Palestijnse werknemers worden het hardst getroffen door UNHRC boycotlijst

Palestijnse werknemers bij Sodastream. Screenshot YouTube

In reactie op de vrijgave door de VN van haar lijst van Israëlische bedrijven die op de zwarte lijst van de VN staan omdat ze activiteiten ondernemen ‘over de Groene Lijn’, heeft Palestinian Media Watch dit rapport gepubliceerd: “Palestijnen werken het liefst voor Israëlische werkgevers”

Het rapport laat zien dat volgens Palestijnse werknemers, Palestijnse advocaten en het Palestijnse Bureau voor de Statistiek, Palestijnen genieten van betere werkomstandigheden en liever werken voor Israëlische werkgevers dan voor Palestijnse werkgevers, ook in Israëlische nederzettingen buiten de Groene Lijn. De lonen zijn bijvoorbeeld vier keer hoger bij Israëlische werkgevers dan bij Palestijnse werkgevers en Palestijnse werknemers ontvangen in dezelfde mate als Israëliërs sociale zekerheden wat betreft gezondheid, ziekteverlof en vakantie.

Door te proberen Israëlische bedrijven die ‘activiteiten’ hebben op de Westelijke Jordaanoever (Judea & Samaria) te schaden, schaadt de VN ook de vele duizenden Palestijnen die voor deze bedrijven werken en genieten van de betere arbeidsvoorwaarden die deze Israëlische ondernemingen Palestijnse bieden. Als de nieuwe inspanningen van de VN met hulp van de BDS leiden tot een grotere boycot van deze bedrijven, moeten ze uiteindelijk werknemers, waaronder Palestijnen, ontslaan. Bovendien komt er waarschijnlijk druk van de PA op Palestijnen die werken voor de bedrijven op de zwarte lijst om hun baan op te zeggen.

Een Israëlisch bedrijf dat op de zwarte lijst staat van de VN is de supermarkt Rami Levi, die juist bekend staat om zijn vreedzame coëxistentie van Palestijnse en Israëlische medewerkers in alle posities.

Hier wat voorbeelden van eerder verschenen artikelen in Palestijnse kranten:

  • “Wanneer Palestijnse werknemers de kans krijgen om voor Israëlische werkgevers te werken, stoppen ze snel met hun baan bij hun Palestijnse werkgevers”
    [PA krant, Al-Hayat Al-Jadida , 21 september 2014]
  • “Het gemiddelde dagloon voor [Palestijnse] werknemers op de Westelijke Jordaanoever was 98,8 sjekel, in de Gazastrook 56,7 sjekel en in Israël en de Israëlische nederzettingen 233,3 sjekel”
    [Palestijns centraal bureau voor de statistiek, 9 november 2017]
  • “Er zijn meer dan 120.000 vrouwen in de Palestijnse gebieden wiens maandelijkse salarissen minder is dan 500 sjekel.”
    [Officieel PA TV-nieuws, 3 november 2018]

Tijdens een officieel tv-programma van de Palestijnse Autoriteit (PA), getiteld Arbeidersaangelegenheden, dat zich richtte op interne arbeidskwesties voor Palestijnen, werd Israël geprezen vanwege haar betere arbeidsomstandigheden voor Palestijnen dan Palestijnse bedrijven.

De Israëlische arbeidswetgeving – positieve arbeidsomstandigheden, hogere lonen, gezondheidsvoorzieningen en meer vakantiedagen – waar Palestijnse werknemers van genieten als ze voor Israëliërs werken, werd geprezen door Palestijnse werknemers en hun advocaten. Deze bescherming wordt niet door Palestijnse werkgevers verleend aan haar medewerkers. Als gevolg van de betere behandeling door Israëliërs, kiezen de Palestijnen ervoor om voor hen te werken in plaats van voor Palestijnse werknemers.

In feite zijn de omstandigheden voor Palestijnse werknemers zoveel beter voor Palestijnen die voor Israëliërs werken dan voor Palestijnen, dat de officiële PA tv-zender herhaaldelijk verklaarde dat Palestijnen hun baan bij Palestijnse werkgevers zullen opzeggen wanneer ze de kans krijgen, om in plaats daarvan voor een Israëlische werkgever te werken. Deze conclusie werd ondersteund door enquêtes door het Palestijnse Centrale Bureau voor de Statistiek.

Het dagloon voor Palestijnen die voor Israëliërs werken, is meer dan het dubbele van het gemiddelde salaris op de Westelijke Jordaanoever van Palestijnse werkgevers en meer dan vier keer het gemiddelde salaris in de Gazastrook:

“Het gemiddelde dagloon voor werknemers op de Westelijke Jordaanoever was 98,8 sjekel vergeleken met 56,7 sjekel in de Gazastrook, het gemiddelde dagloon voor de werknemers in Israël en de Israëlische nederzettingen bereikte 233,3 sjekel in het 3e kwartaal van 2017.” [Palestijns centraal bureau voor de statistiek, arbeidskrachtenenquête (Juli-september, 2017), 9 november 2017, origineel in het Engels]

In 2018 bleef het dagloon stijgen voor Palestijnen die voor Israëlische werkgevers werken, van het eerste tot het tweede kwartaal van 2018:

Foto PMW

“Het gemiddelde dagloon voor werknemers op de Westelijke Jordaanoever bedroeg 107,9 sjekel vergeleken met 62,6 sjekel in de Gazastrook in het 2e kwartaal van 2018. Het gemiddelde dagloon voor de werknemers in Israël en de Israëlische nederzettingen bereikte 247,9 sjekel in het 2e kwartaal van 2018 vergeleken met 242,5 v in het 1e kwartaal van 2018.”
[Palestinian Central Bureau of Statistics, Labour Force Survey (april-juni, 2018) Ronde (Q2 / 2018), origineel in het Engels]

In tegenstelling tot de goede behandeling en lonen die Palestijnen genieten tijdens het werken voor Israëlische werkgevers, is er voortdurende kritiek op hun behandeling door Palestijnse werkgevers. Meer dan 120.000 Palestijnse vrouwen ontvangen bijvoorbeeld maandelijkse salarissen van minder dan 500 sjekel.

Secretaris-generaal van de Palestijnse Algemene Federatie van Vakbonden Shaher Sa’ad: “We hebben het over fatsoenlijk werk en het recht op een vakbond voor werkende vrouwen op hun werkplek, omdat we weten dat er meer dan 120.000 vrouwen in Palestina zijn wiens salarissen zijn minder dan 500 Israëlische sjekel. Ze hebben steun nodig zodat ze op zijn minst een minimumloon en hun rechten eisen.”
[Officieel PA TV-nieuws, 3 november 2018]

Er moet ook worden opgemerkt dat de PA zelf de voordelen geniet van Palestijnen die voor Israëlische werkgevers werken. 75% van de inkomstenbelasting betaald door Palestijnen die in Israël werken wordt overgedragen aan de PA. Alleen al in 2017 voorzag deze bepaling de PA van niet minder dan 135.000.000 sjekel. In 2018 tot oktober 2019 maakte Israël aan de PA 277.740.024 sjekel over.

Conclusie:

Zoals blijkt uit officiële media en statistieken van de Palestijnse Autoriteit (PA), worden Palestijnse werknemers – of ze nu in Israël werken binnen de Groene Lijn of in Israëlische nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever (Judea & Samaria) – meer dan het dubbele betaald door Israëlische werkgevers dan zoals ze zouden ontvangen als ze voor een Palestijn zouden werken. Ze genieten ook rechten en voordelen die gelijk zijn aan anderen wanneer ze voor Israëliërs werken, zonder enige vorm van discriminatie op basis van geslacht, religie of nationaliteit.

Wanneer Palestijnen voor Israëliërs werken, is de enige situatie waarin Palestijnse arbeiders, vooral vrouwen, niet hun volledige loon zouden ontvangen dat wordt betaald door de Israëlische werkgever, wanneer een Palestijnse tussenpersoon het kan ‘stelen’.

Wanneer we kijken naar de werkervaring voor Palestijnen die voor Israëliërs en Palestijnen werken, volgens de getuigenissen in het rapport, is het duidelijk waarom de officiële PA dagelijks schreef dat Palestijnse arbeiders, wanneer ze de kans krijgen, liever in Israel of de nederzettingen werken.

Indrukwekkend betoog bij Auschwitzherdenking

28 januari 2020

Tijdens de officiële Holocaust Herdenkingsbijeenkomst in voormalig nazi-vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau, hield Ronald S. Lauder, president van het World Jewish Congress, een indrukwekkende toespraak die u hierboven kunt bekijken Hieronder vindt u de vertaling in het Nederlands.

Uwe Majesteiten, Excellenties, rabbijnen, geestelijken, geëerde gasten en bovenal de overlevenden van Auschwitz-Birkenau die vandaag onder ons zijn. Dit gaat over jullie, en ik kan niet genoeg onder woorden brengen hoe dankbaar ik ben dat jullie hier zijn, in sommige gevallen met jullie kinderen en kleinkinderen.

Toen ik hier vijf jaar geleden stond, voor deze pijnlijke poorten, moest ik toegeven dat ik geen overlevende ben. Maar ik ben zo dankbaar voor de overlevenden die hier vandaag zijn. Ik ben ook geen bevrijder, maar ik eer de moed van de veteranen die ons allen redden. Ik ben hier eenvoudigweg als een Jood, en zoals voor Joden over heel de wereld geldt, is deze plaats, deze verschrikkelijke plaats, helaas een onlosmakelijk deel van ons ieder geworden.

Auschwitz is als een litteken van een vreselijk trauma. Het gaat nooit weg en de pijn houdt nooit op. Ik heb me altijd afgevraagd of – als ik in Hongarije was geboren, waar mijn grootouders vandaan kwamen, in plaats van New York in februari 1944 – ik nu nog zou hebben geleefd.

Het antwoord is: nee. Ik zou een van de 438.000 Hongaarse Joden zijn die hier in Auschwitz in 1944 door de nazi’s werden vergast. En ik verzeker u: vrijwel elke Jood heeft zich deze vraag wel eens gesteld.

Vandaag 75 jaar geleden, toen Sovjet-troepen door deze poorten trokken, hadden ze geen idee wat daarachter lag. En sinds die dag heeft de wereld geworsteld met wat ze daarbinnen ontdekten.

We hebben ons allemaal afgevraagd hoe een zo beschaafd land, dat de wereld prachtige literatuur en grote kunst en wetenschappelijke vooruitgang gaf, kon zinken in een woede, een gemeenheid, een verdorvenheid zoals Auschwitz. Ik ben bang dat Auschwitz meer vragen dan antwoorden biedt.

Maar laat me duidelijk zijn: terwijl Duitsland en Oostenrijk dit verbrijzelende kwaad veroorzaakten, schiepen en uitvoeren, hielp vrijwel ieder ander Europees land de nazi’s om hun Joodse burgers bijeen te drijven. Te veel mensen in te veel landen maakten Auschwitz mogelijk.

En toen Europese Joden de wereld smeekten om een veilige haven, een plaats om heen te vluchten, keerde de hele wereld hen de rug toe. Zelfs mijn eigen land, het baken van vrijheid, deed zijn lichten uit voor het Joodse volk, toen zij dit het hardst nodig hadden.

De Verenigde Staten organiseerden een conferentie in Evian, Frankrijk, in juli 1938, om de Joodse vluchtelingencrisis te bespreken. Er waren veel prachtige toespraken, maar de Verenigde Staten liet geen extra Joodse vluchtelingen toe en alle overige landen die deelnamen volgden dit voorbeeld. Er waren 32 landen en geen daarvan, behalve de kleine Dominicaanse Republiek, wilde nog meer Joden. Hitler zag dit. Vier maanden later kwam de Kristallnacht.

En opnieuw kwam er vanuit de wereld geen reactie. Hitler beproefde de wereld en bij elk e stap zag hij de waarheid: het kon de wereld niets schelen. Toen wist hij dat hij deze fabriek des doods kon bouwen. Evian leidde tot Auschwitz. Kristallnacht leidde tot Auschwitz. Het wereldwijde antisemitisme leidde tot Auschwitz.

Gelukkig waren er in Europa ook mensen die het morele fatsoen hadden en anders handelden. Gewone mensen die hun levens en dat van hun familie in de waagschaal stelden om andere mensen te redden, soms mensen die ze niet eens kenden.

In Yad Vashem kunt u de 27.362 namen zien van wat wij noemen ‘de rechtvaardigen onder de volkeren’. Die niet-Joden die alles riskeerden om Joodse levens te redden. We hebben deze eerwaarde mannen en vrouwen nooit vergeten en zullen dat ook nooit doen.

Vijf jaar geleden, bij de 70e herdenking, was ik erg ongerust over de schokkende toename in het antisemitisme hier in Eruopa. Vandaag, zoals jullie allen weten, zijn die aanslagen op Joden, de moorden, de giftige laster alleen maar toegenomen, en het heeft zich zelfs naar mijn land uitgebreid.

75 jaar geleden, toen de wereld eindelijk de beelden zag van de gaskamers hier en de stapels lichamen, wilde geen verstandig mens worden geassocieerd met de nazi’s. Maar nu ben ik getuige van iets dat ik nooit had gedacht te zullen zien in mijn leven: de openlijke en onbeschaamde verspreiding van antisemitische haat door de wereld, opnieuw.

In 2020 horen we dezelfde leugens die de nazi’s zo effectief in hun propaganda gebruikten. Joden hebben te veel macht, Joden beheersen de economie en de media, Joden beïnvloeden overheden, Joden beheersen alles. We horen deze waanzin online, in de media en zelfs van democratische regeringen.

We zullen het antisemitisme nooit uitroeien. Het is een dodelijk virus dat al meer dan tweeduizend jaar bij ons is. Maar we kunnen niet de andere kant op kijken en doen alsof het niet gebeurt. Dat is wat mensen deden in de dertiger jaren van de twintigste eeuw en dat is wat leidde tot Auschwitz.

Ik herinner me dat ik hier eens wandelde met een voormalige gevangene, Elie Wiesel. Op een gegeven moment stopte hij en zei hij iets dat ik nooit zal vergeten. Elie zei me: “het tegenovergestelde van liefde is geen haat, het is onverschilligheid.” Onverschilligheid maakte het Auschwitz mogelijk om plaats te vinden.

Er zijn hier vandaag vijftig landen vertegenwoordigd. Ik weet dat ieder van u net zo walgt van het antisemitisme als ik. Ik weet ook dat u alleen dit niet kunt stoppen. Maar u kunt zich hier wel allen krachtig tegen uitspreken.

Wij kunnen de geschiedenis niet herschrijven. Maar we kunnen vandaag veel krachtiger optreden. Wij allen moeten die moedige, morele mensen herinneren die dit probeerden te stoppen. Alle wereldleiders, alle politici moeten deze inspanning leiden. Woorden zijn niet genoeg. Politieke speeches zijn niet voldoende. Er moeten wetten worden gemaakt, strenge, stevige, echte wetten die deze haatzaaiers voor lange tijd opsluiten in de gevangenis. Kinderen moet worden geleerd waartoe Jodenhaat leidt. Dit is belangrijk, maar er is nog een belangrijke manier waarop wereldleiders deze oude haat kunnen bestrijden.

Ik vraag alle landen om op te houden mee te stemmen in de contante, beschamende fixatie op Israël in de Verenigde Naties.

Precies drie jaar, drie maanden en drie weken na de bevrijding van Auschwitz, realiseerde het Joodse volk zijn 2000 jaar oude droom met het oprichten van de Joodse staat Israël. Al was het alleen maar om het feit dat geen enkel land ter wereld Joodse vluchtelingen wilde opnemen toen zij smeekten voor hun levens. Dat is waarom het Joodse volk Israël nodig heeft.

Het Joodse volk verliet Auschwitz. Ze ontvluchtten Europa, ze werden uit ieder land in het Midden-Oosten verdreven. En in plaats van te leven in vluchtelingenkampen en zich tot terreur te wenden, bouwden ze een levendige democratie in een plaats waar geen democratie bestaat. Ze hebben wonder na wonder verricht, terwijl ze iedere dag hun levens moesten verdedigen. Geen land ter wereld heeft dit hoeven doen. En hierom spreken de VN, journalisten en zelfs wereldleiders zich constant veroordelend uit.

Maar het is zelfs erger. Israël is keer op keer uitgelicht met dezelfde leugens die we al eeuwenlang over de Joden horen. In de laatste zeven jaar heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties 202 resoluties aangenomen die landen op deze wereld veroordelen. Van die 202 resoluties werd Israël 163 keer veroordeeld en de rest van de wereld slechts 39 keer. 163 tegen Israël, 39 voor de rest van de wereld.

We weten allemaal dat deze stemmen absurd zijn. De VN negeert werkelijk kwade dictaturen die miljoenen van hun eigen burgers vermoorden. Het is zo duidelijk als wat dat dit soort obsessief antizionisme niets anders is dan antisemitisme.

En met elke absurde stem, elke stem die alleen Israël op de korrel neemt en de rest van de wereld negeert, wordt de hele VN omlaag gehaald en ongeloofwaardig gemaakt. Dat is zo’n zonde, want de VN werd gebouwd op de as waarop we nu op deze plaats staan. Het had zoveel belofte, het had zoveel meer kunnen zijn.

Ik realiseer me dat u hier in Auschwitz omringd bent door aantallen. 75 jaar … 1933 … 1938 … 6 miljoen. Maar er is één aantal dat ons ons nog steeds schokt, terwijl het ons hart tegelijkertijd breekt.

Een miljoen vijfhonderdduizend.

Dat is het aantal Joodse kinderen – anderhalf miljoen – dat stierf in de Holocaust. Het is zó pijnlijk, dat we proberen er niet aan te denken. Het doet gewoon te veel pijn.

Als deze anderhalf miljoen kinderen was toegestaan om hun leven te leven, zoals andere kinderen wereldwijd, zouden ze nu in de zeventig en tachtig zijn. Ze zouden zijn opgeleid. Ze zouden zijn getrouwd. Ze zouden zelf kinderen hebben gekregen. Wat een verlies!

Maar iets anders was ook verloren. Wat zouden deze anderhalf miljoen kunnen hebben gecreëerd voor ons allen? Welke symfonieën …? Welke grote literatuur …? Wat voor technologie …? Welke medische doorbraken zijn we misgelopen van deze zielen?

Als u een geliefde bent verloren die aan kanker, Alzheimer of Parkinsons bent verloren, zijn misschien de oplossingen voor deze ziektes wel hier in Auschwitz verloren gegaan. Dit was niet alleen een Joods verlies. Het was een verlies voor de hele wereld.

Er is nog een deel van het verhaal van Auschwitz waar niemand ooit over spreekt. Toen de overlevenden werden bevrijd uit deze nazi-nachtmerrie, zochten ze nooit wraak. Ze verloren hun moeders en vaders. Zussen en broers. In te veel gevallen verloren ze hun vrouwen en kinderen. En ondanks dat is er geen enkele Duitser door een Jood vermoord als wraak. Niet één!!

Denk daar eens een moment over na. Na alles wat er met hen gebeurd was, liepen deze Joodse overlevenden gewoon deze poorten uit en bouwden nieuwe levens op, stichtten nieuwe gezinnen, werkten hard en schiepen. Sommigen hebben kleinkinderen die hier vandaag zijn. En het is schandelijk dat zij 75 later moeten zien hoe hun kleinkinderen geconfronteerd worden met dezelfde haat. Dit is een schande en mag nooit worden getolereerd.

Uiteindelijk ben ik bang dat al deze aantallen – anderhalf miljoen kinderen, zes miljoen Joden. Deze aantallen zijn gewoon te moeilijk voor ons om te begrijpen. Laat me u daarom vandaag eindigen met een laatste verhaal.

Het gebeurde tijdens de rechtszaak tegen Adolf Eichmann in 1961, waar getuige na getuige hun ervaringen hier in Auschwitz had beschreven. Maar er was één man die opviel, omdat hij ongebruikelijk zonder emotie sprak. Hij beschreef hoe hij aankwam op dit platform – precies hier – met zijn vrouw en dochtertje. Ze werden uit de veewagens gedreven en stonden in de rij voor de ‘selectie’ – precies daar. Een arts besloot wie naar rechts zou gaan – om te werken, – en wie naar links – voor vernietiging.

De man werd op dat moment gescheiden van zijn vrouw en dochter en ze werden weggeduwd. In de getuigenbank zei hij: “Er waren zoveel mensen. Ik wist niet hoe ik mijn ogen op ze kon houden.” Maar zijn kleine meisje droeg een rode jas en hij was in staat om die kleine rode jas te volgen, tot deze kleiner en kleiner werd en hij het tenslotte niet meer kon zien.

De jonge Israëlische aanklager, Gabriel Bach, stond bij zijn stoel toen de man eindigde. Hij stond daar gewoon, in stilte. Uiteindelijk vroeg de rechter Bach om verder te gaan. Maar hij bleef daar staan. Opnieuw vroeg de rechter Bach om door te gaan. En opnieuw bleef hij staan, zwijgend.

Jaren later legde Bach uit dat – alsof het lot het zo had beschikt – hij en zijn vrouw net voor hun drie jaar oude dochtertje een kleine rode jas hadden gekocht. En Gabriel Bach zei dat tot op deze dag, als hij een sportstadion in loopt, een restaurant of gewoon op straat in Jeruzalem, en hij een meisje ziet met een rode jas, dat z’n keel stijf wordt en hij niet kan spreken. En eerlijk gezegd, als ik een meisje met een rood jasje zie, denk ik aan hetzelfde. Dat is de erfenis van Auschwitz en het zal nooit weggaan.

Aan iedere Joodse en niet-Joodse persoon in dit publiek die deze poorten vandaag verlaat – dit moeten we doen: Als we iets horen dat antisemitisch is, als we iemand valsheden over Israël horen spreken, als Joden worden aangevallen in onze straten – wees niet stil. Wees niet onverschillig. Goede dingen, prachtige dingen kunnen beginnen bij een ieder van ons. En doe dit niet slechts voor Joodse mensen in de wereld. Doe dit voor je kinderen. Doe dit voor je kleinkinderen, maar doe het ook voor het kleine meisje in de rode jas.

Haar as ligt onder onze voeten. Samen met meer dan een miljoen gemartelde zielen. Zij kijken naar ons en schreeuwen het uit in één oorverdovend koor: wees niet stil!! Wees niet zelfingenomen!! Laat dit nooit meer gebeuren, met geen enkel volk!!

 

Palestijns leiding geeft toe: We zullen ons volk dwingen om vluchtelingen te blijven

Dat zoveel Palestijnse Arabieren ‘vluchtelingen’ blijven, is geen situatie die door Israël wordt veroorzaakt. Het is een bewust beleid om Israël te belasteren in het oog van de wereld. Palestijnse leiders worden meer gedreven door haat tegen Israël dan door liefde voor hun volk.

‘De Arabische staten zullen de Palestijnse vluchtelingen niet integreren omdat integratie een langzaam proces zou zijn om het Palestijnse probleem op te heffen,’ verklaarde Achmed Shukairy, toenmalig voorzitter van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie (PLO), openlijk in een interview met de NY Times in 1960.

Dat was tot op de dag van vandaag het duidelijke en onbeschaamde beleid van de PLO, zelfs onder het mom van de Palestijnse Autoriteit. Zoals velen al heel lang hebben vermoed, is de enige reden dat de zogenaamde ‘Palestijnse vluchtelingencrisis’ überhaupt bestaat, het bevorderen van de schaamteloze misleiding die Israël verantwoordelijk stelt voor het lijden van ontheemden.

Laat het bekend zijn bij iedereen die ogen heeft om te zien, dat meer dan 50 jaar Palestijns lijden, de voortdurende oorlogen en het terrorisme, en de miljarden dollars die zijn uitgegeven om het Palestijnse vluchtelingen­probleem op te lossen, allemaal het gevolg zijn van het plan van de PLO om Israël te belasteren in het oog van de wereld. Wat wreed.

‘Bijgevolg willen de vluchtelingen niet geïntegreerd worden’, vervolgt de voorzitter van de PLO. De toenmalige PLO-leider verklaarde in eenvoudig Engels dat, omdat de Palestijnen een doorn in het oog van de Joodse natie willen blijven, er dus nooit een oplossing voor het vluchtelingen­probleem zal komen. De bewering dat de Palestijnen, als ze de kans hiertoe zouden krijgen, het staatsburgerschap in Jordanië, Libanon, Egypte of waar dan ook, niet zouden accepteren, is een leugen. De meeste Palestijnen hebben altijd graag een goed leven willen leiden in een ander land waar ze welkom zijn. Denkt iemand dat hij liever al meer dan vijftig jaar in de ellende van vluchtelingenkampen leeft?

Aan het eind van het artikel schreef Hamdi Hizrallah, toendertijd een vertegenwoordiger van de PLO: ‘Ik zal u iets vertellen. En ik zou willen dat u mij zou citeren. Als ze proberen te vertrekken, zullen we hen tegenhouden, desnoods met geweld.’

Hier is zonder enige twijfel het bewijs, dat de PLO de mythe van het Palestijnse volk, dat lijdt onder het Israëlische beleid, heeft gecreëerd en nog steeds in stand houdt. De waarheid is, dat de Palestijnse leiders meer gedreven worden door haat tegen de Joodse natie dan door de zorg voor het leven van hun eigen volk, dat ze opzettelijk al meer dan een halve eeuw in armoede en wanhoop houden.