Israël 2006 voorjaar

ISRAËL


20 jan – 2 feb 2006

Vrijdag 20 januari 2006.

Jorrit brengt ons om kwart over vijf in de morgen naar Schiphol. Er is al veel verkeer op de weg. Hij zet ons om net over zes uur af op Schiphol en wij nemen afscheid van hem.

We wachten even om in te checken en zijn om half zeven door de douane. Dan gaan we op de koffie af. Alleen de Mc. Donalds is open. Nou, de koffie is daar ook goed. Kim belt nog en vraagt of ze mee mag. Oma zegt dat er geen stoel meer vrij is in het vliegtuig. Dan is het goed. We moeten nog naar gate G.10 om de handbagage te laten controleren. Daar zijn detectorpoortjes en natuurlijk is Frans weer de pineut. Hij moet mee in een kamertje om zich te laten fouilleren. Het blijkt dat er een rits in zijn broek zit waar de detector moeite mee heeft. Opgelost.

Dan worden we onder begeleiding naar gate G.8 gebracht en om tien over negen gaan we het vliegtuig in. Om half tien rijden we de startbaan op. Na een rustige vlucht landen we om half drie (Israëlische tijd) op vliegveld Ben Goerion. We hoeven dit keer geen visum in te vullen. Dat is nieuw. Dan gaan we naar de balie van Sixt om de auto op te halen. De papieren in orde maken duurt lang, maar om tien over half vier rijden we het terrein bij het vliegveld af.

Het is niet druk onderweg, waarschijnlijk dat het sabbat wordt. Om kwart over zes rijden we Nes Ammim binnen. We hebben niet huisje 91 maar huisje 90.

We krijgen ook nog vrijkaartjes voor een concert dat vanavond in “the house of prayer” (de kerk) wordt gegeven. We zien nog wel wat we doen. We brengen de koffers in ons huisje en geven wat dingen vast een plaatsje.

Om zeven uur gaan we naar de eetzaal waar het behoorlijk druk is. Er zijn weer veel religieuze joden die daar de sabbat vieren. Het eten is weer heerlijk en we zijn op tijd klaar met eten, dus we besluiten om naar de kerk te gaan en achteraan te gaan zitten. Als het ons niet bevalt of we worden moe kunnen we er zonder te storen uit lopen.

Het is een concert van een pianiste en een violist. Net er voor ziet Ria Veldman ons zitten en komt naar ons toe om ons te verwelkomen. We praten deze week wel verder, want de avond gaat beginnen. Er worden liederen uit de gehele wereld ten gehore gebracht, zoals iets uit Fiddler on te roof en iets uit My fair lady.

Er wordt uit volle borst meegezongen en geklapt. Bij een van de laatste liedjes staan de voorste rijen mensen op en beginnen in een kring de “Hora” te dansen. De violist gaat in het midden staan. Heel leuk om mee te maken. We gaan dus niet eerder naar huis en om half tien gaan we voldaan naar huis, blij dat we gegaan zijn.

Frans probeert nog contact te krijgen met Jannie, maar die is er niet. Dan gaan we naar bed na een lange dag.

Zaterdag 21 januari 2006.

Vandaag is het zonnig. Om half elf stappen we in de auto en rijden via Nahariya wegnr. 89 op richting Ma’alot-Tarshiha. Net na Ma’alot gaan we wegnr.864 volgen. Leuk om te rijden. Daarna gaan we wegnr. 85 op en volgen die tot Korazim. Onderweg drinken we koffie bij een cafeetje waar je doorheen kunt lopen en buiten op het terras een prachtig uitzicht hebt over het meer van Gallilea.

Korazim is een ruïne van een stad uit de tijd van Jezus. Jezus heeft drie steden vervloekt in de bijbel (Math 11:21 en Lucas 10:13) en daar was Korazim er één van. De andere twee zijn Capernaum en Bethsaida. Nou, Capernaum zijn we al verschillende keren geweest, maar Bethsaida nog niet…… dus gaan we nu naar Bethsaida. Daar is echter alleen maar een ruïne te zien. Geen gereconstrueerde stukken, er stond echt niets meer overeind. Daar waren we snel klaar. Het was ook modderig, dus je gaat niet voor je plezier over het terrein wandelen.

Naast Bethsaida is het Jordaanpark. Daar kun je ’s zomers zwemmen in kleine stroompjes. Ook zie je daar ouderwetse watermolens voor het malen van meel. Een prachtige omgeving.

We stappen weer in de auto en rijden wegnr.888 op tot Bnot Ya’akov Bridge. Dan volgen we wegnr.91 naar Mahanayim. Daarna gaan we een klein weggetje op naar Safed. Prachtig om daar te rijden. De witte besneeuwde berg Hermon komtdiverse keren om de hoek te voorschijn. Vlakbij Safed zien we aan de kant van de weg een open gebouw met een blauwe koepel met de leeuwen van Juda erop. In het gebouwtje staat een sarcofaag, met een kleed erover. Daar overheen ligt weer doorzichtig plastic. Er liggen foldertjes en gebedenboeken in een kast. We nemen een foldertje mee en vragen Jannie wel over wie het gaat, want alles is in het Hebreeuws te lezen. Daarna volgen we wegnr. 89 tot Nahariya. Onderweg worden we aangehouden door de politie. Ze spreken ons aan in het Hebreeuws en als we vragen of ze Engels spreken mogen we gelijk doorrijden.

Om kwart over zes zijn we terug in ons huisje, drinken een glaasje wijn en om zeven uur gaan we eten. Er ligt een berichtje in ons huisje dat Jannie gebeld heeft.

Om tien uur gaan we naar bed.

Zondag 22 januari 2006.

Gisteravond belde Jannie dat ze vanavond thuis is, dus we gaan vanavond op bezoek.

Eerst gaan we ontbijten en ontmoeten Ria Veldman. Leuk weerzien. Ze werkt hier sinds november 2004. Ze komt gezellig met een kopje thee bij ons zitten tijdens het ontbijt.

Dan gaan we richting het Hermongebergte, maar het is al laat als we vertrekken en Frans komt tot de ontdekking dat hij zijn sportschoenen niet heeft aangetrokken, zodat het glibberen en glijden wordt als we in de sneeuw terechtkomen.

We besluiten onderweg om naar Banias te gaan. Onderweg in het winkelcentrum op de hoek van wegnr. 99 drinken we koffie en eten wat. Dan gaan we verder naar Banias en bezoeken de tempel van Pan.

Deze was tegen een bergwand gebouwd. Omdat de Arabieren de P niet kunnen uitspreken is het Ban(ias) geworden. Ook wandelen we langs een oude watermolen en krachtcentrale. Onderweg komen we dieren tegen die lijken op Murmeltiere in Zwitserland.

Ook bekijken we het paleis van Agrippa II. Daar onderdoor loopt water om het paleis van water te kunnen voorzien.

Dan rijden we naar de watervallen van Banias. Dat is een paar minuten rijden en dan tien minuten wandelen naar de watervallen.

Als we daar wandelen belt Kim dat ze kan fietsen (met zijwieltjes). Leuk om te horen.

Daarna gaan we weer terug en drinken in Qirjat Shemona (in het winkelcentrum) nog een flesje cola,. Om tien over vier zijn we na veel slingeren en oponthoud de stad uit, want er is omleiding omdat de hoofdweg vernieuwd wordt. Om half zes zijn we terug in ons huisje. Vandaag begon met zon, maar nu in de middag wordt het steeds meer bewolkt. Wel een lekker temperatuurtje overdag.

Als we na het eten naar Jannie rijden worden we net op het kleine stukje hoofdweg aangehouden door de politie. Ze spreken ons in het Hebreeuws aan en als we vragen of ze Engels spreken mogen we gelijk weer doorrijden. Bij Jannie weer een gezellig avondje gehad. We worden enthousiast ontvangen en we voorzien haar weer van typisch Nederlandse eetwaar. Om elf uur gaan we naar huis met de belofte dat we woensdagavond terugkomen.

Maandag 23 januari 2006.

Vandaag een rustige dag gepland. We praten even met Ria Veldman. Ze nodigt ons uit deze week een avondje bij hen op bezoek te komen. Leuk, dat doen we. Na het ontbijt (het regende iets toen we naar de eetzaal liepen) gaan we met Tamar een rondleiding maken over Nes Ammim. We horen van haar hoe het systeem van werken in elkaar steekt.

Als we het goed begrepen hebben is er een hoofdbestuur in Zwitserland en een afdelingsbestuur in Nederland, Duitsland en Israël. Hier werken managers van het Guesthouse, de Technische Dienst, de Sociale Dienst en de Huishouding. En dan werken er nog 35 volontairs. De inkomsten komen uit het Guesthouse, uit de verhuur van woningen in “het Dorp”, de kassenverhuur, de verhuur van de timmermanswerkplaats, de verhuur van avocadovelden en de verhuur van het gedeelte waar verslaafdenzorg gevestigd is.

We zijn ook in de “Zwitserse bus”geweest. Dat is een autobus, die ooit bij de oprichting van Nes Ammim is gekregen van een busonderneming uit de omgeving van Nazareth om te gebruiken als bus in de kibboets. Maar de bus was zo slecht en had geen remmen meer, toen is hij maar in gebruik genomen als onderkomen voor de eerste zes mensen die in de kibboets gingen wonen.

Naast de bus is een aanbouwtje geplaatst en zijn er attributen te zien uit de praktijk van de stichter van de kibboets, Johan Pilon, die arts was. Ook ligt er een aap, noot, mies plankje en hangen er foto’s uit de begintijd.

Er is ook een museum, “de shelter” geheten, waar foto’s van bekende mensen hangen met uitspraken die ze gedaan hebben. Er hangen o.a. foto’s van paus Johannes Paulus II, Pinchas Lapide en monseigneur Beckers.

Tamar vroeg of wij soms ook belangstelling hebben om te komen werken in Nes Ammim. Toen hebben wij onze situatie uitgelegd.

Het is een hele leerzame rondleiding. Hadden we eerder moeten vragen.

Dan gaan we wat boodschapjes doen en drinken koffie in Nahariya.

Daar komen we de man van Ria Veldman nog tegen en die maakte ons attent op “de Bijenkorf”. Zo noemt hij de grote winkel in het centrum van Nahariya.

Daarna gaan we lekker naar ons huisje en strekken onze benen.

Bij het eten is het rustig. Er is nog één andere gast, dus we krijgen aan tafel geserveerd. De hele tafel staat vol met gerechten. Lekker.

Daarna lopen we naar ons huisje en pakken een boek. Ik werk mijn verslag bij en we gaan weer op tijd naar bed.

Dinsdag 24 januari 2006.

Vandaag staan we op tijd op, want we zien de zon. Een uitgelezen dag om naar de berg Hermon te gaan. Om half tien vertrekken we en om twaalf uur zijn we er, nadat we eerst koffie hebben gedronken in het winkelcentrum in Qirjat Shemona.

We zijn nog nooit met de kabelbaan omhoog gegaan en dat doen we nu. Onderweg heb je een prachtig uitzicht over het skigebied. Er wordt volop geskied en gesnowboard. Boven kun je sleetjes huren en op een weitje lekker sleeën. Leuk om te zien.

Iemand vraagt ons om een foto te maken en vraagt gelijk waar we vandaan komen. Als we zeggen dat we uit Holland komen en dat het daar op het ogenblik 8° vriest vinden ze dat wel bijzonder. Maar ze vinden het ook heel bijzonder dat dit de enige plek in Israël is waar je als Israëliër de sneeuw in kunt.

We zijn een poos boven en gaan om half drie weer naar beneden. We gaan net op tijd naar beneden, want de wind is al weer koud aan het worden. Er gaan nog scholieren omhoog en die hebben geen rekening gehouden met het feit dat het boven kouder is dan beneden. Heel schamel gekleed zitten ze in de kabelbaan. Die krijgen het nog kouder als ze boven zijn.

Om net voor vijven zijn we weer terug in Nes Ammim. We drinken een glaasje en doen een tukje.

Om zeven uur gaan we eten en we zijn deze keer alleen.

Daarna lezen we lekker en gaan weer op tijd naar bed.

Woensdag 25 januari 2006.

Vandaag nemen we ons gemak. Vanmorgen gaan we eerst naar de Arabische winkels in Nahariya. Daar kijken we onze ogen uit. Wat een verschillende soorten groenten en fruit liggen daar in grote bakken hoog opgestapeld. Ook soorten die ik niet bij naam kan noemen. De klanten rijden daar ook volle winkelwagens met groenten en fruit de winkel uit.

Daarna gaan we richting Haifa. In Haifa gaan we in twee winkelcentra kijken. We eten daar wat en gaan via wegnr. 75 en 70 terug naar Nahariya. Bij de kruising Kabri volgen we de weg nog even naar boven en gaan naar Rosh ha Nikra. Boven keren we en hebben een prachtig uitzicht over de Middellandse-Zeekust.

Om drie uur zijn we terug in Nes Ammim, waar we heerlijk luieren.

Om zeven uur gaan we eten en daarna rijden we naar Jannie. Daar keuvelen we weer gezellig en om elf uur is het toch weer tijd om afscheid te nemen.

We slapen heerlijk.

Donderdag 26 januari 2006.

De laatste dag alweer hier. We worden wakker met regen en onweer en we moeten hollen naar de eetzaal, want onderweg begint het weer te hozen.

We kopen wat kaarten om te versturen naar de kinderen en de oma’s en schrijven die gelijk als we terug in ons huisje zijn. Dan geven we ze af bij de receptie en stappen in de auto.

We rijden via Akko en gaan de 85 op. Dan de 70 naar beneden en pakken bij Yagur de groene weg nr. 672 over de Karmel. Onderweg hebben we een prachtig uitzicht over Haifa. We rijden langs Daliat el Carmel en stappen daar even uit. De zon schijnt even.

Bij Halabi Anter nemen we koffie en zien de winkel ernaast (die erbij hoort) met kleden en kussenhoezen die in eigen weverij worden gemaakt. Het lijkt me leuk om een tafelloper en kussenhoezen te kopen.

Daarna wandelen we even door het stadje, maar een dreigende lucht noopt ons weer de auto in te gaan. We rijden ook nog even naar Carmel Monastry, waar we al eens geweest zijn. Daar staat het standbeeld van Elia met opgeheven arm.

We rijden verder en gaan via wegnr. 70 de weg nr.722 op. We nemen daarna wegnr. 75 naar Nazareth. Daar gaan we wegnr. 754 op naar Kafr Kana. Als we daar zijn moet ik weer even een foto maken van de boog in het dorp, waarop staat “Welkom in Kana”. Dat doet ons weer denken aan onze trouwtekst : En “Jezus was ook genodigd”.

Daaarna nemen we wegnr. 77 richting Akko. Bij Ha Movil junction gaan we de 79 op naar boven en pakken bij Shfar’am weer de 70 naar Nahariya.

Een regenachtige dag, maar een mooie rit. Om half vijf zijn we terug en drinken we wat.

Na het eten gaan we op bezoek bij Ria en Fred Veldman. Ze wonen in huisje 75 en werken hier vanaf november 2004 als vrijwilligers. Ze zijn van onze leeftijd en zijn heel enthousiast. We voelen ons erg welkom en hebben binnen de kortste keren een gezellig gesprek. Er worden veel wetenswaardigheden over Israël uitgewisseld en voor we het weten is het laat. Maar héél gezellig. We nemen afscheid en beloven door te geven per e-mail waar wij aan de Dode Zee verblijven.

Vrijdag 27 januari 2006.

Vandaag gaan we naar kibboets Shoresh, ongeveer 15 km. voor Jeruzalem. Als we afrekenen bij de receptie komt er een man naar mij toe en zegt dat hij ons herkent. En dan zie ik het ook. In november 2004 heeft hij ons in de eetzaal verteld dat hij binding heeft met Nes Ammim. Zijn moeder (± 2 jaar geleden overleden) was als verpleegster werkzaam bij Johan Pilon, de oprichter van Nes Ammim. Hij heeft ons toen verteld hoe we de grot van Elia konden vinden.

Hij vraagt waar we nu naar toe gaan en als hij hoort dat het Shoresh is vertelt hij nog even dat daar in de buurt druipsteengrotten zijn.

Ook het Diasporamuseum in Tel Aviv is de moeite waard. Wij bedanken hem voor de tips en nemen afscheid.

We nemen wegnr. 2 langs de zee en drinken net onder Netanya koffie. Als we daar zitten komen we tot de ontdekking dat we hier al eerder zijn geweest.

Als we om half drie aankomen krijgen we hetzelfde huisje als de vorige keer, nr. 162.

Het is koud als we binnen komen, maar we zetten gauw de airco aan. Maar overal tocht het. Gelukkig staat er ook een elektrische radiator. Dan is het wel te doen.

We lezen wat en zijn lekker lui. Om zeven uur gaan we eten en vinden de eetzaal vol met biddende en zingende religieuze Joden, die de sabbat aan het verwelkomen zijn.

Na het eten lezen we nog wat en gaan vroeg naar bed.

Zaterdag 28 januari 2006.

Vandaag is het sabbat en is het ontbijt niet zoals het anders is. Geen gebakken ei, maar we eten toch wel lekker.

Na het eten stappen we in de auto en gaan schuin naar de overkant van snelweg nr. 1 richting Jeruzalem, naar Abu Gosh. Dat is ook bekend uit het boek van Bodie Thune. Daar is hevig gevochten tijdens de onafhankelijkheidsoorlog in 1948.

We vinden de kruisvaarderkerk naast de minaret van de moskee die er naast staat, maar we kunnen pas om half drie naar binnen.

Dan gaan we door naar Sorek caves. Daar gaan we de grotten in en het lijkt daar veel op de grotten in Remouchamps in België, waar we ooit geweest zijn. Het is prachtig om te zien. Dit is in 1968 ontdekt tijdens opblazen van een stuk berg om stenen te delven voor de bouw. Er werd toen een gat ontdekt en toen ze er in keken zagen ze een wonderlijke wereld onder de grond.

Sinds 1975 is het een natuurreservaat. Prachtig.

Als we buiten zijn is het ongeveer half drie en besluiten we nog even naar Abu Gosh te rijden om een bezoek aan de kruisvaarderkerk te brengen. Sinds 1899 is deze kerk Frans eigendom en is het een klooster geworden. De tuindeuren staan open en we lopen naar binnen. Daar vinden we gelijk het graf van een kruisvaarder.

We gaan ook nog even naar de kerk van “Notre Dame”. Deze torent letterlijk hoog uit boven de stad. Er staat namelijk een beeld van Maria op de kerk dat heel duidelijk te zien is vanuit de stad. We lopen even om de kerk heen en nemen een foto van het beeld. Ook kunnen we nog even een kijkje nemen in de kerk. Deze kerk is gebouwd op de plek waar de Ark van het verbond gestaan heeft voordat hij naar Jeruzalem vervoerd is met de ossen. Tijdens die rit is Uzza gedood door God omdat hij een poging deed om de Ark te redden toen de ossen uitgleden. (2 Samuël 6:3-8)

Dan is het half vier en begint het flink te regenen. De wolken hangen laag in de bergen. We gaan terug naar ons huisje en drinken een glaasje wijn. Vanuit ons huisje is er nu weinig te zien met dit weer.

Er is ons gevraagd vroeg te komen eten omdat het sabbat is. Dat doen we dan maar. Om vijf uur lopen we de eetzaal in en die zit vol met religieuze Joden. Er wordt gauw een tafeltje voor ons gedekt. Het eten is niet zo uitgebreid als anders, maar dat komt omdat het sabbat is.

Om zes uur zijn we klaar en hebben de koffie ook al op. Lekker lang gelezen vanavond. Om tien uur ga ik naar bed en Frans komt niet veel later.

Zondag 29 januari 2006.

Vandaag is Vincent jarig. Na het ontbijt stuurt Frans een SMS-je om hem te feliciteren.

Vandaag gaan we naar Arad via de Dode Zee, We pinnen even in het winkelcentrum in Ma’ale Idumim, want je weet nooit waar je voor komt te staan. Onderweg bij Almog worden we omgeleid via de weg langs Jericho. Waarom weten we niet. We drinken een kopje koffie bij het benzinestation boven aan de Dode Zee aan het begin van wegnr. 90. Frans maakt er met zijn telefoon een foto van mij met als achtergrond de palmbomen en stuurt die door naar Swen. Dat wordt het begin van een levendig SMS-verkeer met de familie. Hij heeft ook een foto gemaakt op de berg Hermon in de sneeuw. Swen heeft deze foto’s laten zien aan de familie op de verjaardag van Vincent en ze seinden door dat ze nu toch wel een beetje jaloers worden.

Dan gaan we verder en rijden naar Mineral Beach bij Mitspe Shalem. Daar is het wel wat warmer, maar het trekt ons niet om het water in te gaan. Er loopt ook niemand bij het strand. We drinken er koffie in het zonnetje.

Dan rijden we verder via En Gedi en Massada naar Zohar, waar we afslaan en wegnr. 31 pakken naar Arad. Net voorbij Arad, op wegnr. 80 vinden we Tel Arad. Dat is een oude vesting bij de oude stad Arad. Deze wordt ook in de bijbel genoemd in Nummeri 21:1, Jozua 12:14 en Richteren 1:16. We kijken er rond en hebben een prachtig uitzicht over de bergen van Judea. Frans is maar druk met het beantwoorden van alle SMS-jes, maar vindt het leuk om te doen.

Dan gaan we verder op wegnr. 31 naar wegnr. 40, net boven Bersheba. We volgen deze weg tot Kirjat Gat en nemen dan wegnr. 35 tot Beit Guvrin (de bellgrottes die we al eerder bezocht hebben) en gaan dan wegnr. 38 op tot de oprit van wegnr. 1 bij Beit Shemesh. Op de heenweg deden we er 3 uur over (met alle stops) en op de terugweg 1½ uur. Om vijf uur zijn we terug in de kibboets. Daar is het aanmerkelijk kouder dan aan de Dode Zee. We pakken een wijntje en een boek en ontspannen lekker. Dan gaan we eten. We vinden het eten ronduit slecht. Alleen vis met veel graten en verder aardappels verborgen in een soort cake en croissantjes met kaas, nog een ander soort meelbal en een taaie kleine pizza. We weten dat het eten anders is als thuis, maar er is weinig variatie en zeker niet voor elk wat wils. We doen dit niet gauw, maar vinden het toch nodig om nu de bediende te waarschuwen. Hij kijkt al heel bedeesd en vertelt ons dat er al meer klachten zijn. Hij zegt iets over problemen met de chef en dat we het beter kunnen melden bij de receptie. Dat doen we. Daar wordt ons gevraagd of we het morgenochtend willen melden bij de manager, want die is er nu niet. Oké.

Terug naar ons huisje en lekker gelezen.

Maandag 30 januari 2006.

Vandaag schijnt het zonnetje als we opstaan. Na het ontbijt, dat de bediende van gisteravond aangenaam voor ons maakt door te vragen of we een omelet willen en bij het raam in het zonnetje willen zitten, gaan we langs de receptie. We melden onze klacht en er wordt gelijk op gereageerd: De klacht is bekend en er wordt aandacht aan het eten besteed. Vanavond zal het beslist beter zijn.

We gaan naar Jeruzalem en parkeren onder het David Citadel Hotel en beginnen met een kopje koffie in de gezellige autovrije Jaffastraat. Er wordt op een viool gespeeld en het klinkt heel gezellig. We eten wat bij de Mc Donalds en gaan daarna naar de oude stad via de Jaffapoort. We lopen door de Suq el Bazar (Davidstraat) naar de Western Wall. Daar is het drukker dan normaal op een gewone werkdag. Als we later in de Joodse wijk bij het café op de hoek van het plein vragen aan de Zwitserse serveerster uit Bern hoe dat komt, zegt ze dat het de eerste dag van de Joodse maand is en dat is geen normale dag.

Frans bezoekt de mannenkant met het fototoestel en ik ga naar de vrouwenkant van de Klaagmuur. Er wordt veel gebeden uit een boekje, maar ik zie ook een vrouw die een telefoontje pleegt. Alles kan tegenwoordig.

Dan gaan we naar de Sionspoort via een stukje van het Cardo. Als we daar zijn lopen we naar de sarcofaag van koning David. Frans naar de mannenkant en ik naar de vrouwenkant. Daar wordt ook gebeden. Dan wordt aan ons gevraagd door een gids of we ook naar de zaal van het laatste avondmaal willen. En dat willen we. Hij brengt ons daar en vertelt dat hij een Messiaanse Jood is. Hij brengt ons daarna ook naar de kerk die gewijd is aan Maria’s sterven. Die staat vlakbij de zaal van het laatste avondmaal. Dan brengt hij ons ook nog naar de plek waar je de kerk kunt zien die staat op de plaats waar Petrus Jezus verloochend heeft. Daar ergens moet ook het stuk land liggen dat is gekocht van de 30 zilverlingen die Judas in de tempel heeft gegooid. (Math.27:3-10)

Dan is het kwart voor vier en vinden we het genoeg voor vandaag.

We luieren lekker tot we gaan eten. Het eten is goed vanavond, maar nog steeds geen vlees. Wel wordt er gevraagd of we een omelet willen. Ook krijgen we een kan sinasappelsap en grapefruitsap op onze tafel. Ze doen erg hun best.

Dan gaan we weer naar ons huisje en pakken ons boek. We lezen wat af.

Dinsdag 31 januari 2006.

Vandaag is het mooi weer. We gaan naar het ontbijt in onze truien.

We willen vandaag naar Be’er’Sheva oftewel Bersheba. We gaan via wegnr. 1 richting Tel Aviv, afslag Beit Shemesh, wegnr. 38, dan wegnr. 40.

We parkeren de auto in de oude stad en lopen daar wat rond. We drinken koffie op het terras van een Bulgaars restaurant. De eigenaar komt uit Bulgarije (Sofia) en zijn vrouw uit Turkije (Istanboel). De buurman, een opticien komt uit Marokko en zijn vrouw uit Hongarije. Zo is dat vaak hier, zegt de vrouw van de eigenaar.

Dan gaan we weer verder en gaan naar Arad. Daar nemen we wegnr.3199 naar de achterkant van de Massada, door de woestijn van Judea. Eerst zien we de verkeerde berg voor Massada aan, maar dan aan het eind van de weg zien we de juiste berg opdoemen. Aan de achterkant lijkt het niet zo indrukwekkend, omdat we wat hoger staan als aan de andere kant. Daar sta je aan de diepe kant bij de Dode Zee.

Er staan hier ook nog werktuigen die gebouwd zijn voor de film “Massada”. Leuk om hier te zijn. Er staan wel zes touringcars. Je kunt aan de kant van de Dode Zee met de kabelbaan omhoog gaan en er aan deze kant af lopen. De bus moet dan wel een heel stuk om rijden. We drinken een kopje koffie met het uitzicht op de berg.

Kwart over vier vertrekken we weer en twee jongemannen vragen beleefd of ze een stukje mee kunnen liften. Nou dat kan.

Even verder bij Kfar ha Nokdim stappen ze weer uit en rijden wij verder naar Arad. Daarna weer richting Dode Zee. Het wordt schemerig en we zien de bergen in een rode gloed liggen. Prachtig om te zien. Als we de Dode Zee verlaten is het donker en om zeven uur zijn we weer bij de kibboets. We hebben bij de Dode Zee de landkaart weggelegd en zijn in het donker door Jeruzalem gereden zonder kaart. En het ging goed.

Het eten was weer minder. In ons huisje nemen we nog een lekker wijntje en genieten weer van ons boek.

Woensdag 1 februari 2006.

Het is niet koud vandaag, maar de zon schijnt niet uitbundig.

Na het ontbijt stappen we in de auto en rijden in drie kwartier naar Tel Aviv. Daar bezoeken we op de campus van de Universiteit in Ramat Aviv het Diaspora museum. Dit gaat over de geschiedenis van de Joden die verspreid zijn over de hele wereld. Het is altijd weer de Jood die door de Christelijke wereld wordt verjaagd, door alle eeuwen heen. Ook de Joden die in Amsterdam wonen worden genoemd.

Daarna eten we een broodje in het museum. Een meneer komt naar ons toe met een formulier. Hij vraagt of we als buitenlander dit willen invullen en laten weten hoe we het museum vinden. Dat doen we. Hij vraagt hoe we hier zijn gekomen en Frans zegt: per auto. Als we zeggen dat we door heel Israël rijden noemt hij Frans “a brave man”.

Na het museum gaan we nog even in Jaffa kijken. We lopen langs de nauwe straatjes naar de haven. Onderweg zien we het huis van Simon de leerlooier. Het huis waar Petrus gelogeerd heeft en op het dak het visioen met de onreine dieren heeft gezien.(Hand.11:5-10)

Bij de haven liggen boten die slecht onderhouden zijn. We lopen nog even een stukje over de vlooienmarkt en gaan dan terug naar de kibboets. Nog even de koffers klaar maken voor morgen en dan een lekker wijntje.

Weer geen vlees of aardappelen of rijst bij het eten. Wel aardappels in een soort deeg verwerkt. Vis met graten en een soort croissantje met zoetigheid en veel koude groenten en sauzen. En we hebben soep vooraf. Het lijkt op wortelsoep en smaakt lekker. Het toetje bestond uit warme chocoladecake of fruitcoctail. We lopen terug en komen tot de conclusie dat we hier toch maar niet meer heen gaan.

De bediening is slecht en de weg naar ons huisje is slecht verlicht doordat er veel lampen kapot zijn.

We drinken ons laatste wijntje en zijn weer helemaal bij met het wereldnieuws, want we hebben niets meer te lezen. Op tijd naar bed.

We seinen Cees en Gert nog een fijne vakantie door.

Swen belt nog even en Kim zegt dat we nu moeten komen. Ze eten vanavond bij Jorrit. Leuk. We zeggen Kim dat we zo gauw mogelijk thuis komen.

Donderdag 2 februari 2006.

We staan op met bewolkt weer. Om tien over tien stappen we in de auto en rijden naar het vliegveld. Eerst tanken we en gaan dan de auto inleveren bij Sixt-Schlomo. We worden door het verhuurbedrijf weggebracht naar de vertrekhal. Daar moet Frans zijn koffer open maken omdat er op de kofferscan iets verdachts te zien is. De oplader van de I-pac is de boosdoener. Frans deelt mee dat het apparaat niet goed werkt en dan moet ook de I-pac en de telefoonoplader met telefoon meegegeven worden. Even later komt alles terug, behalve de oplader van de I-pac. Die moet achterblijven en komt met de volgende vlucht naar Schiphol. Daar kunnen we hem ophalen. Na veel heen en weergepraat krijgen we een bewijs mee dat hij hier is ingeleverd en dat we op Schiphol bij de afdeling verloren en gevonden voorwerpen ons moeten melden. Er wordt ons beloofd dat het apparaat door een koeriersbedrijf wordt thuisgebracht. Daar kunnen we mee instemmen. Het heeft ons een uur gekost, maar we hebben nog twee uur over. We kopen nog wat speelgoed voor de twee oudste kleinkinderen en de anderen krijgen het geld in de spaarpot.

Verder een voorspoedige reis gehad en om half zeven landen we op Schiphol.

Ingrid en Edwin komen ons ophalen. We drinken nog een kopje koffie op Schiphol en gaan daarna naar huis. Daar drinken we het tweede bakje en Swen komt ook nog even wat drinken, Jorrit belde dat hij laat thuis komt, want hij heeft nog een vergadering van de voetbal.

We praten nog wat na en gaan voldaan na een heerlijke vakantie slapen in ons eigen waterbed. Dat zal weer heerlijk slapen na de korte bedden in Israël.

We denken ook aan deze reis weer met veel plezier terug.