Indrukwekkend betoog bij Auschwitzherdenking

28 januari 2020

Tijdens de officiële Holocaust Herdenkingsbijeenkomst in voormalig nazi-vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau, hield Ronald S. Lauder, president van het World Jewish Congress, een indrukwekkende toespraak die u hierboven kunt bekijken Hieronder vindt u de vertaling in het Nederlands.

Uwe Majesteiten, Excellenties, rabbijnen, geestelijken, geëerde gasten en bovenal de overlevenden van Auschwitz-Birkenau die vandaag onder ons zijn. Dit gaat over jullie, en ik kan niet genoeg onder woorden brengen hoe dankbaar ik ben dat jullie hier zijn, in sommige gevallen met jullie kinderen en kleinkinderen.

Toen ik hier vijf jaar geleden stond, voor deze pijnlijke poorten, moest ik toegeven dat ik geen overlevende ben. Maar ik ben zo dankbaar voor de overlevenden die hier vandaag zijn. Ik ben ook geen bevrijder, maar ik eer de moed van de veteranen die ons allen redden. Ik ben hier eenvoudigweg als een Jood, en zoals voor Joden over heel de wereld geldt, is deze plaats, deze verschrikkelijke plaats, helaas een onlosmakelijk deel van ons ieder geworden.

Auschwitz is als een litteken van een vreselijk trauma. Het gaat nooit weg en de pijn houdt nooit op. Ik heb me altijd afgevraagd of – als ik in Hongarije was geboren, waar mijn grootouders vandaan kwamen, in plaats van New York in februari 1944 – ik nu nog zou hebben geleefd.

Het antwoord is: nee. Ik zou een van de 438.000 Hongaarse Joden zijn die hier in Auschwitz in 1944 door de nazi’s werden vergast. En ik verzeker u: vrijwel elke Jood heeft zich deze vraag wel eens gesteld.

Vandaag 75 jaar geleden, toen Sovjet-troepen door deze poorten trokken, hadden ze geen idee wat daarachter lag. En sinds die dag heeft de wereld geworsteld met wat ze daarbinnen ontdekten.

We hebben ons allemaal afgevraagd hoe een zo beschaafd land, dat de wereld prachtige literatuur en grote kunst en wetenschappelijke vooruitgang gaf, kon zinken in een woede, een gemeenheid, een verdorvenheid zoals Auschwitz. Ik ben bang dat Auschwitz meer vragen dan antwoorden biedt.

Maar laat me duidelijk zijn: terwijl Duitsland en Oostenrijk dit verbrijzelende kwaad veroorzaakten, schiepen en uitvoeren, hielp vrijwel ieder ander Europees land de nazi’s om hun Joodse burgers bijeen te drijven. Te veel mensen in te veel landen maakten Auschwitz mogelijk.

En toen Europese Joden de wereld smeekten om een veilige haven, een plaats om heen te vluchten, keerde de hele wereld hen de rug toe. Zelfs mijn eigen land, het baken van vrijheid, deed zijn lichten uit voor het Joodse volk, toen zij dit het hardst nodig hadden.

De Verenigde Staten organiseerden een conferentie in Evian, Frankrijk, in juli 1938, om de Joodse vluchtelingencrisis te bespreken. Er waren veel prachtige toespraken, maar de Verenigde Staten liet geen extra Joodse vluchtelingen toe en alle overige landen die deelnamen volgden dit voorbeeld. Er waren 32 landen en geen daarvan, behalve de kleine Dominicaanse Republiek, wilde nog meer Joden. Hitler zag dit. Vier maanden later kwam de Kristallnacht.

En opnieuw kwam er vanuit de wereld geen reactie. Hitler beproefde de wereld en bij elk e stap zag hij de waarheid: het kon de wereld niets schelen. Toen wist hij dat hij deze fabriek des doods kon bouwen. Evian leidde tot Auschwitz. Kristallnacht leidde tot Auschwitz. Het wereldwijde antisemitisme leidde tot Auschwitz.

Gelukkig waren er in Europa ook mensen die het morele fatsoen hadden en anders handelden. Gewone mensen die hun levens en dat van hun familie in de waagschaal stelden om andere mensen te redden, soms mensen die ze niet eens kenden.

In Yad Vashem kunt u de 27.362 namen zien van wat wij noemen ‘de rechtvaardigen onder de volkeren’. Die niet-Joden die alles riskeerden om Joodse levens te redden. We hebben deze eerwaarde mannen en vrouwen nooit vergeten en zullen dat ook nooit doen.

Vijf jaar geleden, bij de 70e herdenking, was ik erg ongerust over de schokkende toename in het antisemitisme hier in Eruopa. Vandaag, zoals jullie allen weten, zijn die aanslagen op Joden, de moorden, de giftige laster alleen maar toegenomen, en het heeft zich zelfs naar mijn land uitgebreid.

75 jaar geleden, toen de wereld eindelijk de beelden zag van de gaskamers hier en de stapels lichamen, wilde geen verstandig mens worden geassocieerd met de nazi’s. Maar nu ben ik getuige van iets dat ik nooit had gedacht te zullen zien in mijn leven: de openlijke en onbeschaamde verspreiding van antisemitische haat door de wereld, opnieuw.

In 2020 horen we dezelfde leugens die de nazi’s zo effectief in hun propaganda gebruikten. Joden hebben te veel macht, Joden beheersen de economie en de media, Joden beïnvloeden overheden, Joden beheersen alles. We horen deze waanzin online, in de media en zelfs van democratische regeringen.

We zullen het antisemitisme nooit uitroeien. Het is een dodelijk virus dat al meer dan tweeduizend jaar bij ons is. Maar we kunnen niet de andere kant op kijken en doen alsof het niet gebeurt. Dat is wat mensen deden in de dertiger jaren van de twintigste eeuw en dat is wat leidde tot Auschwitz.

Ik herinner me dat ik hier eens wandelde met een voormalige gevangene, Elie Wiesel. Op een gegeven moment stopte hij en zei hij iets dat ik nooit zal vergeten. Elie zei me: “het tegenovergestelde van liefde is geen haat, het is onverschilligheid.” Onverschilligheid maakte het Auschwitz mogelijk om plaats te vinden.

Er zijn hier vandaag vijftig landen vertegenwoordigd. Ik weet dat ieder van u net zo walgt van het antisemitisme als ik. Ik weet ook dat u alleen dit niet kunt stoppen. Maar u kunt zich hier wel allen krachtig tegen uitspreken.

Wij kunnen de geschiedenis niet herschrijven. Maar we kunnen vandaag veel krachtiger optreden. Wij allen moeten die moedige, morele mensen herinneren die dit probeerden te stoppen. Alle wereldleiders, alle politici moeten deze inspanning leiden. Woorden zijn niet genoeg. Politieke speeches zijn niet voldoende. Er moeten wetten worden gemaakt, strenge, stevige, echte wetten die deze haatzaaiers voor lange tijd opsluiten in de gevangenis. Kinderen moet worden geleerd waartoe Jodenhaat leidt. Dit is belangrijk, maar er is nog een belangrijke manier waarop wereldleiders deze oude haat kunnen bestrijden.

Ik vraag alle landen om op te houden mee te stemmen in de contante, beschamende fixatie op Israël in de Verenigde Naties.

Precies drie jaar, drie maanden en drie weken na de bevrijding van Auschwitz, realiseerde het Joodse volk zijn 2000 jaar oude droom met het oprichten van de Joodse staat Israël. Al was het alleen maar om het feit dat geen enkel land ter wereld Joodse vluchtelingen wilde opnemen toen zij smeekten voor hun levens. Dat is waarom het Joodse volk Israël nodig heeft.

Het Joodse volk verliet Auschwitz. Ze ontvluchtten Europa, ze werden uit ieder land in het Midden-Oosten verdreven. En in plaats van te leven in vluchtelingenkampen en zich tot terreur te wenden, bouwden ze een levendige democratie in een plaats waar geen democratie bestaat. Ze hebben wonder na wonder verricht, terwijl ze iedere dag hun levens moesten verdedigen. Geen land ter wereld heeft dit hoeven doen. En hierom spreken de VN, journalisten en zelfs wereldleiders zich constant veroordelend uit.

Maar het is zelfs erger. Israël is keer op keer uitgelicht met dezelfde leugens die we al eeuwenlang over de Joden horen. In de laatste zeven jaar heeft de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties 202 resoluties aangenomen die landen op deze wereld veroordelen. Van die 202 resoluties werd Israël 163 keer veroordeeld en de rest van de wereld slechts 39 keer. 163 tegen Israël, 39 voor de rest van de wereld.

We weten allemaal dat deze stemmen absurd zijn. De VN negeert werkelijk kwade dictaturen die miljoenen van hun eigen burgers vermoorden. Het is zo duidelijk als wat dat dit soort obsessief antizionisme niets anders is dan antisemitisme.

En met elke absurde stem, elke stem die alleen Israël op de korrel neemt en de rest van de wereld negeert, wordt de hele VN omlaag gehaald en ongeloofwaardig gemaakt. Dat is zo’n zonde, want de VN werd gebouwd op de as waarop we nu op deze plaats staan. Het had zoveel belofte, het had zoveel meer kunnen zijn.

Ik realiseer me dat u hier in Auschwitz omringd bent door aantallen. 75 jaar … 1933 … 1938 … 6 miljoen. Maar er is één aantal dat ons ons nog steeds schokt, terwijl het ons hart tegelijkertijd breekt.

Een miljoen vijfhonderdduizend.

Dat is het aantal Joodse kinderen – anderhalf miljoen – dat stierf in de Holocaust. Het is zó pijnlijk, dat we proberen er niet aan te denken. Het doet gewoon te veel pijn.

Als deze anderhalf miljoen kinderen was toegestaan om hun leven te leven, zoals andere kinderen wereldwijd, zouden ze nu in de zeventig en tachtig zijn. Ze zouden zijn opgeleid. Ze zouden zijn getrouwd. Ze zouden zelf kinderen hebben gekregen. Wat een verlies!

Maar iets anders was ook verloren. Wat zouden deze anderhalf miljoen kunnen hebben gecreëerd voor ons allen? Welke symfonieën …? Welke grote literatuur …? Wat voor technologie …? Welke medische doorbraken zijn we misgelopen van deze zielen?

Als u een geliefde bent verloren die aan kanker, Alzheimer of Parkinsons bent verloren, zijn misschien de oplossingen voor deze ziektes wel hier in Auschwitz verloren gegaan. Dit was niet alleen een Joods verlies. Het was een verlies voor de hele wereld.

Er is nog een deel van het verhaal van Auschwitz waar niemand ooit over spreekt. Toen de overlevenden werden bevrijd uit deze nazi-nachtmerrie, zochten ze nooit wraak. Ze verloren hun moeders en vaders. Zussen en broers. In te veel gevallen verloren ze hun vrouwen en kinderen. En ondanks dat is er geen enkele Duitser door een Jood vermoord als wraak. Niet één!!

Denk daar eens een moment over na. Na alles wat er met hen gebeurd was, liepen deze Joodse overlevenden gewoon deze poorten uit en bouwden nieuwe levens op, stichtten nieuwe gezinnen, werkten hard en schiepen. Sommigen hebben kleinkinderen die hier vandaag zijn. En het is schandelijk dat zij 75 later moeten zien hoe hun kleinkinderen geconfronteerd worden met dezelfde haat. Dit is een schande en mag nooit worden getolereerd.

Uiteindelijk ben ik bang dat al deze aantallen – anderhalf miljoen kinderen, zes miljoen Joden. Deze aantallen zijn gewoon te moeilijk voor ons om te begrijpen. Laat me u daarom vandaag eindigen met een laatste verhaal.

Het gebeurde tijdens de rechtszaak tegen Adolf Eichmann in 1961, waar getuige na getuige hun ervaringen hier in Auschwitz had beschreven. Maar er was één man die opviel, omdat hij ongebruikelijk zonder emotie sprak. Hij beschreef hoe hij aankwam op dit platform – precies hier – met zijn vrouw en dochtertje. Ze werden uit de veewagens gedreven en stonden in de rij voor de ‘selectie’ – precies daar. Een arts besloot wie naar rechts zou gaan – om te werken, – en wie naar links – voor vernietiging.

De man werd op dat moment gescheiden van zijn vrouw en dochter en ze werden weggeduwd. In de getuigenbank zei hij: “Er waren zoveel mensen. Ik wist niet hoe ik mijn ogen op ze kon houden.” Maar zijn kleine meisje droeg een rode jas en hij was in staat om die kleine rode jas te volgen, tot deze kleiner en kleiner werd en hij het tenslotte niet meer kon zien.

De jonge Israëlische aanklager, Gabriel Bach, stond bij zijn stoel toen de man eindigde. Hij stond daar gewoon, in stilte. Uiteindelijk vroeg de rechter Bach om verder te gaan. Maar hij bleef daar staan. Opnieuw vroeg de rechter Bach om door te gaan. En opnieuw bleef hij staan, zwijgend.

Jaren later legde Bach uit dat – alsof het lot het zo had beschikt – hij en zijn vrouw net voor hun drie jaar oude dochtertje een kleine rode jas hadden gekocht. En Gabriel Bach zei dat tot op deze dag, als hij een sportstadion in loopt, een restaurant of gewoon op straat in Jeruzalem, en hij een meisje ziet met een rode jas, dat z’n keel stijf wordt en hij niet kan spreken. En eerlijk gezegd, als ik een meisje met een rood jasje zie, denk ik aan hetzelfde. Dat is de erfenis van Auschwitz en het zal nooit weggaan.

Aan iedere Joodse en niet-Joodse persoon in dit publiek die deze poorten vandaag verlaat – dit moeten we doen: Als we iets horen dat antisemitisch is, als we iemand valsheden over Israël horen spreken, als Joden worden aangevallen in onze straten – wees niet stil. Wees niet onverschillig. Goede dingen, prachtige dingen kunnen beginnen bij een ieder van ons. En doe dit niet slechts voor Joodse mensen in de wereld. Doe dit voor je kinderen. Doe dit voor je kleinkinderen, maar doe het ook voor het kleine meisje in de rode jas.

Haar as ligt onder onze voeten. Samen met meer dan een miljoen gemartelde zielen. Zij kijken naar ons en schreeuwen het uit in één oorverdovend koor: wees niet stil!! Wees niet zelfingenomen!! Laat dit nooit meer gebeuren, met geen enkel volk!!