woensdag 17 maart 1999.

Opgestaan met zonnig weer, maar wel veel wind. Om kwart voor negen gaan we ontbijten en hebben we bijna alles al ingepakt. Daarna liggen we nog heerlijk bij het zwembad tot twaalf uur en daarna kleden we ons om en pakken de laatste dingetjes in. We gaan naar de hal en drinken nog wat fris. Om half twee worden we opgehaald door een busje van K.Tours. Daarin zitten nog twee dames die in Eilat op vakantie zijn geweest. Ze hebben niets ondernomen. Maar de volgende keer willen ze het toch anders doen.

 

 

 

 

 

 

 

Om vijf uur gaan we vliegen en om tien voor tien landen we na een voorspoedige reis op Schiphol, waar Swen en Monique ons staan op te wachten en familie de Jong wordt opgehaald door Peter.

Dat is dan weer het einde van een schitterende vakantie.