ISRAËL HET LAND VAN DE BIJBEL
Vakantie van 26 april t/m 5 mei 1998.
Zondag 26 april 1998. (Verjaardag Frans)
Het gaat eindelijk gebeuren. Om kwart voor twee in de nacht opgestaan en om kwart voor drie vertrokken naar Schiphol. We werden weggebracht door Swen en Edwin en Ingrid, dus met twee auto’s. Om half vier waren we daar. Er stond een lange rij wachtenden voor ons. Er werd ons niets gevraagd over het inpakken van onze koffers, of iemand ons iets mee gegeven had. Niets van dat alles.
Schiphol ’s nachts drie uur.
Nog even wat gewandeld langs de winkels in het belastingvrije gebied en om kwart over vijf waren wij bij de plaats waar we het vliegtuig in gingen. Oma en Jorrit keken hun ogen uit. Om tien voor half zes gingen we de lucht in. Voor oma en Jorrit een hele belevenis: voor de eerste keer vliegen. Jorrit vond het “kicken” en oma zat te genieten van alles wat er gebeurde. In het vliegtuig kregen we een ontbijt van gebakken omelet met een sesambroodje met boter en jam. Daarna koffie of thee. De piloot vertelde ons af en toe waar we ons bevonden en hoe laat we zouden gaan landen. De temperatuur op 10 km hoogte was 55˚ onder nul. We zagen weinig onderweg want we vlogen boven een dik wolkendek. Omdat het beter weer werd konden we op aanwijzing van de piloot Cyprus zien liggen. Even later kregen we nog een glaasje fris met een zakje nootjes.
Oma en Jorrit in de cockpit.
Om kwart voor elf Israëlische tijd (het is daar een uur later) landden we op de luchthaven “Ben Goerion” in Lod bij Tel Aviv. We moesten ons melden bij de balie van de “Twelve Tribes” voor de huurauto van verhuurbedrijf ” Reliable “.
Voordat we de luchthaven af waren was het kwart voor twaalf. We gingen in een bestelbus met onze koffers naar het kantoor van “Reliable” waar een gloednieuwe Suzuki Baleno voor ons klaar stond. Een automaat GLX met autotelefoon. Er was nog moor 1800 km mee gereden, maar had wel een paar deuken.
Frans op het kantoor van autoverhuur bedrijf “Reliable”.
Nadat we de koffers in de auto hadden, (een hele opluchting voor Frans) konden we naar ons hotel in Shefayim Frans moest wel even wennen aan de automaat, maar we reden zonder kaart naar de kibboets. De koffers gebracht op onze mooie kamers met airco en toen gevraagd waar we konden eten, want het cafetaria op het terrein werd verbouwd. Vlakbij het terrein lag een winkelcentrum, waar Frans een broodje vlees, oma en Jorrit een soort croissant en ik een omelet met champignons hebben gegeten. Daarna om half drie naar Jaffa of Joppe of Jafo gereden. (Jez. 19: 46) het erfdeel van Dan, (2 Kr.2:16) hout wat hier aangevoerd werd uit de Libanon voor het bouwen van de Tempel, (Jona 1:3) het verhaal van Jona in de walvis. De auto op het parkeerterrein langs de zee geparkeerd en de trappen op via de ambassade van het Vaticaan naar het huis van Simon de leerlooier. Daar logeerde Petrus toen hij een laken uit de hemel zag nederdalen (Hand.10 en Hand.11:5). Het huis was erg veranderd sinds vorig jaar. De letters van Simon de leerlooier stonden verminkt hoven de deur en binnen in het huis was nu een moskee voor moslims. Ook woonde hier Tabita (Dorkas) die door Petrus werd opgewekt. (Hand.9: 36vv) Frans vertelde ons daar dat er twee uitstortingen van de Heilige Geest geweest zijn. Eén voor de Joden en één voor de heidenen in Ceasarea (Hand.2 en Hand.10 vanaf vers 41). We zijn boven over het plein teruggelopen en hebben de Vlooienmarkt nog even bezocht.
De vlooienmarkt in Jaffa.
Een hele straat vol met kleine schuurtjes, waarin handel gedreven werd, zoals kleden verkopen, snuisterijen en oude meubels, souvenirs enz. Wat een verschil met Nederland. Jorrit heeft de filmcamera ook gevonden en vindt het leuk om te filmen. Later op de hoek van een straat nog 4 blikjes cola met een plastic beker gekocht voor f. 12, -.
Op een bankje in Jaffa.
Bij de auto opgedronken. Dat was lekker, want het is buiten warm en zonnig geworden. Daarna terug naar onze kibboets Shefayim. Daar waren we om half zeven. Buiten op het terras van onze kamer aan mijn verslag begonnen en om zeven uur gaan eten.
Na het eten nog een rondje over de kibboets gewandeld. Inmiddels was het acht uur geworden en pikkedonker. Het park was prachtig verlicht. Er groeiden palmbomen en andere bomen die in bloei stonden en bij avond een heerlijke geur verspreidden. Aan de rand van het park, vlakbij de Middellandse Zee stond een grote witte feesttent, waarin een Bar Mitswa feest werd gehouden. Dan wordt de hele familie uitgenodigd en wordt er gegeten en gedronken.
De tuin vn Shefayim.
Een prachtige avond. Daarna op onze kamer nog een borrel genomen op de verjaardag van Frans en om tien uur naar bed. Om kwart over tien (we sliepen al) werden we uit bed gebeld door Jannie. Ze wist dat Frans jarig was en wilde hem nog feliciteren. Ze had bezoek gehad en wilde toch nog even bellen. Om kwart over drie was Frans aan het spoken. Die had kramp in zijn kuit en zocht de spierzalf. In gemasseerd en nog een paracetamol en toen kon hij gaan slapen. Dat was pas een lange dag.
Maandag 27 april 1998.
Vandaag begint het met bewolking, terwijl af en toe de zon schijnt. Eerst de koffers in de auto gebracht en toen in de eetzaal ontbeten. Alles weer volop aanwezig. Ons afgemeld bij de receptie en naar de auto. Het regende even, maar al gauw reden we weer in de zon.
Vandaag beginnen we in Caesarea, dat ligt prachtig aan zee. De golven slaan over de stenen van het havenhoofd. Oma liep te genieten en Jorrit liep alles twee keer. Hij kon daar lekker klimmen en klauteren over muurtjes. Dit is een havenplaats die door Herodes de Grote is aangelegd. Herodes Agrippa is hier gestorven. Ook woonde Pontius Pilatus hier. Hij ging alleen met grote feesten naar Jeruzalem. Paulus is hier verschillende keren geweest (Hand.9:30, 18:22 en 21:8) en heeft hier ook gevangen gezeten. De hoofdman over honderd kwam hier vandaan. (Hand. I 0) Tijdens de Kruisvaardertijd was deze plaats een belangrijke vesting. In 1265 werd deze stad door de Arabieren veroverd en verwoest. De steenblokken hiervan zijn weer gebruikt om o.o. de stad Akko te bouwen.
Ceasarea.
Ceasarea.
Eerst hebben we geprobeerd via de boulevard naar het theater te gaan, maar zo konden we er niet komen. Toen zijn we in de auto gestapt en even verder op de eerste parkeerplaats gestopt.
Ceasarea apphitheater.
Van daaruit konden we het theater wel bezoeken. Wat een prachtig bouwwerk voor die tijd. Het is gerestaureerd en nu weer in gebruik genomen. Oma kon er niet genoeg van krijgen. Jorrit bleef bij de auto, die vond het te warm om nog verder rond te lopen. Om één uur vertrokken richting Jannie. Onderweg nog wat gegeten bij de Burger King, net voor Akko. Die hadden we vorig jaar ontdekt. Omdat we een telefoon bij ons hebben, heeft Frans nog even naar Jannie gebeld dat we iets later komen. Om kwart voor drie waren we bij Jannie.
We hebben in de serre gezeten en koffie met gebak genuttigd. Ondertussen foto’s van de bruiloft van Joav bekeken en ook foto’s van het feestje toen Jannie 50 jaar werd. Sarah kennen ze hier niet (vreemd hè), maar daar hadden Marian en Gert (haar broer) voor gezorgd. Die waren met twee dochters overgekomen voor de bruiloft en konden zo ook op haar verjaardag zijn. Jannie en Jair hebben ons de Moshave laten zien. Langs de zee gewandeld, want Shavei Zion ligt aan de Middellandse Zee. Toen zijn we naar ons volgend verblijf gereden, dit keer Nes Amim Deze kibboets ligt ongeveer 6 km bij Jannie vandaan iets het binnenland in.
Onze kamer.
Jannie belde.
Onze kamers opgezocht en de koffers afgezet. Ons opgefrist en gaan eten. Het eten bestond uit kip met rijst, sperzieboontjes, worteltjes en sla met taugé. Meloen met aardbeien toe. Alles aan tafel geserveerd. Daarna nog even naar Jannie toe. Toen we aankwamen was ze er niet, maar na vijf minuten kwam ze thuis. Achteraf bleek dal ze nog even gewerkt had in het hotel.
De toegangsweg naar Janny.
Een mogelijke oplossing voor de mozaïek
vloer in Shavei Zion.
Oude mozaïek vloer.
We zijn gelijk naar het winkeltje in het hotel gegaan om kaarten te kopen. Jannie deed de winkel voor ons open en toen kwamen gelijk andere mensen ook winkelen, dus het duurde even voor de winkel weer leeg was. Jair was ook in het hotel, want die is op een gelegenheidskoor, omdat de moshave binnenkort 60 jaar bestaat. Vanavond moesten ze oefenen. Onderweg naar Jannie’s huis viel oma nog tussen de geraniums, maar dat liep gelukkig goed af voor oma. Voor de geraniums weet ik het niet.
Lekker een kopje koffie gedronken en over van alles en nog wat nagepraat. Het was erg gezellig, maar om kwart voor elf was het echt tijd om afscheid te nemen. Jair zou nog wat plantjes klaar zetten voor oma, maar Jannie kon ze nergens vinden en Jair was nog niet terug. Gelukkig was het niet ver naar Nes Amim. Iedereen gelijk naar de eigen kamer en ik nog even het verslag bijgewerkt. Om half twaalf gingen we plat.
Dinsdag 28 april 1998.
Om acht uur opgestaan en om tien over half negen aan het ontbijt. Het was half bewolkt. De zon liet zich af en toe ook even zien. Jannie belde nog naar Nes Amim dat de plantjes klaar stonden. Na het ontbijt afgerekend bij de receptie en vertrokken richting Jannie. Toen we bij haar huis waren kwam Jair nog even op de fiets langs, zodat we toch nog afscheid konden nemen van hem. Toen op weg naar Beit She’arim Dat is een plaatsje in de Jizreël vallei tussen Haifa en Nazareth, waar het Sanhedrin (Het Hoge Gerechtshof) in de 2e eeuw na Christus heen is gevlucht na de verovering van de Romeinen. Daar heeft de rechtspraak een poos plaats gevonden.
Beit Shea’rim.
Beit shea’rim.
Daar liggen ook de leden van het Sanhedrin met hun familie begraven. Zij liggen daar in sarcofagen, die opgeslagen zijn in uitgehouwen rotsen. In zo’n graf liggen wel 200 sarcofagen. De een nog mooier gebeeldhouwd dan de ander. Heel apart om te zien. Daarna zijn we naar Meggido gereden. Daar zijn we naar boven gelopen, waar je een prachtig utzicht hebt over de Vlakte van Jizreël.
Op de achtergrond de vlakte van Jizreël.
Miggido.
Opgravingen.
De graansilo.
We hebben de graansilo gezien, vermoedelijk uit de tijd van koning Jerobeam (8e eeuw v. Chr. ) en daarna 183 treden naar beneden gelopen om de watertunnel te zien.
De water tunnel van koning Achab.
Jorrit, een beetje hoogtevrees.
De bron.
loslopende schildpad bij Meggido.
Daarna moesten we weer 80 treden omhoog. We zagen daar, hoe tijdens een belegering toch aan water te komen was. Een bron onder aan de buitenkant van de berg werd de berg in geleid en in de berg werd een tunnel gegraven naar het water toe. Daardoor had men altijd vers water tijdens een beleg. De muren om Meggido zijn gebouwd onder koning Salomo.(1 Kon.9: I5) Volgens Openb.16 zal op deze vruchtbare vlakte het Armageddon plaats vinden. Berg van Meggido betekent Armageddon. Toen was het tijd voor een hapje Bij Meggido was daar gelegenheid, dus niet verder gezocht.
Daarna via Kfar Kana naar Nazareth gereden. In Kfar Kana heeft Jezus zijn eerste wonder verricht. Dat was op de bruiloft te Kano, waar Jezus water in wijn heeft veranderd.(Joh 2) Onze trouwtekst was: “En Jezus was ook genood”(Joh.2:2) en dat slaat op deze bruiloft hier in Kana. Leuk om daar nu even doorheen te rijden. We reden onder een boog door met de woorden: “Welkom in Kana”. Wie had dat ooit gedacht toen we trouwden? Hier was ook het huis van Nathanaël, degene de tegen de leerlingen van Jezus zei: (Joh. 1:47) Kan uit Nazareth iets goeds zijn? Toen richting Nazareth om de kerk van de Aankondiging te bezoeken. Jezus, aankondiging is te lezen in Lucas I: 26. Ook valt over Nazareth te lezen in Math. I3: 54. In Marcus 1 wordt verteld dat Jezus uit Nazareth kwam om gedoopt te worden in de Jordaan. Het viel niet mee om een beetje in de buurt te komen, want de wegwas opgebroken. Maar het lukte om te parkeren. We moesten wel steil omhoog een straatje in wandelen, maar we kwamen er.
Nazareth, de kerk van de aankondiging van de geboorte van Jezus.
De kerk van de Aan- kondiging is een vrij moderne kerk met twee verdiepingen. Beneden was een priester met een dienst bezig toen wij daar waren en boven konden we rustig de mozaïek schilderijen bewonderen, die geschonken zijn door landen over de hele wereld. Daarna ook nog even de kerk van Jozef in geweest. Daar zou de werkplaats van Jozef geweest moeten zijn. Er overheen is dus weer een kerk gebouwd.
Toen via Tiberias naar Ein Gev. Dat is onze volgende slaapgelegenheid. Dit is een vakantiepark van de kibboets. Het ligt helemaal apart, want je ziet niets van de kibboets. We waren daar om half vijf. Eerst de koffers in ons huisje gebracht. We hadden de twee eerste witte huisjes. Vorig jaar het laatste witte huisje. Dus voor ons bekend.
In het winkeltje wat frisdrank en een fles wijn gekocht en toen op ons terras van het zonnetje genoten. We hebben weer een prachtig uitzicht over het meer, met aan de overkant de stad Tiberias, We zijn blijven zitten tot zonsondergang.
Ein Gev bij ondergaande zon.
Oma heeft daar de laatste kaarten geschreven. We hadden weinig zin om op te staan, maar om half acht zijn we toch gaan eten. Dat was weer uit de kunst. Om acht uur werd er twee minuten stilte gehouden i.v.m. de dodenherdenking in Israël. Het personeel bleef tijdens het bedienen ineens stil staan langs de tafels. Indrukwekkend.
Na het eten nog even over het terrein gewandeld en de kaarten gepost. Bij ons nog even wat gedronken en op tijd naar bed.
Woensdag 29 april 1998.
Vandaag is het eigenlijk de dag dat de doden herdacht worden, maar de dag begint hier ’s avonds bij zonsondergang. Frans had de T.V. aangezet en toen zagen we dat ze om de zoveel seconden een naam van een gevallene in beeld brachten. Ze zijn begonnen in 1948 en dat gaat zo door tot heden. Vanmorgen om elf uur zogen we onderweg ook mensen naast hun auto staan, omdat toen voor de laatste keer twee minuten stilte werden gehouden. Onze tocht begint vandaag in Capernaum Daar kwam de hoofdman over honderd waarvan de dienstknecht geraakt was. (Math. 8:5)(Lucas 7) Hier heeft Jezus ook een tijdje gewoond (Marcus 2:1).
Dichtbij de synagoge staat het huis van Petrus schoonmoeder, waar de verlamde door het dak werd neergelaten (Marcus 2:3). Dit was ook de woonplaats van Levi, de Tollenaar (Math.9:9). Vanuit de haven sprak Jezus de gelijkenissen (Math. 13:2).Frans mocht nog net naar binnen in zijn korte broek.
Sinds de vorige keer (17 jaar geleden) hebben ze er weer een kerk of ontmoetingsruimte bij gebouwd over de woning van Petrus. Veel te modern naar onze smaak.
In de synagoge gelopen en de oude opgravingen bezichtigd. Daar belde Jannie nog om te vragen hoe het ging en of Ma nog last had van haar val in de geraniums. Gelukkig niet. Die loopt de hele dag door. Jorrit ook, maar dan zelfs twee keer. Die loopt ook te genieten en zeker als Frans iedere keer wat vertelt.
Tabga.
Toen door naar Tabgha. Dat is de vermoedelijke plaats waar de eerste wonderbare spijziging plaats vond. (Math. 1 4: 13 -21, Marc. 6: 3 1-44). De kerk is in 1982 gebouwd over de vloer van een oude Byzantijnse kerk. Op de vloer ligt een mozaïekvloer die vogels en planten uitbeeldt. Het bekendst is wel het mozaïek van de vijf (vier)broden en twee vissen. Waarschijnlijk heeft degene die het mozaïek heeft gemaakt Jezus als vijfde brood bedoeld. Daar ontdekte Jorrit Anne de Jong, die met een groep van de Bijbel school Israël bezocht. Zij was gisteren aangekomen in Israël en wij beloofden haar naar huis te bellen dat ze goed aangekomen was. Daarna zijn we naar de Berg van de Zaligsprekingen gereden. Hier zou Jezus de Bergrede hebben gehouden. (Math. 5: 3 – 11l, Lucas 6:20-23). Je hebt er een prachtig uitzicht over het meer. Je kijkt er hoog overheen.
Berg van de zaligsprekingen.
Daarna zijn we via Migdal, de woonplaats van Maria Magdalena naar Tiberias gereden. Vroeger heette de plaats Magdala. (Math. I 5: 39) In Tiberias aan de haven bij McDonald’s wat gegeten en daarna aan de buitenkant van de stad wat rondgekeken.
Hier hebben ze ook een Mac.
Haven van Tiberias.
Het was moeilijk om geld te pinnen, maar uiteindelijk lukte het toch. Tiberias is bekend van zijn vulkanische bronnen en was lange tijd de zetel van het Sanhedrin. Tiberias is door de Romeinen gebouwd en genoemd naar keizer Tiberias. Na Tiberias zijn we op de kustweg gestuit op het bordje Switserland Forest en daar zijn we omhoog gereden, de bergen van Galilea in.
Switserland Forest. Met uitzicht over het meer van Galliea. op de voorgrond Tiberias.
We zijn op het hoogste punt terecht gekomen en hadden daar een bijzonder mooi uitzicht over het hele meer met op de voorgrond Tiberias. Niet te overtreffen, zo mooi. Daarvandaan teruggereden naar Ein Gev.
Ein Gev, even uitblazen.
Vanaf vijf uur weer heerlijk in het zonnetje op het terras gezeten. Straks gaan we eten en daarna is er kampvuur en zingen aan het strand, vanwege Onafhankelijkheids dag.
Daar willen we even gaan kijken. Toen we na het eten hij het strand gingen kijken stond er een kring van stoelen rond een kampvuur. Een vrouw met een accordeon begon bekende Israëlische liedjes te zingen, die we moesten meezingen. Op het kampvuur werden aardappelen gelegd die aan een ijzerdraad waren geregen. Frans en Jorrit waren het al gauw zat. Ma en ik bleven nog even zitten. Er werd gevraagd om op te staan en de Hors-dans te leren. Die ken ik dus nu ook (een beetje) Daarna weer bekende liedjes zingen. Toen zijn Ma en ik ook naar huis gegaan. Op het terras nog wat gedronken en om elf uur naar bed.
Donderdag 30 april 1998.
Vanmorgen met prachtig weer opgestaan. Om tien over half tien vertrokken van Ein Gev richting Kalia. Daar waren we zonder problemen om tien over half twaalf.
Gauw de koffers neergezet en wat bedekte kleding aangetrokken, want we gaan nu naar Jeruzalem.
De bergen van Judea vlakbij Jeruzalem.
Hier leven bedoeïnen.
Daar waren we om kwart voor één. We hebben geparkeerd in de Jalfa poort parkeergarage voor 28 shekel.
Daarna door de Jalfapoort de oude stad in. De Jaffapoort is in 1898 verbreed om het grote rijtuig van de Duitse keizer Wilhelm II door te laten.
Rechtdoor de Davidstraat in, waar allemaal kleine winkeltjes zijn, tot aan de Klaagmuur. Frans en Jorrit bij de mannen afdeling naar de Klaagmuur, voorzien van een pet, anders moesten ze een keppeltje op en Ma en ik bij de vrouwenafdeling.
De klaagmuur of “Westelijke muur”.
Frans vertelde Jorrit hoe de gebruiken waren en werd door een man aangesproken, die vroeg wanneer Jorrit Bar-mitswa zou gaan doen. Toen vertelde Frans dot ze toeristen waren. De Klaagmuur of Westelijke muur is een overblijfsel van de muur die aan de westkant als ondersteuning van het Tempel plein was geconstrueerd. Hij kreeg in de loop der eeuwen de naam “Klaagmuur” omdat de Joden het enige restant van het tempelcomplex als een heilige plaats en als een symbool van de tempel beschouwden. In de zijruimten van de muur worden de Thora rollen bewaard, die o.a. gebruikt worden bij de Bar-Mitswa plechtigheid van de dertienjarige jongens. Jorrit is toevallig ook net 13 jaar. Toen zijn we eerst wat gaan eten bij de Burger in de Joodse wijk. Daar waren we vorig jaar ook en daar zag het er een beetje schoon uit. Lekker buiten gegeten. Toen terug naar het plein voor de Klaagmuur en rechts het Tempelplein op. We werden gecontroleerd toen we het Tempelplein op wilden.
Eerst rond de Omar moskee gewandeld. Deze moskee is gebouwd op de berg Moria, de plaats waar Abraham zijn zoon Izaäk moest offeren. (Gen. 2 I: I – I 9) De oorspronkelijke Kanänieten kenden het gebruik om hun eerstgeboren zoon te offeren. Op deze heuvel was eerst Davids altaar en later de Tempel. Deze werd in het jaar 70 verwoest door de Romeinen. In 638 werd door Kalf Omar op deze plaats de moskee gebouwd. Ten zuiden hiervan ligt de in 710 gebouwde El Aksa moskee, volgens de overlevering is deze gebouwd op de restanten van het paleis van koning Salomo.
De Gouden Poort gezien vanaf het Tempelplein.
Aan de oostkant van het Plein ligt de dichtgemetselde Gouden Poort. Daar hebben we een paar foto’s gemaakt. Toen we net klaar waren met foto’s maken kwam er een tempelwacht zeggen dat we daar niet mochten komen. Net op tijd dus onze foto’s gemaakt Verder zaten overal op het Plein Arabische mannen en vrouwen in het gras te eten en te drinken. Veel kinderen speelden op het Tempelplein. Je kunt echt merken dat de Arabieren hier de overhand hebben. Toen we even later bij de Omar moskee terug kwamen mochten we niet meer naar binnen. Het was kwart over drie, eigenlijk geen tijd om te sluiten, maar misschien was het omdat mijn wikkelrok net opwaaide door de wind. We zullen het nooit weten. Toen via de kleine winkelstraatjes naar de Via Dolorosa.
Via Dolorosa.
Aan de binnenzijde van de Damaskus
Poort
In de “Via Doloroso” heeft Jezus met zijn kruis gelopen. Daar doorheen gelopen naar de Damascus poort. De weg overgestoken en naar het Tuingraf gelopen. Prachtig, wat een rust na zo’n drukke Arabische straat.
Het lege graf
Golgotha, gezien vanuit de graftuin,
Vanuit de tuin kun je de berg Golgotha zien. Die ligt naast een busstation. Toen op een bankje in de tuin plaats genomen en daar merkten we dat in de tuin ook korte overdenkingen werden gehouden door voorgangers. In het tuingraf geweest en de deur bekeken, waarop staat: “He is not here, for he is risen”. Dat betekent: Hij is niet hier, want hij is opgestaan. Toen we het tuingraf verlieten zijn we gelijk naar de parkeergarage gewandeld en zijn we teruggegaan naar Kalia. Daar waren we om kwart voor zes en hebben op ons terras nog genoten van het mooie weer.
Eetzaal Kalia. op de achtergrond de kibboetsbewoners.
Om zeven uur gingen we naar de eetzaal. We zaten weer apart van de leden van de kibboets, maar wel in dezelfde zaal. We werden bediend en kregen soep vooraf. Daarna kalkoen, rijst, maïs, Spaanse peper, rauwkost en broodjes. Appel of sinaasappel toe. Daarna in het donker nog een wandeling over de kibboets gemaakt. Hier melken ze 250 koeien en daar waren ze nog mee bezig toen wij om half negen liepen te wandelen. Om negen uur waren we terug bij ons huisje en hebben op het terras nog koffie gedronken. Om kwart voor tien ging iedereen zijn eigen gang. Jorrit naar bed, oma in bad en wij keken nog even naar de T.V. want er was groot feest in Jeruzalem ter ere van de Onafhankelijkheidsdag. De airco staat aan, want het is hier behoorlijk worm.
Vrijdag 1 mei 1998.
Vanmorgen op tijd opgestaan. Om tien voor half negen aan het ontbijt. Het was prachtig weer.
Ontbijt in Kalia.
Om half tien vertrokken richting Jeruzalem. Daar de Olijfberg bezocht met de Hof van Getsémané. (Olijfpers).
Hof van Getsémané met uitzicht op de Gouden Poort.
Tussen de Olijfberg en het Tempelplein ligt de Kedron vallei. Hier vluchtte David over voor zijn zoon Absslom. (2 Sam. 15:23) De Olijfberg is 800 m hoog en bekend omdat Jezus hier ten hemel is gevaren en ook weer terug zal komen. (Hand. 1:1-11) Op deze berg heeft Jezus geprofeteerd over het gericht over Jeruzalem. Ook is bij de Hof van Getsémané de kerk van alle Natiën.
De kerk van Alle Natiën bij de hof van Gethsémané.
De steen, waarop Jezus de doodstrijd
gestreden heeft.
Deze kerk is tussen 1919 en 1921 gebouwd met geld van veel landen. In deze kerk is de rots waar Jezus de “doodsstrijd” gestreden heeft. 17 Jaar geleden mochten we nog door de paadjes in de Hof lopen, maar nu is er een groot hek om heen gezet en daar moesten we achter blijven. Hier in deze Hof is Jezus geweest in de nacht dat Hij verraden werd. (Math. 2 6: 36-46 en Marc. 14:32) Daarna zijn we de weg naar Bethlehem ingeslagen. Onderweg passeren we het vermoedelijke graf van Rachel.(Gen.35:19) De weg naar Bethlehem loopt verder door een dal, waar David de Filistijnen heeft verslagen.(2 Sam.5:22) No enig zoeken in de stad en na een paar keer vragen hebben we toch de Geboortekerk gevonden.
De geboortekerk in Berthlehem.
Onder de kerk is een plek waar in een marmeren plaat een opengewerkt stervormig gat is, waardoor je de plaats zou kunnen zien waar Jezus is geboren. Veel mensen kussen daar de ster.
Het is er erg benauwd, dus we waren er zo weer weg. Dit is een plaats waar Je ook weer niet zeker bent van de echtheid van de geboorteplaats. Ook David is geboren in Bethlehem. De kerk is eigendom van de Griekse Orthodoxe Kerk en van de Franciscanen. Tijdens de Turkse bezetting, was de poging van de Russisch-orthodoxen de rechten en eigendommen over te dragen een van de aanleidingen tot de Krimoorlog. Naast de Geboortekerk staat de Catharinakerk. Ook deze kerk speelde een rol bij het uitbreken van de Krimoorlog. Het werd genoemd de oorlog “om een sleutel en een ster”. Toen terug naar Kalia, waar we bonnen gehaald hebben voor Qumran en voor het strand. Eerst naar Qumran dat naast onze kibboets ligt.
Qumran.
Daar hebben we wat gegeten voordat we op pad gingen. We ontmoetten daar nog mensen die naast ons zaten in het vliegtuig. Even met elkaar gesproken en toen tussen de ruïnes van een Essenendorp gewandeld.
Aan de rand van deze heuvel keek je naar de grotten waar de Dode Zeerollen werden gevonden. De Essenen waren Joden die een streng leven in gemeenschap van goederen leidden, het Oude Testament bestudeerden, Bijbelboeken kopieerden en het omliggende land bewerken. Op deze plaats wachtten zij de komst van de Messias af Zij zagen kans vóór de verovering van de Romeinen hun rollen en andere voorwerpen in veiligheid te brengen door deze in moeilijk toegankelijke grotten onder te brengen. Een herdersjongen ontdekte in 1947 bij toeval, dal in de grotten kruiken met rollen verborgen waren, die + 1100 jaar ouder waren dan de bestaande, vaak vertaalde versies. De volledige tekst van Jesaja is gevonden en delen uit het boek Habakuk. De Essenen hebben zich waarschijnlijk aangesloten bij de Zeloten die Massada hebben verdedigd. Daarna gaan we naar de Siësta Beach aan de Dode Zee waar we een bad in de Dode Zee nemen. De Dode Zee is 400 m diep en de waterspiegel ligt 400 m onder zeeniveau. De Dode Zee bestaat uit 31% zout en andere mineralen. Ter vergelijking: de Noordzee bestaat uit 6% zout. De berghellingen er omheen bestaan uit gips, kalk en krijt. Aan de overkant ligt Jordanië.
Oma kwam nog plotseling van een ondiep, in een diep stuk terecht en dook naar voren met haar hoofd, zodat ze zout water in haar ogen kreeg, wat even heel pijnlijk was. Nadien nog een poging gewaagt. Dat lukte beter.
Dus Ma dobberde toch in de Dode Zee. Ook Jorrit vond dit een belevenis. Hij heeft verschillende keren een bad genomen. Het was aanmerkelijk drukker dan vorig jaar. Het is dan ook een maand later. Om zes uur terug naar ons huisje. Lekker een douche genomen om het zoute water weg te spoelen. Om zeven uur gaan eten.
Kalia.
Dat was deze keer in de kelder. Daar zat og een Hollandse groep te eten. Alles keurig verzorgd met een flesje wijn op tafel omdat het de avond van de sabbat was. Na het eten buiten op het muurtje van het plein zitten kijken naar het volksdansen. Dat is elke sabbatsavond. Eerst voor de kinderen en dan voor de volwassenen. Toen we daar zaten nog een gesprek gehad met een mevrouw uit Friesland, die bij de Hollandse groep hoorde. Zij hoorde dat wij zelfstandig op reis waren en toen wilde ze weten hoe we dot deden. Nou, volgende keer deden ze dat ook zo, dat had ze wel bekeken. Frons heeft nog even de camera gehaald en Jorrit ging met hem mee. Die bleef gelijk maar op de kamer en wij keken nog even naar het volksdansen. Het stelde niet zoveel voor en om half tien gingen we naar ons huisje. Frans en ik nog even rondgewandeld en bij de receptie zat de groep uit Holland. Daar nog even een glaasje wijn gedronken en om elf uur naar bed. Morgen om acht uur willen we weer in de eetzaal zijn.
Zaterdag 2 mei 1998.
Vanmorgen weer warm. Om acht uur aan het ontbijt, koffers ingeladen en om tien voor half tien vertrokken richting Massada. Dit is een rotsmassief van 400 m hoog. We waren daar om tien uur. Met de kabelbaan omhoog. Onderweg aan oma en Jorrit het Slangenpad laten zien dat wij vorig jaar gelopen hebben.
Uitzicht vanaf Masada.
Boven op de berg vertelde Frans dat Herodes de Grote tussen 37 en 3l v. Chr. daar een paleis en een vesting heeft gebouwd. Dat was om zich te beschermen tegen de Egyptische koningin Cleopatra, omdat zij Herodes wilde vernietigen en het koninkrijk Judea wilde hebben. En ook om zich te beschermen tegen de Joden, omdat zij het voormalige koningshuis wilden herstellen. Daarna zijn de Zeloten zich daar gaan vestigen. Toen de Romeinen de Zeloten boven op Massada wilden veroveren hadden ze daar 3 jaar voor nodig. Uiteindelijk lukte het door aan de westkant een weg naar boven te bouwen en de muren kapot te maken. Daar konden de Zeloten niets tegen beginnen. Ze wilden zich niet overgeven en 10 mannen hebben toen 950 mensen gedood. Eén man heeft negen mannen gedood en de laatste heeft zichzelf in het zwaard geworpen. Slechts twee vrouwen en vijf kinderen hebben zich verborgen en zijn te voorschijn gekomen toen de Romeinen krijgsgeschreeuw aanhieven. Deze vrouwen hebben de Romeinen verteld dat de Zeloten zich niet wilden overgeven in de handen van de Romeinen en dat ze zich daarom liever van het leven beroofden. Dat vonden de Romeinen toch heldhaftig. Tegenwoordig leggen de legerofficieren op de berg Massada nog hun eed van trouw of. Ook I3 jarige jongens vieren hier hun Bar-Mitswa onder het uitroepen van de gevleugelde woorden: “Massada zal nooit meer vallen” We hebben het paleis bezocht. De kant waar de Romeinen de berg hebben ingenomen en Frans heeft met Jorrit een kelder bezocht waar de watervoorraad werd opgeslagen.
Om half een weer in de auto gestapt op weg naar het eind van de Dode Zee. Daar nog een colaflesje met zout uit de Dode Zee gevuld. Dat alleen al is heel apart om te doen. Daarna de woestijn “De Negev” in. We hebben 350 km door de woestijn gereden. Onderweg bij Sde Boker gekeken, de kibboets waar de eerste president van Israël Ben Goerion twintig jaar heeft gewoond en ook is begraven Ben Goerion was de grote inspirator om de Negev te ontginnen.
We konden zijn huisje wel zien, maar er niet in, omdat hel vandaag Sabbat is, maar we hebben daar onder de bomen lekker gegeten. Even verder ligt Ein Avdat.
Ein Avdat.
We zijn eerst naar de ingang gegaan onder in het dal, waar je de kloof door kunt lopen, maar dat zou te ver zijn voor Ma, dus zijn we naar de andere kont gereden. Dat wisten we nog van vorig jaar, zodat Ma daar een prachtig overzicht over de kloof had.
Uitzicht Ein Avdat.
Wat verbergt de Negev toch veel prachtige natuurverschijnselen. De kloof is ontstaan door een rivier die daar eeuwen doorheen loopt en zo de zachte lagen wegschuurt. Daarna kwamen we nog langs de berg Avdat. Bovenop de berg is in ijzervormen de omtrek van een karavaan te zien. Dit is een punt waar vroeger de handelswegen van zuid naar noord en van west naar oost kruisten.
Bovenop de berg ligt een vesting waar de handel plaats vond. Verder gereden naar Mizpeh Ramon, de stad waar we vorig jaar twee nachten geslapen hebben. Aan de rand van Mizpeh Ramon is een krater gevormd door de wind, die de zachte steenlagen heeft weggeschuurd, zodat een laag gebied is ontstaan.
Keteldal Mitzpeh Ramon.
Dit wordt een keteldal genoemd. Door het keteldal verder gereden naar Eilat. Eilat is bekend uit de Bijbel als haven van Salomo en heette vroeger Eitot.(1 Kon. 9:26) Salomo had deze havenplaats nodig i.v.m. de kopermijnen, o.a. te Timna. We kwamen daar om kwart voor zes aan. Het was heel erg warm. Bij navraag aan de receptie bleek het vandaag 37˚ te zijn geweest. Jorrit is gelijk gaan zwemmen en wij hebben lekker op onze kamer met oma een bakje koffie gedronken en ons doorna opgefrist. Om half negen gaan eten. Het was weer uitgelezen lekker. Om kwart over negen nog een rondje gewandeld. Het was nog zo warm dat we graag naar binnen, naar de airco wilden Nog het verslag over vandaag gemaald en lekker naar bed.
Zondag 3 mei 1998.
Heerlijk uitgeslapen. We konden ontbijten tot elf uur en dat hebben we dus tot het laatst uitgebuit. We hebben heerlijk buiten ontbeten. Daarna lekker gaan zwemmen. Eerst in het water en daarna weer warm worden. Zo afgewisseld tot vier uur. Toen naar ons appartement. Het was buiten niet meer om uit te houden van de warmte. Even koffie gemaakt, met een koek erbij en om half zeven gaan eten. Na het eten nog even langs het strand gekeken, maar het was nog te warm om buiten te zijn. Op onze kamer, die heerlijk koel gehouden werd door de airco, nog een glaasje wijn gedronken en naar bed.
Maandag 4 mei 1998.
Vanmorgen weer om tien uur naar het ontbijt Na het ontbijt even langs het strand gewandeld. Het was nog steeds erg warm en we dachten dat we vanmiddag maar eens een tochtje op de Rode Zee moesten maken. Na wikken en wegen van Jorrit toch maar een afspraak gemaakt voor vanmiddag één uur. Toen we om één uur bij de Glassboat kwamen leek het al minder warm. Op het water was het heerlijk. We voeren eerst langs de Jordaanse kust.
Ons werd het jacht en het paleis van koning Hoessein en koningin Noor gewezen in Akaba. Toen we bijna bij hef Observatorium waren, (dat is een punt waar je onder water de koraalriffen kunt zien) ging de boot langzamer varen en ging iedereen naar beneden om door het glas in de bodem van de boot naar de bijzondere vissen en koralen te kijken. Het was werkelijk prachtig om te zien.
Een poging om de koralen te fotograferen.
Zoveel verschillende vissen: blauw met geel, helemaal geel, oranje en gestreept. In één woord: Prachtig. Daarna door gevaren naar de grens met Egypte. Ondertussen maakte de kapitein ons erop attent dat we 20 km verder Saoedie-Arabië konden zien liggen, dus dat we hier op een vier landen punt waren.
Net in Egypte ligt een Israëlisch hotel op Egyptische grond. De plaats heet Taba. Toen gingen we weer terug langs de Observatietoren en langs de dolfijnen. Dat is een bassin, waar je tussen de dolfijnen kunt zwemmen. We zagen ze hier en daar nog opduiken.
Na ruim twee uur heerlijk op het water vertoefd te hebben leek het minder warm toen we terugliepen naar onze kamer. Weer op onze kamer koffie gedronken met een koek erbij. Jorrit aan de cola.
Daarna zijn oma en, Jorrit vast gaan zwemmen. Wij zijn naar “Reliable” gegaan om af te spreken hoe we naar Ovda gaan morgenochtend en om de auto vast af tanken. We kregen te horen dot we morgenochtend om tien uur bij hel kantoor moeten zijn en dan worden we naar Ovda gebracht.
Riviéra appartementen.
Daarna zijn we ook nog even het zwembad in gegaan. Om half zeven naar onze kamer om te douchen, zodat we morgenvroeg pas om half acht hoeven op te staan. Om acht uur gaan eten.
Vanavond hebben we buiten gegeten en eigenlijk was het nog te warm. Bij de receptie gevraagd hoe warm het vandaag was en daar vertelde men ons dat het 40˚ was. Eigenlijk dachten we dat het gisteren nog warmer was. Na het eten de witte wijn nog even opgemaakt Jorrit ging om tien uur naar bed en wij om half elf.
Dinsdag 5 mei 1998.
Weer warm, maar een beetje bewolkt. Om half acht opgestaan, want vandaag is het de laatste dag hier. We hebben weer buiten ontbeten.
Buiten ontbijten bij King Salomon.
Om tien uur moeten we bij “Reliable” zijn om de auto in te leveren. Om kwart voor tien zitten we in de auto. Onderweg zegt Frans tegen mij: heb jij de papieren voor het autoverhuurbedrijf Nee, zeg ik. Dus de auto op de parkeerplaats gezet en de koffer open. Niet te vinden. Terug naar ons appartement. Daar ging men gelijk met ons mee. Niets te vinden. Don maar terug naar het verhuurbedrijf. Daar moesten we wachten, dus Frans zegt: Ik maak de koffer nog een keer open. Gelukkig vindt hij dit keer wel snel de papieren. Alles afgewikkeld zonder problemen en om tien over half elf werden we met onze koffers in een busje geladen en gingen we op weg naar het vliegveld. Daar waren we om ongeveer half twaalf. Op de luchthaven in Ovda werden we wel van alles gevraagd over wie de koffers gepakt hadden en of we voor iemand iets mee moesten nemen. Of iemand weet met welke vlucht dat we gaan, enz. enz. Toen we net door de douane waren kwam het bericht dat het vliegtuig vertraging had en op de luchthaven “Ben Goerion” in Tel Aviv stond met een kapotte rem.
Voorlopig werd gemeld dat er om kwart over een weer een bericht gegeven zou worden. Om kwart over een werd gezegd dat het nog even kon duren en er om half drie weer een bericht zou komen. We kregen allemaal een bon van 15 shekel, waarvan we een broodje met fris konden kopen.
Jorrit had Rummicub in zijn rugzak zitten en vroeg aan Ma en mij of we zin hadden om te Rummicubben. Een vrouw zag dat we naar de cafetaria liepen met Rummicub en ze vroeg spontaan of ze mee mocht doen. Haar vriend had geen zin, net als Frans, dus hebben Jorrit, Ma, Laura (zo heette ze) en ik drie potjes gerummicubd. Toen wat gegeten. Om kwart over twee kwam het bericht dat het vliegtuig geland was en dat we ons naar het vliegtuig konden begeven. Toen we huilen kwamen leek het wel of iemand de warme föhn had aangezet, zó zinderend warm was het.
Er werd gezegd dat het 44˚ was. Onderweg in het vliegtuig meldde de piloot ons dat het in Holland zwaar bewolkt met lichte regen gaf en 10˚ was. De reis ging verder voorspoedig. Onderweg konden we zo hier en daar tussen de volken doorkijken, wat een prachtig gezicht opleverde. Over de Griekse eilanden Rhodos en Lesbos gevlogen. Via Servië, Hongarije, Oostenrijk, Duitsland naar Holland waar we bij Winterswijk de grens over gingen en de daling werd ingezet. Door een dikwolkendek gingen we naar beneden, waar we een mooi uitzicht hadden over meren, weidegebieden en Amsterdam. Om kwart voor zeven geland. Om kwart voor acht hadden we de koffers en stonden Swen, Monique en Edwin ons op te wachten. Om tien voor half negen waren we thuis na een prachtige reis. Eerst koffie gedronken en de eerste verhalen verteld. Daarna door oma getrakteerd op shoarma en pizza. Dat smaakte. Frans oma thuisgebracht, die nog gauw even bij Bert en Adrie moest kijken. Jorrit ging om half tien naar bed, want die moet morgen om half zeven weer op om naar school te gaan. Nu begint het gewone leven weer, maar we zijn benieuwd naar de foto’s en de film. Die herinneren ons nog lang aan deze geslaagde reis.
-o-o-o-o-o